Heeft u moeite kamerplanten in leven te houden? Dit zijn de 12 meest gemaakte fouten en tips om ze te voorkomen

Verzucht u weleens dat kamerplanten altijd dood gaan bij u en dat u gewoon geen groene vingers heeft? Misschien maakt u wel 1 of meer van de 12 meest gemaakte fouten in de verzorging van het groen in huis. We zetten ze op een rij en vertellen ook hoe u ze voortaan voorkomt.

Op het verkeerde moment kopen

Soms gaat het al meteen vanaf het allerprilste begin mis: het aankoopmoment. Wanneer het erg koud is of juist heel erg warm, dan is het een uitdaging om een kamerplant ongeschonden thuis te krijgen. Ga dan alleen voor kamerplanten op pad wanneer ze zo kort mogelijk blootgesteld zullen worden aan hele lage of hoge temperaturen. Of verpak ze heel goed om ze er tegen te beschermen. Maar beter is het om ze te kopen op de momenten met meer aangename omstandigheden. Een plant die het te koud gehad heeft, kan bijvoorbeeld koudeschade oplopen. Daarbij kan een deel van de bladeren verwelken of, wanneer de wortels een klap krijgen, zelfs in zijn geheel doodgaan.

Kiezen voor een ongeschikte kamerplant

Bij het kopen van een nieuwe kamerplant moet u er altijd op letten dat de plant die u koopt gezond is. Staat hij niet te nat, want in dat geval kunnen bij een plant die daar gevoelig voor is, de wortels al gaan rotten. En is hij niet volledig uitgedroogd, want sommige planten komen daar niet of heel moeilijk overheen. Maar ook of de plant geen ziekte of ongedierte heeft. Omdat er strengere regels zijn voor gif op kamerplanten, worden ze niet altijd meer tegen plagen behandeld. Daarom doet u er goed aan een plant altijd heel goed van alle kanten te bekijken. Zet er zo nodig uw bril bij op, want beestjes zijn soms klein en verstoppen zich in de kleinste hoekjes. Zet een nieuwe plant thuis daarom altijd eerst voor de zekerheid in quarantaine of behandel hem preventief met een middel tegen ongedierte. In dit artikel vindt u 7 aandachtspunten bij het kopen van een nieuwe kamerplant.

Te lastige kamerplanten

Sommige kamerplanten zijn een uitdaging om in leven te houden en eigenlijk alleen handig om te houden wanneer u wat meer ervaren bent en ze de juiste omstandigheden kunt bieden. Planten die een hele hoge luchtvochtigheid nodig hebben bijvoorbeeld en heel precies zijn in hoeveel water ze wel of niet willen krijgen. Zo is de Calathea, niet voor niets ook wel de dramathea genoemd, een plant die wat lastiger in leven te houden is. Al kan dat met de juiste verzorging ook echt wel goed komen.

Er zijn echter ook planten die beduidend makkelijker zijn en minder eisen stellen aan de omstandigheden. In dit artikel vindt u 11 voorbeelden van de wat meer makkelijke en sterke kamerplanten.

Verkeerde standplaats

Waar u een kamerplant zet, is zeer bepalend voor het succes. Planten hebben over het algemeen zeer uitgesproken voorkeuren over hoeveel daglicht ze krijgen. Sommige planten staan graag in de volle zon, terwijl andere liever wat donkerder staan. Maar ook weer niet zo donker dat ze wegkwijnen. (Deze planten kunnen wel tegen enigszins donkere plekken in huis). Ook de temperatuur is van belang. Sommige planten hebben een redelijk koel vertrek nodig, zoals de Azalea en de kamerlinde, terwijl veel tropische planten juist alleen floreren bij hogere temperaturen.

En daar komt dan nog de luchtvochtigheid bij kijken. Veel planten krijgen bruine randen als de luchtvochtigheid te laag is, terwijl een plant als een cactus of vetplant daar juist wel van houdt. Direct bij de verwarming is meestal niet de beste plek, al kunt u sommige planten daar wel probleemloos neerzetten. In dit artikel leest u hoe u de luchtvochtigheid in huis verhoogt.

Tenslotte is er nog het aspect tocht. Er zijn maar weinig planten die daar langere tijd tegen kunnen. Naast een deur, die vaak open gaat of ergens waar 2 de ramen regelmatig tegenover elkaar open staan, is voor veel planten teveel van het goede.

Te veel of te weinig water

Zoals we al vaker aangeven, gaan de meeste planten in onze huiskamers dood door te veel water geven. Eén van de planten die hier gevoelig voor is, is de kerstster. Het is een plant die maandenlang kan bloeien, maar het soms al voor de kerst begeeft, omdat hij regelmatig volledig verzopen wordt, terwijl hij niet zo veel water nodig heeft. Hoe u hem wel in leven houdt, leest u hier.

Het is van meerdere dingen afhankelijk hoeveel water een kamerplant nodig heeft. Het begint met het soort plant. Daarnaast zijn de omstandigheden waarin hij leeft van belang. In een eerder artikel leest u hoe u weet hoeveel water u moet geven en hoe u het herkent wanneer u teveel of te weinig water geeft.

