Symbolen op de oven: dit zijn de verschillende functies uitgelegd

Een oven heeft verschillende standen: hetelucht, boven- en onderwarmte, grillen, ontdooien, een pizzastand en nog meer. Maar welk symbool hoort waarbij en welk gerecht hoort bij welke functie?

De juiste temperatuur bij de juiste functie

Bij recepten wordt aangegeven op welke temperatuur iets gebakken moet worden. Voor de verschillende ovenstanden gelden ook andere temperaturen. Wanneer boven- en onderwarmte staat aangegeven en u de heteluchtstand wilt gebruiken, is er een rekensommetje. De temperatuur moet met 10 procent verlaagd worden voor hetelucht. Dus wanneer de boven- en onderwarmte 200 graden is, is de hetelucht temperatuur 180 graden. Andersom geldt hetzelfde.

De heteluchtstand

Het symbool met een ventilator of propeller in het midden is de heteluchtstand. Hierbij wordt de warmte door de hele oven verspreid. Wie meerdere bakplaten tegelijk in de oven zet, kan het beste deze functie gebruiken. Elke plek krijgt dan (in principe) dezelfde warmte. Ovenschotels kunnen daarom ook op deze functie gebakken worden.

Deze stand is minder geschikt om taarten mee te bakken of een gerecht wat moet rijzen. Doordat er een constante stroom aan lucht is, kan een baksel sneller droog worden of iets scheef gaan staan.

Boven- en onderwarmte

Een symbool met een enkele streep boven en onder geeft boven- en onderwarmte aan. De oven verwarmt dus zowel aan de boven- als onderkant. Het beste is dus om maar 1 bakplaat of 1 ovenschaal tegelijk af te bakken. Deze ovenstand gebruiken (thuis)bakkers graag. De temperatuur is beter te controleren, omdat het van boven én onder komt. Ook bij baksels die moeten rijzen (denk aan een cake), is dit de juiste stand.

Maar ook ovenschotels of vlees kunnen het beste op de boven- en onderwarmte stand gezet worden. En ook brood is een goede om af te bakken met deze stand. Want de onderkant wordt dan lekker krokant en de bovenkant kan mooi rijzen.

Alleen bovenwarmte of alleen onderwarmte

Het is ook mogelijk om alleen bovenwarmte of onderwarmte te gebruiken. De onderwarmte is heel handig wanneer een gerecht aan de onderkant moet garen, bijvoorbeeld bij een soufflé die au bain-marie gaart. Of wanneer u een ovenschotel of taart opnieuw wil opwarmen en de bovenkant niet mag verbranden. Het beste is om bij deze stand een rooster of bakplaat te gebruiken, anders kan de warmte nergens heen.

Alleen de bovenwarmte gebruiken is handig wanneer een bodem al is afgebakken. Bijvoorbeeld als iets is blindgebakken. Dan heeft de onderkant geen extra warmte nodig, maar de bovenkant wel.

Het symbool voor de grillstand

De grillstand van de oven kan op 2 manieren worden aangeduid: met tandjes of een soort dubbele w-vorm. Sommige ovens hebben nog een verschil tussen een volledige grillstand of een kleine grill. Deze ovenstand geeft eten een knapperig korstje, zoals een stuk kip of vis. Het zorgt er ook voor dat kaas makkelijk smelt en dat groenten goed geroosterd worden. Het eten kan wel snel verbranden bij deze stand, dus houd de oven goed in de gaten. Dikke stukken vlees zijn minder geschikt voor deze functie, omdat de binnenkant niet goed gaart en de buitenkant juist snel verbrandt.

Sommige ovens hebben ook nog een grillstand met een ventilator eronder. Hierbij wisselen de grill- en heteluchtstand elkaar af. Zo wordt de binnenkant van een ovenschotel gaar, maar krijgt de bovenkant ook een knapperig laagje.

Het symbool met de golfjes staat voor de magnetron

Wie een combi-oven heeft, heeft een oven en magnetron in een. Handig om de restjes van eerder op te warmen.

Lees ook: Feiten en fabels over het opwarmen van eten

De ontdooifunctie

In de magnetron kan een maaltijd ontdooid worden, maar sommige combi-ovens hebben een speciale ontdooifunctie. Deze herkent u aan een sterretje met daaronder een druppel. U moet het gewicht van de bevroren maaltijd invullen en het apparaat kiest zelf de juiste wattage en tijd. Op een lage temperatuur kan de maaltijd zo ontdooien.

De crisp functie

We blijven nog even bij de combi-oven, want bepaalde versies hebben ook een speciale crispfunctie. Dit is een symbool met omhoog gaande golfjes, een soort schaal en een streep eronder.

In combinatie met een speciale crispplaat of -schaal worden gerechten extra knapperig. Denk aan ovenfriet, pizza of kip met een krokant laagje. De plaat of schaal wordt extra verwarmd aan de onderkant, door onderwarmte en bovenin werkt de grill. Zo krijgen beide kanten de verwarming die ze nodig hebben.

Andere functies en symbolen van een oven

Daarnaast zijn er nog een aantal andere functies die merk of type specifiek zijn, zoals een speciale pizzastand. Dit is een combinatie van hetelucht met onderwarmte, waardoor de bodem toch krokant wordt. Kijk voor deze symbolen en functies in de handleiding van het apparaat of zoek online. Het makkelijkst is dan om het typenummer en de merknaam bij de hand te hebben.

(Bron: Coolblue, Culy, RTL Nieuws, Libelle, Miljuschka. Foto’s: Shutterstock)