grondsoort

Zo kunt u de grondsoort in uw tuin herkennen en verbeteren

De grondsoort en het bodemleven in uw tuin zijn erg bepalend tijdens het tuinieren. Naast de standplaats en het geven van water en voedsel is dit een belangrijke factor voor hoe succesvol de planten in uw tuin groeien. We vertellen hoe u de bodemsoort in uw tuin herkent en verbetert. 

Grondsoort herkennen

De meest voorkomende bodemsoorten van tuinen in Nederland bestaan uit zand, klei of veen. In Limburg is er ook kans op het zeer vruchtbare löss (ook wel leemgrond genoemd). Te herkennen aan de fijne structuur en gele tot oranje kleur. U kunt met een bodemtest (laten) testen welke grondsoort u in de tuin heeft, maar er ook een experiment voor uitvoeren. Dat kan op 2 manieren. Voor de 1e neemt u een handvol tuingrond. Meng dit met een beetje water en rol de grond uit tot de vorm van een worst. Als dit niet lukt en de tuingrond uit elkaar valt, dan bevat het veel zand of veen. Lukt het wel makkelijk, dan bevat de grond veel klei.

Voor de 2e methode graaft u op minstens 3 plekken in de tuin op zo’n 20 centimeter diepte wat aarde op. Haal grove delen als steentjes en plantenwortels eruit. Vul er dan tot een kwart een middelgrote doorzichtige pot met deksel mee en vul aan met schoon leidingwater. Laat voldoende ruimte over om goed te kunnen schudden en laat het dan een paar uur staan. Bekijk vervolgens hoe de substantie eruit ziet. In het geval van kleigrond zit er onderin de pot een klein laagje met grove deeltjes en daarboven een groot deel met fijne slibdeeltjes. Des te meer slibdeeltjes er zijn, hoe grover en zwaarder de kleigrond is. Zandgrond geeft onderin de pot veel grove delen en oogt luchtig. Er kan bovenop een kleine hoeveelheid slibdeeltjes drijven. Veengrond, ook wel bosgrond genaamd, bestaat voor het grootste deel uit organische materialen en is te herkennen aan zijn donkere, bijna zwarte kleur.

Het is ook mogelijk dat uw tuin een combinatie van grondsoorten bevat. Zo wordt een zandgrond bijvoorbeeld weleens bedekt met een laagje klei of veen. Ook komt er zavelgrond voor. Dit is een ideale bodemsoort voor tuinplanten. Het is een mengsel van klei- en zand grond, met zo’n 20 procent meer zand dan klei. Hierdoor is het goed doorlatend, rijk aan humus en goed te bewerken.

Eigenschappen van de verschillende bodems

Een zandbodem is arm, want die houdt moeilijk water en voedsel vast. Dat is positief voor tuinplanten die een goede drainage en arme bodem nodig hebben, maar andere planten doen het er slechter op. Zandgrond warmt snel op en voelt korrelig aan tussen de vingers. Een kleibodem kan beter vocht en voedsel vasthouden. Wel is de drainage in deze zware bodemsoort slechter en bevat het minder zuurstof voor de wortels. Het blijft lang koud, maar onder invloed van de zon kan het hard worden. Het voelt glad aan tussen de vingers en wordt plakkerig als het nat is. Een veenbodem laat slecht water en lucht door en is vrij zuur. Het is in droge toestand vaak stoffig. Het voelt vezelig aan tussen de vingers.

wateroverlast
Lees ook: 10 tips tegen wateroverlast in de tuin

De grondsoort verbeteren

Eigenlijk geldt voor alle bodemsoorten dat ze flink te verbeteren zijn met het toevoegen van organisch materiaal, zoals compost. Dat wordt door het bodemleven opgegeten en uitgepoept en daardoor ontstaat een rijke humuslaag. Die laag houdt goed vocht vast en zorgt voor een mooie structuur. Het is een uitdaging om aan een zandbodem voldoende organisch materiaal toe te voegen om de structuur te verbeteren, of zand aan een kleibodem, om de drainage echt goed te krijgen. Dat heeft meestal maar een tijdelijk effect en moet daarom verschillende malen herhaald worden. Is de bodem erg verdicht, dan moet u de bodem eerst 2 steken diep omspitten of losmaken met een woelvork. Doe dit alleen met de bovenste laag van de bodem, want dieper spitten werkt juist averechts. Dan gaat er juist zuurstof verloren en erger, u verstoort het bodemleven er teveel mee.

Kleibodem verbeteren

Zeker in het geval van een kleibodem kan eerst spitten van de bovenlaag de bodemstructuur bevorderen en meer zuurstof in de grond brengen. Wanneer u dit voor de winter doet, dan kan de vorst de grond verder uit elkaar breken. Bewerk zware kleigrond het liefst als de bodem niet te nat (erg plakkerig) of juist erg droog (en dus keihard) is. In de zomer de bovenlaag schoffelen zorgt voor meer zuurstof in de grond. Blijft de bodem langere periodes te nat, beloop het dan niet en breng drainagebuizen aan.

Zandbodem verbeteren

In het geval van een zandbodem is het zaak de tuingrond na het aanvullen van organische stoffen zoals compost goed vochtig te blijven houden. Omdat voedingsstoffen dan sneller wegspoelen, is het ook zaak te blijven bemesten met een organische meststof. Het aanbrengen van een dikke mulchlaag zorgt er ook voor dat het vocht beter in de bodem blijft. In een eerder artikel geven we voorbeelden van planten die tegen droogte kunnen en tips om de tuin droogte-resistenter te maken.

Veenbodem verbeteren

In het geval van veengrond is de bodem behoorlijk zuur. Dit is ideaal voor zuurminnende planten als rododendron, camelia en hortensia, maar minder voor planten die hier juist niet bij gedijen. Voeg dan op de plekken waar dit nodig is wat kalk toe volgens de dosering op de verpakking. En zorg voor een goede afwatering, omdat de grond anders snel sompig wordt. Daarvoor kunt u zo nodig ook op verschillende plekken in de tuin groeven of gaten maken. Planten die liever iets droger staan kunt u op een bergje of in een verhoogde plantenborder plaatsen.

(Bron: Buitenleven, MijnTuin.org, InfoNu.nl, Gardeners World, Florum, VT Wonen, De Tuinen van Appeltern, Tuinplant.nl. Foto’s: Shutterstock)

Geef een reactie

Reactie

    MaxHensbroek says:

    Was tot 23 werkzaam in tuinbouw, vanaf 6 jaar.Daarna vrijwel nooit meer