Hard water geven

Over het algemeen is kraanwater prima geschikt om aan kamerplanten te geven. Tenzij het water waar u woont erg hard is. De meeste kamerplanten hebben daar een hekel aan en kunnen er zelfs slechter door gaan groeien. Ook kunnen er bijvoorbeeld in het geval van een pannenkoekplant witte spikkeltjes onder de bladeren verschijnen. Op die manier scheidt de plant dan kalk uit. Hoewel dit redelijk onschuldig is, is dit wel een teken dat het water dat u geeft te hard is. In dat geval kunt u het beste overstappen op regenwater. Mits dat mogelijk is natuurlijk. Anders zult u een andere oplossing moeten zoeken, wanneer u toch planten wil houden die zachter water nodig hebben.

Ongedierte, zoals rouwvliegjes, niet bestrijden op kamerplanten

Wanneer planten van het ene op het andere moment gaan kwakkelen, kan dat verschillende redenen hebben. Zoals niet genoeg licht, te veel water of onvoldoende voeding. Maar ook ongedierte kan de oorzaak zijn. We hebben in huis met verschillende plagen te maken, waarvan trips bijvoorbeeld een hele vervelende is. In dit artikel leest u hoe u deze beestjes herkent en hoe u van ze af komt. Maar het kan ook gaan om verschillende soorten luizen, spint of rouwvliegjes. Hoe u die herkent en bestrijdt, vertellen we in dit artikel.

Kamerplanten geen of juist te veel voeding geven

Er zit maar voor een bepaalde tijd voedsel in de potgrond waarin een plant meestal geleverd wordt. Afhankelijk van het soort plant, moet u ze dus na verloop van tijd bijvoeden. Anders kan een plant stoppen met groeien, kan hij gele bladeren krijgen of wordt hij steeds lelijker. In de meeste gevallen moet u de voeding alleen tijdens het voorjaar en de zomer geven. Dit omdat het in de overige maanden te donker is en veel planten daardoor in rust zijn. Geeft u dan toch voedsel, dan kunnen ze daar last van hebben en sprieterig gaan groeien of zelfs gaan kwijnen. Een kleine uitzondering hierop is wanneer een plant specifiek in de winter bloeit.

Het is ook weer niet goed om kamerplanten te veel plantenvoeding te geven. Dan kunnen zijn wortels namelijk verbranden. Ook bij het verpotten moet u opletten. Gebruikt u grond waaraan voor bijvoorbeeld 6 weken plantenvoeding is toegevoegd, moet u in die tijd geen extra voeding geven, want dat kan er in het ergste geval voor zorgen dat de plant het loodje legt.

Niet op tijd verpotten

Ook al geeft u regelmatig plantenvoeding, na verloop van tijd raakt de grond enigszins uitgeput. Dan is het goed om uw plant van een nieuwe laag aarde te voorzien. Maar ook wanneer een plant gegroeid is, heeft hij vaak een net wat grotere pot nodig, om zijn wortels weer meer ruimte te geven. Houd daarvoor afhankelijk van het soort plant zo tussen de 2 à 3 jaar aan en controleer tussentijds of er geen wortels onder de pot uit groeien. Ook dat is een goede indicatie dat een plant verpot moet worden. Geef daarbij niet opeens een veel grotere pot, want dat neemt niet alleen onnodig veel ruimte in, voor een plant is dit ook meestal niet goed, omdat er dan sneller teveel water gegeven wordt. In dit artikel leest u hoe u bij het verpotten te werk moet gaan.

Over het algemeen kunt u nieuwe kamerplanten het beste niet meteen na aanschaf verpotten, zodat ze eerst rustig kunnen wennen aan hun nieuwe omstandigheden. Verpotten kan namelijk best een schok opleveren. Maar een plantje waarbij u het beter wel direct kunt doen, is een basilicumplantje uit de supermarkt. Deze zitten namelijk vaak met veel teveel kleine plantjes in 1 pot en dit is de reden waarom ze vaak al binnen een paar dagen dood gaan. In dit artikel leest u hoe u ze wel succesvol langere tijd goed houdt.

Geen binnenpot gebruiken

De grootste kans op succes heeft u wanneer u uw kamerplant in een pot met gaten plaatst, vaak een binnenpot genoemd. En dan pas in een sierpot. Het is ook wel mogelijk een plant rechtstreeks in een sierpot te zetten, maar alleen als u dan heel erg goed oppast met water geven. Het overtollige water kan dan namelijk niet weg en de wortels krijgen op deze manier niet altijd genoeg zuurstof.

Stof op de planten niet verwijderen

De bladeren van planten in huis krijgen te maken met stof. Wanneer u dit laat zitten, kan het de bladmondjes verstoppen en het licht tegenhouden. Daarom moeten kamerplanten, op enkele soorten na, eens in de zoveel tijd afgestoft worden. We vertellen in dit artikel bij welke planten u het wel en niet moet doen en hoe u dit doet. Wilt u liever zíen hoe u het moet doen, bekijk dan deze video, waarin Mascha de Rooij het stap voor stap aan u toont.

Niet inlezen over de verzorging van kamerplanten

Tenslotte is het altijd raadzaam om bij alle nieuwe kamerplanten op te zoeken wat zijn beste verzorging is. Op die manier weet u direct hoeveel licht, warmte, water en voeding een plant nodig heeft en dat kan een hele hoop problemen voorkomen. In ons kamerplantenoverzicht vindt u verzorgingstips voor heel veel groene en bloeiende planten.

(Bron: Redactie MAX Vandaag. Foto’s: Shutterstock)