Koninklijke opening van vernieuwd Tapijtmuseum in Genemuiden op 11 september: duik in de wereld van tapijt
Publicatiedatum: 10 september 2025
Genemuiden wordt ook wel dé tapijtstad van Nederland genoemd. Al sinds de 18e eeuw worden er diverse soorten tapijten gemaakt. Eerst in de vorm van biezenmatten en tegenwoordig in de vorm zoals we ze nu kennen. Dit alles is te zien in het Tapijtmuseum. Het museum is helemaal gerestaureerd en vernieuwd en koningin Máxima komt het openen op 11 september 2025. In dit artikel duiken we in de geschiedenis van Genemuiden als tapijtenstad.
Het begin van tapijt: biezen
Aan de kust van de Zuiderzee, tussen Genemuiden en Kampen, groeien biezen. Dit is lange tijd de belangrijkste grondstof voor het maken van matten. De biezen worden geoogst en vervolgens gedroogd. Dit gebeurt overal, elk leeg stuk wordt benut. Zelfs tot de daken van huizen en schuren aan toe. In de winter worden er dan rolmatten van gemaakt.

Biezen die te drogen hangen.
De opkomst van kokosmatten als tapijt
In 1910 komt een andere soort biezenmat op de markt, deze worden vlecht- of naaimatten genoemd. De gedroogde biezen worden dan eerst tot strengen gevlochten en daarna aan elkaar genaaid tot lopers, wc-matten, karpetten of blokmatten. Niet veel later, rond 1914-1918, komen de kokosmatten op. Deze worden gebruikt als deurmatten. In 1925 komen er machines en de productie komt op gang. Al gaat dat niet zonder slag of stoot, vanwege een economische recessie in de jaren 30 en de daaropvolgende Tweede Wereldoorlog.

Kokosdraad
Zachte vloerbedekking is in opkomst
Rond de jaren 50 tot 60 komt de mogelijkheid om een breder tapijt te weven. Hierdoor kunnen kamerbrede kokos- of sisaltapijten gemaakt worden. En daarna wordt de vraag naar zachte vloerbedekking steeds groter. Dit is nylontapijt. Ook hier gaat de industrie in Genemuiden in mee en er komen tufting machines. In 1982 maken die 23 miljoen vierkante meter tapijt.

Het ontstaan van tapijtenstad Genemuiden
Door het meebewegen en meegroeien met de industrie, wordt Genemuiden dé plek voor tapijten. In 1993 worden de meeste tapijten voor Nederland hier gemaakt. 10 jaar later wordt er ongeveer 125 miljoen vierkante meter vloerbedekking gemaakt en gaan die de hele wereld over. Vandaag de dag wordt het overgrote deel van de tapijten nog steeds gemaakt in Genemuiden. Het zijn dan tapijten van nylon, polypropyleen of wol. En ook kunstgras voor in de tuin of op sportvelden wordt hier gemaakt.
Zien hoe tapijten geweven worden
In het museum wordt het oude vakmanschap levend gehouden in de werkplaatsen. Hier is te zien hoe tapijt vroeger geweven werd. Verschillende machines zijn hier te zien. Het is ook mogelijk om zelf achter een traditioneel weefgetouw te zitten en te ervaren. Daarnaast worden andere machines regelmatig in werking gezet, zodat u kunt zien hoe het destijds ging. Ervaren vrijwilligers geven dan demonstraties.
Het museum van toen naar nu
Het museum bestaat al sinds 1986, op dat moment is de eerste tentoonstelling te zien. Hier is zichtbaar hoe de ontwikkeling van vloerbedekking door de eeuwen heen veranderd is. Van de traditionele biezenmatten tot het moderne tapijt. In 1988 wordt het officieel een museum.
Het museum is nu helemaal gerestaureerd en vernieuwd. Koningin Máxima krijgt een rondleiding en spreekt met vrijwilligers en betrokkenen. Vanaf 12 september 2025 is het museum weer geopend voor publiek.
(Bron: Tapijt museum Genemuiden, Rijksoverheid, Ontdek Genemuiden, Canon van Nederland, Fabrieksverkoop. Hoofdfoto: ANP, overige foto’s: Adrie Oosterwijk/Shutterstock)





