tradities op Prinsjesdag

Nieuwe tradities op Prinsjesdag

Prinsjesdag ligt weer achter ons: een dag waarin de politieke arena even verandert in een koninklijk schouwspel. Nou ja, schouwspel… Door de coronacrisis was het vorstelijk ceremonieel teruggebracht tot het meest essentiële. Maar de boodschap was duidelijk: de koning werd als lid van de regering ontvangen te midden van de parlementsleden. Met het voorlezen van de Troonrede ontvouwde de koning de plannen van de regering voor het komende zittingsjaar van de Eerste en Tweede Kamer. Dat doen we al sinds koning Willem I in 1815. Een oude, eerbiedwaardige traditie lijkt het, met vormen en gebruiken die in steen staan gebeiteld.

Niet opdagen

Maar niets is minder wáár. Je zou zeggen: dit is de gebeurtenis waarop de koning elk jaar weer maximaal kan shinen. Toch koos zijn voorgangster, overgrootmoeder Wilhelmina ervoor, een paar keer niet te verschijnen. In 1908 was zij nog maar kort in blijde verwachting van prinses Juliana, die 30 april van het jaar daarop zou worden geboren. De koningin vond het beter thuis te blijven, met dat gehots en gebots in zo’n Gouden Koets. 2 jaar later, 1911, gebeurde dat wederom. De koningin had een conflict met een minister en zij was boos.

In 1947, haar laatste Prinsjesdag als regerend vorstin, gebeurde het een derde maal: dit maal leed de koningin aan bronchitis. In alle 3 de gevallen las een lid van de regering de Troonrede namens de koningin (die op haar beurt namens de regering sprak) voor, staande op een kleine verhoging aan de voet van de troon. In alle 3 de gevallen kwam ook een ander lid van het koninklijk huis, en leden van de hofhouding, niet opdagen.

Behoefte aan glans

Op Prinsjesdag 2020 zagen wij koningin Máxima en prinses Laurentien in het lang, zoals wij dat gewend zijn, maar ook dat is geen ongeschreven regel. In 1945 kwam koningin Wilhelmina op bij de Ridderzaal aan in een donker mantelpak met zwarte hoed. Ook had zij de Gouden Koets in de Koninklijke Stallen laten staan.

In het bevrijdingsjaar, waarvan de eerste maanden waren getekend door executies, verhongering, vervolging en bombardementen op eigen steden, gaf het geen pas in volle luister te verschijnen. Achteraf vond de koningin dit de meest indrukwekkende Prinsjesdag ooit, “Maar daarin sta ik vrijwel alleen”, aldus de oude koningin. Want, ja, wij hebben nu eenmaal behoefte aan de glans en het decorum van het vorstelijk hof. Koningin Juliana herstelde de bestaande Prinsjesdag-tradities in het eerste jaar van haar aantreden, 1948.

Afwijken van tradities

Maar ook koningin Juliana week af van de tradities, toen Den Haag in 1974 werd opgeschrikt door de gijzeling van de Franse ambassade door Japanse terroristen. Den Haag was een soort van belegerde stad geworden. Ook nu weer reed de Gouden Koets niet, en was de koningin gekleed in een eenvoudig mantelpak met hoed. Ook prins Bernard had afgezien van zijn rijkste militair tenue. Het werd toch een waardige ceremonie.

Over waardigheid gesproken: vlak voor het betreden van de trap naar de ingang van de Ridderzaal begroet het vaandel het staatshoofd. Doorgaans zeer plechtig beantwoordt de vorst dit gebaar door te neigen. Maar de plotselinge harde wind en regen op Prinsjesdag 1958 maakte dat het koninklijk gezelschap zeer rap de Gouden Koets verliet, snel boog of knikte en in snel tempo de trappen opvloog.

De koets

De rit naar de Grote Kerk met de hofauto met ere-escorte van motoren was imposant, maar niets haalt het bij de sprookjesachtige rijtoer met een galarijtuig, de paarden, het blinkende tuigage en de lakeien die aan de portieren meelopen. Al jaren maakt de koning gebruik van de Glazen Koets, het staatsierijtuig dat koning Willem I in 1826 in Brussel liet maken. Koningin Wilhelmina (die bij haar inhuldiging aanvankelijk het geschenk van de Gouden Koets niet wilde aannemen), wisselde de Gouden Koets graag af met de haar geliefde Glazen Koets. Maar koning Willem-Alexander had ook te paard naar de Grote Kerk kunnen komen, zoals koning Willem II dat placht te doen.

Geen sprookje

Maar niet alles verloopt zoals in een sprookje. Toen in 1963 de 3 prinsessen Beatrix, Irene en Margriet hun ouders in de rijtoer naar de Ridderzaal vooraf gingen in een open rijtuig, schrok Peter, 1 van de 4 paarden, zo hevig van iets dat hij op hol sloeg en het rijtuig met de prinsessen meenam in zijn vaart. Die tot stilstand kwam tegen een boom op het Lange Voorhout. Geen enkele tv-camera heeft deze opzienbarende gebeurtenis geregistreerd. Prinsjesdag werd toen pas recent op televisie uitgezonden en alle camera’s stonden opgesteld op het Binnenhof! Omstanders en fotografen konden navertellen dat de prinsessen met de schrik vrij kwamen, snel naar Paleis Lange Voorhout terugliepen en even later met hun ouders plaats namen in de Gouden Koets! Gelukkig is dit nooit uitgegroeid tot een jaarlijkse traditie…

Geef een reactie

Reactie

    oosterwijck says:

    Het wordt tijd dat die poppenkast met die koetsen en die belachelijke hoedenparade snel wordt afgeschaft. Dat hele gedoe met de koninklijke familie is onnodig en onrechtvaardig. Steeds vaker komen er berichten in de openbaarheid over heroine teelt op plantages van die familie in Indonesie, evenals het houden van slaven en handel in slaven en het onderdrukken van de bevolking in indonesie. Pas nog een documentaire over Brazilie gezien. En dan hebben we het nog niet over de buitenechtelijke escapades van de drie Willemen, de Hendrik en de Bernard. De Oranjes zijn aan de macht gekomen door moord en doodslag in tal van oorlogen en menen nu, generatie op generatie, een sprookjesleven te kunnen leiden uit de staatskas. Of anderszins, door de mindere goden uit die familie, met zeer goed betaalde erebaantjes en verzonnen baantjes te worden verwend. Zo verkopen kunst uit de staatscollectie (om een belastingschuld te betalen) aan de staat, sluiten een openbaar terrein op de Veluwe af voor publiek, om daar jagertje te spelen. En dan resteert nog de onrechtvaardige oorlog tegen het volk in Indonesie, die de onderdrukking zat waren, waarbij honderden duizenden slachtoffers zijn gevallen.