DAF, 90 jaar automobielindustrie in Nederland
Publicatiedatum: 3 augustus 2018
De meest succesvolle auto-, vrachtwagen- en aanhangerfabrikant van Nederland, DAF, begint 90 jaar geleden met haar werkzaamheden. Het bedrijf heeft in de loop der tijd vele innovatieve uitvindingen gedaan, met als bekendste de auto met het ‘pientere pookje’ oftewel de ’truttenschudder met jarretelaandrijving’ zoals de DAF 600 variomatic in de volksmond is gaan heten. Hub en Wim van Doorne, 2 Limburgse broers, hebben met weinig een internationaal concern weten op te bouwen.
DAF kent in haar 90-jarig bestaan vele succesverhalen. De truckfabrikant heeft in de afgelopen decennia 5 keer de titel ‘Truck van het Jaar’ in de wacht weten te slepen, een titel die door een vakjury wordt uitgereikt aan de fabrikant van de beste vrachtwagen van dat moment. Het succes van het bedrijf is mede af te lezen aan het feit dat het in 2017 de miljoenste DAF vrachtwagen produceert. 60 jaar geleden presenteert DAF op de AutoRAI de DAF 600, de kleine auto met de automatische variomatic versnellingsbak. Maar weinigen zijn op de hoogte van het raceverleden van DAF: niet alleen met vrachtwagens tijdens de Dakarrally, maar ook op circuits in de Formule 3! Niet slecht voor een auto- en vrachtwagenbedrijf in een land dat slechts een kleine geschiedenis kent op het gebied van de automobielindustrie.
Het begin
Hub van Doorne wordt op 1 januari 1900 in America, Limburg geboren als oudste zoon van een dorpssmid. In de jaren 20 van de vorige eeuw is Hub van Doorne werkmeester in de machinefabriek van Sjef Mandigers in Eindhoven. Daar leert hij bierbrouwer Arnold Hendrik Huenges kennen die in het bezit is van Steams-Knight auto met een schuivenmotor. Niemand weet de kapotte motor aan de praat te krijgen behalve Hub van Doorne. Huenges is zo te spreken over de technische kwaliteiten van Van Doorne, dat, als Van Doorne zijn eigen bedrijf wil beginnen, Huenges hem een startkapitaal ter beschikking stelt van 10.000 gulden. Op 1 april 1928 opent de Hub van Doorne’s Machinefabriek en Constructiewerkplaats C.V. met 4 medewerkers haar deuren in een klein hoekje van de brouwerij in Eindhoven.
Het bedrijf richt zich op las-, constructie en smeedwerk van voornamelijk binnenvaartschepen in Eindhoven en het vervaardigen van balustrades, werkbanken en fietsenrekken. Van Doorne moet, ondanks een kwakkelende economie, vanwege het succes binnen één jaar uitbreiden waardoor er 32 mensen op de loonlijst staan. Ook Hubs jongere broer Wim komt als mede-leidinggevende bij het bedrijf werken: Hub is verantwoordelijk voor de technische aspecten terwijl Wim zich bezig houdt met de financiële kant van het bedrijf. Maar door die slechte economie worden de broers gedwongen om te zien naar andere activiteiten.
DAF
Ze besluiten aanhangwagens en opleggers te fabriceren. In 1932 veranderen ze daarom de naam van het bedrijf in Van Doorne’s Aanhangwagen Fabriek, oftewel DAF. Hub heeft altijd auto’s willen produceren, vandaar de strategische naam DAF: als het bedrijf in de toekomst besluit automobielen te gaan maken, kan de ‘A ‘ in DAF makkelijk worden veranderd van Aanhangwagen in Automobiel. DAF heeft inmiddels een groter pand betrokken in Eindhoven.
Al in 1931 vraagt het bedrijf zijn eerste octrooi aan op de uitvinding van een opleggerkoppeling die het mogelijk maakt tegelijk met het aankoppelen van de oplegger, de steunpoten van de oplegger omhoog te bewegen waardoor de chauffeur de cabine niet meer uit hoeft. In die tijd staat het elektrisch lassen van zware en dragende constructies aan het begin van de ontwikkeling. DAF vervaardigt chassis die volledig zijn gelast hetgeen resulteert in een lichte oplegger, de HD-oplegger. De oplegger heeft de opleggerkoppeling, een hydraulisch bedienbare voorsteun en de DAF pendelas. De HD-10 is een onverwoestbare oplegger en er zijn er honderden van gebouwd. Een andere bijzondere vinding presenteert DAF in 1936, namelijk de DAF-Losser, de voorloper van het containerafzetsysteem, die speciaal is ontwikkeld voor het laden en lossen van spoorwegcontainers.
