Marikenbrood

Ingrediënten:

  • 275 gram bloem
  • 20 gram verse gist
  • 20 gram melkpoeder
  • 20 gram suiker
  • 20 gram roomboter
  • 5 gram zout
  • 170 milliliter water
  • 240 gram rozijnen
  • 60 gram krenten
  • 250 gram amandelspijs
  • 400 gram banketbakkersroom = 280 milliliter water en 120 gram banketbakkerspoeder
  • 20 stuks mandarijn partjes
  • 40 kaneelsuiker
  • boter, gesmolten (om het gebakken product mee in te smeren)
  • poedersuiker

Bereiding:

Verwarm de over voor op 200 graden.

Meng de bloem, gist, melkpoeder, suiker, roomboter, het zout en het water door elkaar. Kneed het deeg met de hand of in een keukenmachine.

Meng de rozijnen en krenten er vervolgens doorheen. Zorg dat de rozijnen en krenten goed in het deeg zitten. Als ze aan de buitenkant blijven zitten, heeft u kans dat ze in de oven zwart en hard worden.

Verdeel het deeg in 4 stukken en maak hier vier bollen van. Laat de deegstukjes zo’n 20 minuten rijzen.

Kneed het amandelspijs en rol dit rond uit.

Rol het deeg, dat is gerezen, uit over een met bloem bestoven aanrecht en leg het deegstuk in de bakvorm en daarna het plakje spijs er plat bovenop.

Spuit op de spijs de banketbakkersroom. Leg er 10 mandarijnpartjes op en strooi er als laatste de kaneelsuiker over heen.  Leg daar bovenop de tweede deegplak.

Laat dit deeg weer 60 minuten rusten.

Bak het brood 35 minuten in de voorverwarmde oven op 200 graden.

Laat ondertussen een beetje boter voor het afstrijken smelten in een pannetje.

Haal het brood uit de oven en bestrijk het vervolgens royaal met gesmolten boter en bestrooi het geheel tot slot met decoratiesneeuw/poedersuiker.

(Bron: René van Brueren)

Geef een reactie