voetbalbroodjes

Voetbalbroodjes van Robèrt van Beckhoven

De voetbalbroodjes van Robèrt van Beckhoven zijn ideaal om tijdens een wedstrijd te eten. Beleg ze bijvoorbeeld met vlees en wat groente of iets anders naar smaak. We hebben 2 verschillende recepten voor u waaruit u kunt kiezen.  

Ingrediënten recept 1 (voor 12 stuks voetbalbroodjes)

• 400 g bloem (T65)
• 80 g Meesterlijke broodjesmix

Zelf toevoegen: 

• 30 g verse gist
• 20 g boter, op kamertemperatuur
• 8 g zout
• 270 g volle melk

Voor het eistrijksel:

• 1 ei
• scheutje koffiemelk
• snuf zout
• gesmolten boter om in te vetten en te bestrijken

Extra nodig:

• keukenmachine met bisschop
• schone theedoek
• plastic(folie)
• bakplaat
• bakpapier
• kwastje
• voetbalsteker

Bereidingswijze recept 1:

Doe de bloem, Meesterlijke broodjesmix, gist, boter en zout in de kom van de keukenmachine; zorg dat de gist en het zout niet direct met elkaar in aanraking komen. Zet de keukenmachine op lage snelheid aan om de ingrediënten alvast te mengen. Verwarm de melk tot lauwwarm lichaamstemperatuur). Voeg, terwijl de machine rustig blijft draaien, langzaam de melk toe aan de ingrediënten in de kom. Kneed alles tot een soepel deegje: eerst ca. 3 minuten op middelhoge snelheid, daarna nog 5-6 minuten op hogere snelheid.

Doe de deegtest: als u een stukje deeg zo dun kunt uitrekken dat u er bijna doorheen kunt kijken zonder dat het al te veel scheurt, is het goed. Anders moet u nog even door kneden. Bestuif uw werkbank licht met bloem. Verdeel het deeg in 12 stukjes van ca. 65 g en bol op (zie tip). Leg de deegbolletjes op een schone theedoek, dek losjes af met plastic en laat 10-15 minuten rusten op een warm plekje. Klop ondertussen in een kommetje het ei los met een scheutje koffiemelk en een snuf zout. Zet apart tot gebruik. Vet de bakplaat licht in met boter en bekleed met bakpapier; het bakpapier blijft goed zitten dankzij de boter.

Heeft u een oven met rijsstand? Zet hem dan alvast aan. Bol de deegbolletjes nogmaals op en leg ze in 4 rijen van 3 ‘in verband’ op de bakplaat. Bestrijk de bolletjes 1 voor 1 lichtjes met het eistrijksel. Klaar? Begin dan weer bij het eerste bolletje en bestrijk ze allemaal nogmaals met ei (zie tip). Leg de voetbalsteker netjes in het midden op de deegbolletjes en druk stevig aan, maar ga er niet helemaal doorheen. Wees niet te voorzichtig, anders blijft het patroon niet zichtbaar na het rijzen. Laat de bolletjes op een warm plekje of in de oven met rijsstand mooi vol rijzen, tot ze ongeveer in volume verdubbeld zijn; ca. 60-90 minuten. Verwarm de laatste 15 minuten van de rijstijd de oven voor op 230 C boven- en onderwarmte. Heeft u de broodjes in de oven laten rijzen? Neem ze dan uit de oven en laat op een warm plekje verder rijzen.

Bak de broodjes in ca. 9-10 minuten gaar in de oven. Laat afkoelen. Bestrijk de voetbalbroodjes als ze nog warm zijn met een beetje gesmolten boter voor een mooie glans.

Ingrediënten recept 2 (voor 15 stuks witte bolletjes):

  • 500 g tarwebloem
  • 25 g ei
  • 10 g zout
  • 20 g boter
  • 20 g margarine
  • 5 g basterdsuiker
  • 30 g gist
  • 280 g melk
  • losgeklopt ei voor het afstrijken

Extra nodig:

bakplaat, ingevet
kwastje

Bereidingswijze recept 2:

Kneed van alle ingrediënten een soepel deeg. Verdeel het deeg in 15 stukjes van 60 g, bol goed op en laat 20 minuten rijzen. Druk de lucht uit de bolletjes (ontgassen), bol ze weer op en laat 30 minuten rijzen op de bakplaat, met een onderlinge tussenruimte van ca. 5 cm. Druk elk bolletje een beetje plat, strijk af met ei en laat 55 minuten na rijzen. Bakken op 240 °C, 8-10 minuten.

Kneden: met de machine of de hand?

Heeft u geen keukenmachine? U kunt ook een handmixer met deeghaken gebruiken. Of uw spierballen aan het werk zetten en het deeg met de hand
kneden. U zult dan misschien wel iets langer moeten kneden voor het gewenste resultaat.

Opbollen

Opbollen betekent dat u het deeg op spanning brengt door het tot een bolletje te vormen. Zo helpt u het deeg netjes te rijzen.

Tip: broodje ei

Weggooien is zonde! Bewaar het resterende eistrijksel in de koelkast en bak er een omeletje van als de broodjes klaar zijn.

(Bron: Robert van Beckhoven, de foto is ter indicatie)

Geef een reactie