DAF en het leger
Het Nederlandse leger beschikt in die tijd over weinig trucks. Samen met luitenant Piet van der Trappen ontwikkelt Hub van Doorne de TrapDo (Trappen-Doorne), een manier om civiele vrachtwagens om te bouwen tot voor het leger geschikte 6×4 voertuigen met een dubbel stel wielen met aandrijving door één speciale achteras. Het leger bestelt er 1200.
Aan het eind van de jaren 30 is de oorlogsdreiging groot. Samen met Van der Trappen ontwikkelt DAF een pantservoertuig waarvan er uiteindelijk 12 worden vervaardigd. Tevens ontwikkelt DAF een amfibievoertuig op basis van Citroënonderdelen uit de Citroën Traction Avant. Door het uitbreken van de oorlog is het voertuig nooit gebouwd en ook andere opdrachten voor het leger worden direct stopgezet.
De oorlog
Nog voor de capitulatie verzoeken Duitse officieren Wim van Doorne werkzaamheden uit te voeren voor het Duitse leger. Hij weigert, waardoor de fabriek op 27 mei 1940 door de Duitsers wordt gevorderd. DAF bouwt onderdelen voor Duitse legertrucks die niet blijken te voldoen of snel kapot gaan, waardoor het bedrijf wordt beschuldigd van sabotage. De onderdelen die kapot gaan, blijken echter te zijn geleverd door Duitse bedrijven. Tijdens de oorlog gaan de leveringen aan civiele bedrijven en het ontwikkelen van aanhangwagens gewoon door.
Precies een maand na de bevrijding van Eindhoven doen de Binnenlandse Strijdkrachten een inval bij DAF. Een oud-medewerker heeft een klacht ingediend: de gebroeders Van Doorne zouden de Duitse belangen hebben “voorgestaan en bevoordeeld”. De broers krijgen steun van Frits Philips die niets weet van onvaderlandslievend gedrag van de Van Doornes. Ook uit het onderzoeksrapport blijkt dat er van stelselmatige samenwerking geen sprake is. Later komt echter naar buiten dat DAF voor ongeveer 10 miljoen gulden aan oorlogsmateriaal voor de Duitsers heeft vervaardigd. Of de broers de opdrachten hadden kunnen weigeren, blijft de vraag.
Hub werkt tijdens de oorlog aan een éénpersoonsauto van slechts 75 centimeter breed. Hij ziet de ‘rijdende regenjas’ als vervanger van de fiets voor de armlastige Europeaan. De auto zou de naam ‘Dafke’ krijgen en te koop zijn voor 350 gulden. Er is er slechts één geproduceerd die Hub schenkt aan een clown die er in het circus allerlei kapriolen mee uitvoert. Tegenwoordig is ‘Dafke’ te bewonderen in het DAF-museum. Ook maakt Hub tijdens de oorlog ontwerpen voor vrachtwagens, trolleybussen en autobussen.
Na de oorlog is er voldoende werk vanwege de wederopbouw. DAF gaat vrachtwagens produceren, eerst met onderdelen van andere merken, maar meer en meer neemt het bedrijf de totale productie in eigen hand. Ook de werkzaamheden voor het Nederlandse leger wordt hervat. In 1948 verandert de naam in Van Doorne’s Automobiel Fabriek DAF N.V..
DAF 600, de auto met het ‘pientere pookje’
In de jaren 50 werkt Hub aan zijn droom om personenauto’s te fabriceren. De auto moet 4 personen kunnen vervoeren en krijgt een automatische versnellingsbak. Dit blijkt te duur, te zwaar en niet efficiënt, waardoor DAF een eigen traploze automaat met riemen, de variomatic genaamd, in eigen huis ontwikkelt. De auto heeft een 2-cilindermotor en produceert 22 pk. Hij haalt 90 km/u en sprint van 0 naar 80 (hij haalt namelijk geen 100) in 33 seconden. Bij de presentatie op de AutoRAI van 1958 is de auto nog niet productierijp. Desalniettemin is pers en publiek lovend over de auto en heeft DAF direct 4000 bestellingen. De DAF 600 gaat in 1959 in productie.
