Het is weer wintertijd

In de nacht van zaterdag 29 op zondag 30 oktober wordt de klok weer één uur achteruit gezet. Het is dan wintertijd. Maar hoe lang doen we dat eigenlijk al, de klok verzetten, en waarom doen we dat?

Iedere laatste zondag van oktober zet Nederland de klok een uur achteruit, het is ‘wintertijd’. De wintertijd is de zogenaamde ‘echte tijd’, of de ‘Greenwich Mean Time’. In de zomer leven we namelijk een uur later dan het in werkelijkheid is. Toen de zomertijd in 1977, tijdens de oliecrisis, ingevoerd werd, dacht men dat dit energie zou besparen.

Tijdens de wintertijd komt de zon wat vroeger op waardoor, volgens de bedenkers, in de ochtend geen extra licht nodig is. Ruim 30 jaar later is dit nog steeds het belangrijkste argument om de klok te verzetten.

William Willet en de zomertijd

De eerste die met een serieus plan kwam voor zomer- en wintertijd was de Brit William Willet (1856–1915). In 1909 kwam hij met het plan om de klok in de lente op 4 opeenvolgende zondagen steeds 20 minuten vooruit te zetten. Op zondagen in september zou de klok dan weer steeds 20 minuten teruggezet moeten worden. Velen namen met interesse kennis van het plan van Willet, maar er werd verder niets mee gedaan.

Eerste Wereldoorlog

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de zomertijd door de Duitsers voor het eerst echt ingevoerd. De oorlog was duur en om kolen te besparen besloot Duitsland op 30 april om één uur voor middernacht de zomertijd in te voeren. Ook in de bezette delen van België en Frankrijk werd dit ingevoerd. Nederland volgde het voorbeeld een dag later. Engeland voerde de zomertijd 3 weken nadien ook in.

Tijdens het interbellum was er geen zomer- of wintertijd. In de Tweede Wereldoorlog ging Nederland op bevel van de Duitsers van de Amsterdamse Tijd over op de Midden-Europese Tijd. De klok moest één uur en 40 minuten vooruit worden gezet zodat het in Nederland even laat zou zijn als in Duitsland. In 1946 werd de zomertijd afgeschaft. Maar, in 1977 werden zomer- en wintertijd opnieuw ingevoerd. Dit vanwege de oliecrisis. Door in de zomer langer gebruik te maken van het zonlicht, zou er energie bespaard worden.

Voor en nadelen zomer- en wintertijd

De zomertijd heeft voordelen. Mensen kunnen ’s avonds als ze het actiefste zijn, langer van het daglicht genieten. Eén uur extra licht in de avond leidt tot minder verkeersdoden en minder criminaliteit, bevordert het toerisme en verlaagt het energieverbruik. De voordelen zijn echter niet zo groot dat de Europese politici de zomertijd permanent willen maken. Maar er zijn ook wat nadelen:

Energiebesparing
De zomertijd werd ingevoerd vanuit het oogpunt van energiebesparing. Omdat het ’s avonds langer licht zou zijn, zou het energieverbruik dalen. Maar in onze huidige samenleving van klimaatbeheersing en airconditioning zou van deze voordelen volgens vele milieugroepen weinig overblijven.

Tijdsbesteding
De meeste mensen zijn actiever in de avonduren dan vroeg in de ochtend. Er wordt in Nederland niet voor niets vooral gesport en getuinierd in de namiddag. Wie vanaf volgende week zonder kunstlicht een uurtje wil tennissen moet al om 16.00 uur beginnen. Een uur fietsen of hardlopen bij daglicht na thuiskomst van het werk is bijna niet meer mogelijk.

Gezondheid
Alleen de gedachte aan de wintertijd maakt een deel van de bevolking al mistroostig of zelfs depressief. Psychologen spreken van de winterdip. Vooral bij de 20 procent van de Nederlanders die met slaapproblemen kampt, leidt de tijdsverandering tot een daling van de productiviteit. Het handhaven van de zomertijd zou indirect obesitas voorkomen en meer vitamine D opleveren doordat mensen als het nog licht is ’s avonds naar huis lopen of fietsen.

Biologische klok
Het 2 keer aanpassen van de tijd binnen een jaar is slecht voor de biologische klok van mensen. Mensen zijn aan het werk terwijl ze van hun biologische klok op bed zouden moeten liggen. Daardoor presteren ze slechter op hun werk.

Veiligheid
De wintertijd leidt tot meer ongelukken. Onder voetgangers is het aantal slachtoffers 3 keer zo groot en onder fietsers 2 keer zo groot als tijdens de zomerperiode, berekende de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) in 2013. De invoering van de zomertijd scheelt slachtoffers, omdat daardoor een groter deel van de mobiliteit bij daglicht plaatsvindt, was de conclusie. De SWOV pleitte er dan ook voor te onderzoeken hoeveel slachtoffers bespaard kunnen worden als de zomertijd de standaardtijd wordt. Mensen zijn ’s morgens frisser dan ’s avonds en het is daarom beter de avondspits juist zoveel mogelijk bij daglicht te laten plaatsvinden.

Tips om uw biologische klok te helpen

Tip 1: ga bewust met licht om

Licht is heel belangrijk voor het afstellen van de biologische klok en daarom kunt u er uw voordeel mee doen. Probeer direct nadat u wakker wordt een paar minuten in het volle daglicht te zitten. Ga hiervoor het liefst naar buiten en probeer overdag ook voldoende daglicht op te vangen. Een zonnebankbezoek kan ook dienen als een lichtbad.

In de avond is het belangrijk om juist precies het tegenovergestelde te doen: dim de lampen al een paar uur voordat u te bed gaat en kijk minstens een uur voor het slapen gaan geen tv meer. Zorg ervoor dat uw slaapkamer donker genoeg is. U kunt ook een slaapmasker dragen.

Tip 2: Zorg voor rituelen

Vaste rituelen voor het slapen gaan helpen uw lichaam om te ontspannen en om ‘aan te voelen’ dat u gaat slapen. Het werkt niet alleen bij kinderen, ook bij volwassenen is het hebben van een vast ritueel voordelig. Probeer het ’s avonds wat rustiger aan te doen, plan niet teveel activiteiten en laat uw lichaam hier aan wennen. Als u elke dag voor het te bed gaan een boek leest, uw tanden poetst en uw spullen klaar legt voor de volgende dag, zal uw lichaam zich automatisch klaarmaken om in slaap te vallen.

Tip 3: Let op uw voeding

Bij de overgang naar de wintertijd kunt u in de ochtenden het beste kiezen voor maaltijden met genoeg eiwitten. Denk bijvoorbeeld aan yoghurt met wat noten en fruit, een gekookt eitje, of een smoothie. In de avond zijn koolhydraatrijke voedingsmiddelen een aanrader omdat ze kalmerend werken. Denk er maar eens aan hoe u zich voelt als u een flink bord pasta hebt gegeten; vol, voldaan en slaperig. Quinoa, boekweit, zilvervliesrijst en volkorenpasta zijn dus goede opties. Als u niet kan slapen, kunt u vlak voor het slapen gaan nog een banaantje eten of wat kersen, ze bevatten stoffen die helpen bij de aanmaak van serotonine.

Tip 4: Blijf genoeg bewegen

Ook al kunt u overdag wat vermoeid zijn, het is toch een goed idee om genoeg te bewegen. Hiermee houd u uw lichaam actief en gaat u juist de vermoeidheid tegen. Een simpele wandeling kan al verschil maken!

Wat doet u altijd, om wat makkelijker te wennen aan de wintertijd?

Geef een reactie