Historische waarde kleding koninklijk huis

Josine Droogendijk: ‘de koninklijke kledingkast gaat vaker open’

Kleding zegt veel over iemands persoonlijkheid. Juist daarom is prinses Beatrix altijd erg terughoudend geweest met het uitlenen van haar jurken en mantelpakken. Het moest gaan om de inhoud en niet om haar uiterlijkheid, zo vond ze.  Maar nu de ene na de andere kledingexpositie een ware hit blijkt te zijn, verlegt de oud-vorstin haar grenzen.

Huisarchief

In de tuin van Noordeinde, aan de westkant van het paleis, staat een statig gebouw met Toscaanse muurzuilen en Frans beeldhouwwerk. Qua uitstraling zou het pand zomaar het onderkomen van een vorst of prins(es) kunnen zijn, maar de letters op de gevelsteen maken wel duidelijk wat de échte functie is: Huisarchief en bibliotheek. Alles wat voor de familie Van Oranje en/of de Nederlandse geschiedenis belangrijk is, wordt hier zorgvuldig bewaard. Denk aan meubels, schilderijen, boeken, bonnetjes en ga zo maar door. Kleding is er eveneens te vinden, maar van een overvol depot is helaas geen sprake.

In rook opgegaan

Grote tijd werden uiterlijkheden aan het Nederlandse hof gezien als een verplichting en/of futiliteit. Ja, de jurken en mantelpakken vormden weliswaar wel een belangrijk onderdeel van de presentatie van het koningschap, maar de historische waarde werd compleet over het hoofd gezien. Zonde, want kleding vertelt veel over de persoon in kwestie, de tijd waarin het gedragen wordt en de gebruiken aan het hof. Met het weggeven, verbranden en recyclen van al het moois is dus ook een prachtig deel van de Oranjegeschiedenis in rook op gegaan.

Onderbroeken

Toch begrijp ik de terughoudendheid van de Oranjes ergens ook wel. Uiterlijkheden kunnen de inhoud soms flink overschreeuwen, en daarnaast zit kleding ook nog eens dicht op de huid. Een expositie over koninklijke couture kan dus zomaar schuren met de privacy. Zo werd er onlangs een onderbroek tentoongesteld van de o zo kuise koningin Victoria (1819-1901). Het is maar goed dat ze hier nooit iets van heeft geweten. Gelukkig hoeft prinses Beatrix voor dergelijke taferelen niet zo bang te zijn. Al haar intieme afdankertjes worden zorgvuldig verbrand bij Kasteel Drakensteyn.

Historische waarde

Wat we tegenwoordig wel op een expositie kunnen aantreffen is haar staatskleding. Tot 2013 moest ze daar nog niets van weten, alleen haar trouwjurk en inhuldigingsjurk kregen we af en toe te zien. Blijkbaar hebben de succesvolle kledingexposities van Paleis Het Loo en de buitenlandse hoven haar overtuigd van de historische waarde van haar garderobe. In de rustige coronatijd heeft de prinses dan ook haar kledingkamer flink uitgemest en alle topstukken ondergebracht bij het Koninklijk Huisarchief. Nu al plukken we daar de vruchten van. In het Fries Museum is er tot 18 juli 2021 een galajurk uit 1966 te zien en op de expositie over de gouden koets prijkt Beatrix’ rood-gouden robe van Prinsjesdag 1988.

Britse openheid

Dat belooft veel goeds voor de toekomst, maar ik heb ook nog wel een kanttekening. Om haar privéleven te behoeden wil prinses Beatrix namelijk niet al te veel informatie op de bijbehorende bordjes. Het is een kwestie van kijken en genieten, maar meer ook niet. Het leren en informeren schiet er daardoor wel bij in. Dat vind ik jammer, want juist het verhaal achter mode inspireert en fascineert.

Bij de buitenlandse hoven kiezen ze gelukkig voor meer openheid. Angela Kelly, de kleedster van de Britse Queen, mocht bijvoorbeeld 2 dikke boekwerken schrijven over het voorkomen van haar bazin en op de exposities in de Britse paleizen word je door de bordjes doorgaans flink bijgepraat. Daarom vind ik de huidige expositie op Kensington Palace, Royal Style in the Making, ook zo’n enorme aanrader. Aan de hand van de historische mantelpakken en jurken stap je zo de wereld van de Britse royals binnen en leer je tegelijkertijd ook meer over de tijdperken waarin ze leven en hebben geleefd. Dat lijkt me ook een mooi streven voor prinses Beatrix.

Snuffelen op zolder

In Denemarken kunnen ze een goede kledingexpositie op z’n tijd overigens ook wel waarderen. Koningin Margrethe weet dat haar jurken en tiara’s het sprookje van de monarchie in leven houden en het gezeul en gedoe in haar kledingkast neemt ze daarom gewoon maar voor lief. Bij een van de laatste exposities mochten de bezoekers zelfs een kijkje nemen op haar zolder, waar de belangrijkste outfits keurig in doorzichtige hoezen worden bewaard. Dat vind ik als royaltywatcher toch wel een heel mooi inkijkje.

Wie weet krijgen we in Nederland ook nog wel zo’n kans. Alleen moeten we bij Paleis Noordeinde niet de zolder op, maar het Koninklijk Huisarchief of de paleiskelder in. Op deze plekken wordt de koninklijke kleding die er wél is namelijk zorgvuldig bewaard tussen knisperend vloeipapier. Ik heb me laten vertellen dat de grijze hakenkruismantel van Máxima er inmiddels ook te vinden is. Slim, die heeft z’n portie wel gehad.

Máxima’s parfum

Omdat onze mooie koningin inmiddels meer dan 20 jaar dezelfde kleding- en schoenmaat heeft, moet ze bij het uitlenen van al haar moois wel goed nadenken over het waar en wanneer. Zo zocht ze in 2011 geruime tijd naar haar rode pumps van Natan, die gewoon in een vitrine van Paleis Het Loo bleken te staan. Bij een expositie van het Centraal Museum in Utrecht (voorjaar 2018) ging het gelukkig wel goed. Voor aanvang liet Jolanda, haar kleedster, al weten dat Máxima één van de uitgeleende jurken wel even terug moest hebben voor een koninklijk verjaardagsfeest in de vierde week van mei. Ruim op tijd kon het museum een bordje met een korte verklaring regelen, want de bezoekers van die week keken natuurlijk wel even flink op hun neus toen de plek leeg bleek te zijn. De mazzelaars die begin juni langskwamen hadden juist veel geluk. De jurk in kwestie stond er weer en met een scherpe neus kon je Máxima’s parfum nog ruiken.

Geef een reactie