draaigatje

Mediterrane mier draaigatje dreigt nieuwe insectenplaag te worden

De mediterrane mier het draaigatje heeft zich in 5 jaar tijd op steeds meer plekken in het zuidelijke deel van ons land verspreid. De verwachting is dat de mierensoort, die in enorme kolonies leeft, zich blijft uitbreiden, waardoor het een nieuwe insectenplaag dreigt te worden.

Mediterrane mier

Mediterrane draaigatjes (soorten uit het Tapinoma nigerrimum-complex) komen van oorsprong uit het Middellandse Zeegebied. Ze houden van warme omstandigheden en rukken door de warmere zomers steeds noordelijker op. In 2009 is het draaigatje voor het eerst waargenomen in Duitsland en in 2013 is dan ons land aan de beurt. Het vermoeden is dat zij via de handel in tuinplanten verspreid worden. Het zelf meenemen van uitgegraven planten vanaf een vakantieadres is daarom ook af te raden. In 2017 zijn er vervolgens al 6 populaties aangetroffen in Nederland en in 2018 is dat opgelopen tot 8 kolonies. Waaronder in Wageningen, Alphen aan den Rijn en Rotterdam. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) in Wageningen heeft nog geen cijfers van de precieze omvang, maar merkt dat het dier zich verspreidt en moeilijk te bestrijden is.

Overlast draaigatje

Het probleem met het draaigatje is dat kolonies ervan kunnen uitgroeien tot miljoenen mieren. Dit komt doordat in de nesten niet, zoals bij mieren over het algemeen gewoon is, 1 koningin aanwezig is, maar meerdere koninginnen. Elk jaar sluiten zich meer koninginnen aan, die samen nog meer werksters produceren. Waardoor er uiteindelijk superkolonies ontstaan. Nesten kunnen op den duur wel meer dan 100 meter beslaan. Ze komen vooral in stedelijke gebieden voor en hebben een voorkeur voor stoeptegels en trottoirs, vanwege de warmte. Hele stoepen kunnen daardoor los komen te liggen of verzakken en ook de aangrenzende tuinen worden ingenomen. Met weer veel luizen op de beplanting tot gevolg, aangezien die door de mieren gehouden worden vanwege de geliefde, zoete honingdauw die zij afscheiden.

Ziektes overbrengen?

Uiteindelijk duiken de mieren ook op in huis, wat niet zo prettig is, gezien het feit dat zij kunnen bijten, afweerstoffen spuiten en ze er op zoek gaan naar ons voedsel. Bastiaan Meerburg, directeur van het Kad zegt tegenover AD: “Ze kunnen in tegenstelling tot de meeste andere mieren bijten. Het is niet bekend of je daar ziektes van oploopt, maar het is wel vervelend.”

Bestrijding

De bestrijding van het draaigatje staat nog in de kinderschoenen. De middelen die hun doeltreffendheid bewezen hebben zijn in ons land nog niet toegestaan. Het KAD werkt al wel met aaltjes, maar daarvan is nog niet zeker hoe goed die werken. Nederlanders die de mieren te lijf zijn gegaan met de hier gangbare middelen, hebben gemerkt dat, dat juist averechts werkt. Na flinke giftoedieningen heeft de kolonie zich aan de flanken juist uitgebreid. De bestrijding heeft gezorgd voor een verplaatsing en vergroting van het probleem, terwijl die op de plek van toediening slechts zeer tijdelijk de mierendichtheid heeft beïnvloed.

Invasief

De vrees is dat het draaigatje zich blijft verspreiden en uiteindelijk invasief wordt in Nederland. Ter vergelijking, de plaagmier (Lasius neglectus), tot nu toe onder mieren de meest invasieve en overlast gevende exoot, komt sinds 1960 voor in ons land en heeft zich in die tijd op slechts op 10 locaties gevestigd. Het draaigatje zit in 5 jaar tijd al op 8 kolonies. Hij ziet er net zo uit als andere mieren en wordt niet zo snel herkend, maar hun aantal verraadt zich. Het KAD vraagt dan ook verdachte mieren aan hen te melden. Gemeenten die met onoplosbare mierenoverlast kampen of mensen die vermoeden deze mieren in de straat of tuin te hebben, kunnen dat melden, zodat de soort goed in kaart kan worden gebracht.

Lees ook: slakken, luizen en ander ongedierte in de tuin bestrijden zonder gif.
Nederlanders nemen extreme maatregelen tegen ongedierte.
Waarom vliegen de mieren massaal tegelijk uit?
Giftige kleine pieterman rukt op in België, hoe zit dat in Nederland?
Waarom waarschuwt Griekenland voor muggen met het westnijlvirus?
Op vakantie naar het buitenland? Pas dan op voor deze insecten.
Teken komen meestal niet alleen.
Eikenprocessierups-plaag 2019.

(Bron: Nature Today, KAD, AD)

Geef een reactie

Reacties (2)

    BIJBLOEM says:

    “Vroeger” was er een adres waar je een insect naar toe kon sturen.
    Om te bepalen wat het was.
    Niet levend en wel afgeplakt of geplakt op een stukje karton of zo.
    Ik weet niet meer precies.

    Is er zoiets nog steeds?

    Ongediertebestrijding doet het anders en naar wens van tuinliefhebbers.
    Zo was er een grote hoeveelheid zweefvliegen na een bladluizenplaag.
    Hingen ze massaal een wespenvallen op. Die vliegjes zijn geen plaag, maar ze zorgen voor het inzamelen van stuifmeel. Goed voor hooikoorts. Stuifmeel van tomaten is vreselijk.
    Krijg je bijna niet onder je nagels uit als je ze in kassen plukt.

    Dus tijd om burgers met pronktuinen te leren dat het ook anders kan.
    Hebben ze een bijenhotel en bloemen die ongeschikt zijn voor bijen.
    Gebruiken ze gif om wespennesten weg te halen.
    Tegen de herfst verlaten wespen een nest en moet je alleen de dode beesten opruimen.
    Een leeg wespennest verwijderen is het best.

    BIJBLOEM says:

    Heeft het KAD ook contact met gemeenten?

    Zelf heb ik mieren en die breiden zich uit.
    Door het met een zo’n grastrimmer te bewerken. Doen ze hier met onkruid die uit de voegen groeit.
    Dat overleven de mieren niet.

    Maar ze vegen ook met zo’n karretje de straten om de bladeren te verwijderen.
    Nadeel daarvan is. Het zand dat door de mieren omhoog wordt gehaald en steeds weer opnieuw.
    Dat geeft verzakkingen. Hoe meer mieren, hoe meer zand er uit gaat.
    Met veel en weinig regen en water. Het is onvoorspelbaar wat het op termijn gaat doen.
    Tuinen pronken en vooral invasieve gewassen. Het interesseert ze niets.

    Is dus een korte termijn denken en anderen lossen het later wel op.