In de loop der jaren groeit het motorvermogen en het comfort in verschillende soorten en uitvoeringen. De laatste heet de DAF 66 die tot en met 1976 wordt gefabriceerd.
Imagoprobleem
De DAF-personenauto’s kampen vanaf het begin met een imagoprobleem. Door de DAF aan te passen zodat hij niet harder kan dan 25 km/u heeft men geen rijbewijs nodig om de auto te besturen. De auto wordt een kruipauto genoemd en het doet DAF geen goed. Vanwege het gemakkelijke gebruik schaft het GAK, tegenwoordig het UWV, de auto aan en krijgt de auto de naam GAK-DAF. Door de variomatic krijgt de auto eveneens de naam een wagen te zijn voor mensen die niet fatsoenlijk een auto kunnen besturen. De DAF wordt voornamelijk verkocht aan senioren en aan vrouwen, waardoor de auto ‘truttenschudder met jarretelaandrijving’ wordt genoemd.
Om van dat truttige imago af te komen besluit DAF te gaan racen. Reeds in 1960 heeft de Oostenrijker Rudi Hunger veel succes met de DAF 600, die vanwege de variomatic prima uit de voeten kan op ruig terrein, maar ook op ijs en sneeuw. Tot en met 1972 heeft DAF succes in de rallysport met Jan en Harry de Rooij. In 1965 verbaast DAF de racewereld door een Formule 3-auto in te zetten met een variomatic als versnellingsbak. In 1967 resulteert dit in de eerste overwinning met achter het stuur de jonge Gijs van Lennep. Eind 1968 trekt DAF de stekker uit het project. De variomatic is ook getest in een Formule 1-wagen, maar het systeem wordt door de FIA verboden. De DAF-trucks kennen vele successen tijdens de Parijs-Dakarrally’s.
Het bekende programma Te land, ter zee en in de lucht doet de DAF ook geen goed. Door de variomatic is de auto de enige die net zo snel vooruit als achteruit kan rijden, hetgeen hem uitermate geschikt maakt voor het onderdeel Achteruitrijden. Sterker nog: in z’n achteruit is hij sneller dan een Ferrari! Een groot aantal van deze DAFs wordt vlak voor de opnames van het programma gestolen om te worden ingezet in een achteruitrijrace. Onder het commentaar van André van Duin vinden veel DAFs hun Waterloo op de circuits van Zandvoort en Valkenswaard. Het maakt van de auto een lachwekkend wegwerpproduct.
DAF wordt overgenomen
In 1965 gaat Hub van Doorne met pensioen en in 1971 volgt zijn broer Wim. In de jaren 70 komt DAF in de problemen. Een onderzoeksbureau adviseert de personenauto en vrachtwagenproductie te splitsen. De personenautoafdeling komt in handen van Volvo, die de DAF 66 tot en met 1981 uitbrengt onder de naam Volvo. Voor de truckproductie wordt gekozen om een sterke partner te zoeken. Dat wordt International Harvester die in 1987 het bedrijf volledig overneemt. De overname legt DAF geen windeieren aangezien DAF in 1988 haar eerste ‘Truck van het Jaar’-titel in de wacht weet te slepen. Begin jaren 90 stort de vrachtwagenmarkt in, gaat DAF failliet en maakt een doorstart.
In 1996 komt DAF in handen van het Amerikaanse Paccar, één van de grootste truckfabrikanten ter wereld. Op 23 september 2017 rijdt de miljoenste Daf-truck de fabriek uit in Eindhoven en in 2018 behaalt de vrachtwagenbouwer voor de 5e keer de ‘Truck van het Jaar’-titel.
Ook al is het merk niet meer in Nederlandse handen, DAF zal voor altijd verbonden blijven aan de 2 Limburgse broers Hub en Wim van Doorne die de automobielindustrie in Nederland op de kaart hebben gezet.
(Bron: daf.com, daftruck.nl, racehistorie.nl, autoweek.nl, omroepbrabant.nl, volkskrant.nl, blomdsw.nl, rallydaf.nl, paul-wouters.nl, eindhovenfotos.nl, atw.nl, Wikipedia.)