Dick Bruna en Nijntje

Nijntje 65 jaar

Op 21 juni 2020 blaast Nijntje 65 kaarsjes uit. Het wereldberoemde konijn is het geesteskind van de Nederlandse tekenaar Dick Bruna. Over de hele wereld genieten miljoenen peuters en kleuters dagelijks van de avonturen van Nijntje en spelen zij met speelgoed gebaseerd op het getekende konijn.

Dick Bruna heeft vele boeken op zijn naam staan, maar Nijntje is veruit de populairste creatie van de tekenaar. Hij heeft meer dan 30 boekjes geschreven, die in meer dan 50 talen zijn vertaald, met Nijntje in de hoofdrol. Wereldwijd heeft Dick Bruna meer dan 85 miljoen boeken verkocht. Kinderen met verschillende achtergronden herkennen Nijntje direct en ze geeft hen een warm en betrouwbaar gevoel. Nijntje is een ongecompliceerd konijn met menselijke trekjes, ze is positief en staat altijd klaar voor nieuwe avonturen. Nijntje verschijnt in boekvorm, ze speelt in musicals en in televisieseries. Ze is er als pluchebeest en staat op mokken, borden en andere artikelen speciaal gemaakt voor kinderen. In Utrecht bestaat zelfs het Nijntjepleintje, waar ook een beeld van haar staat dat is gemaakt door Marc Bruna, een zoon van Dick Bruna. Tevens is een aantal verkeerslichten in Utrecht getooid met de wereldberoemde langoor.

Nijntje Pleintje Nijntje stoplicht

Dick Bruna

Dick Bruna is de bedenker van Nijntje. Hij wordt op 23 augustus 1927 geboren als Hendrik Magdalenus Bruna. Zijn vader is de uitgever Albert Willem Bruna en zijn moeder Johanna Clara Charlotte Erbrink. Dick heeft een broer genaamd Frits, die in 1931 wordt geboren. Dick heet aanvankelijk Henk, maar omdat hij in zijn jeugd tamelijk gezet is, noemt zijn moeder hem Dikkie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zit het gezin in 1943 enige tijd ondergedoken in Loosdrecht, omdat vader Bruna niet wil worden ingezet om voor de Duitsers te werken. Dick kan in die periode niet naar school en moet zichzelf bezighouden. Hij begint daarom met het tekenen en schilderen van de natuur om hem heen. Op het onderduikadres van de familie Bruna komen geregeld ontwerpers en illustratoren langs, die voor de uitgeverij van zijn vader werken. Soms krijgt hij les van één van die tekenaars, zoals van Rein Van Looy. Hij is de illustrator en boekbandontwerper van onder andere Pinkeltje en De Grote Tovenaar van Oz.

Na de oorlog breekt Dick zijn opleiding aan het lyceum af. Hij ontwerpt zijn eerste boekomslag in 1946 voor het boek Anne-Marie van Arnold Clerx. Dick werkt een jaar voor boekhandel Broese in Utrecht. Zijn vader stuurt hem vervolgens op stage naar verschillende uitgevers in Europa, om het vak van uitgever te leren. Eerst loopt hij stage bij kioskenbedrijf W.H. Smith en daarna in Parijs bij uitgeverij Plon. Hij raakt ervan overtuigd dat hij niet geschikt is voor het vak van uitgever. Hij tekent veel stadsgezichten en gaat met ezel en doek bij een brug of een straat staan en tekent realistisch na wat hij ziet. Dan raakt hij in Parijs geïnspireerd door kunstenaars als Braque, Picasso, Matisse en Léger. Hij is onder de indruk van het kleurgebruik, het gebrek aan perspectief, de techniek en de eenvoud van het werk, hetgeen hij introduceert in zijn eigen werk.

Kunstenaar

Dick Bruna wil kunstenaar worden. Terug in Nederland gaat hij daarom naar de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam. Hij voelt zich daar niet thuis en stopt voortijdig met de opleiding.

Dick leert zichzelf het vak van ontwerper. Zijn eerste werk is het ontwerpen van omslagen voor de Zwarte Beertjes detectivereeks. Hij is verliefd geworden, maar de vader van zijn geliefde wil zijn dochter alleen maar weggeven als Dick een vaste aanstelling heeft. Daarom treedt hij alsnog in dienst als hij vormgever bij de uitgeverij van zijn vader. In 1953 trouwt hij met Irene de Jongh. Het paar krijgt 3 kinderen.

Tussen 1952 en 1972 ontwerpt Dick Bruna ongeveer 1.800 boekomslagen. Veel van die omslagen belanden op de voorkant van de Zwarte Beertjesreeks, voor de Nederlandse schrijver Havank, voor de Maigretserie van Georges Simenon, voor de Saint van Leslie Charteris, OSS 117 van Jean Bruce en James Bond van Ian Flemming. Tevens maakt hij affiches en ontwerpen, zowel voor de uitgeverij als voor andere instellingen en goede doelen zoals voor de stad Utrecht, Het Groene Kruis, Amnesty International, UNICEF, het Aidsfonds, Stichting Kinderpostzegels en Veilig Verkeer Nederland. Vanaf 1953 maakt hij prentenboeken waarvan er meer dan 120 zijn verschenen.

boekomslagen

Complimenten

Voor de Franstalige Belgische schrijver Georges Simenon ontwerpt Dick Bruna eveneens boekomslagen voor diens creatie De Schaduw. Simenon vertelt Dick Bruna dat de Spaanse kunstenaar Pablo Picasso ooit 1 van zijn omslagen heeft gezien. Picasso, één van de grootste kunstenaars uit de geschiedenis, vindt de omslag zo goed en effectief, omdat die eruit ziet als een poster. Dit vindt Dick Bruna het grootste compliment dat hij ooit heeft gekregen.

Een ander groot compliment krijgt hij van de Nederlandse kunstenaar Gerrit Rietveld. Rietveld komt regelmatig langs op de uitgeverij. Als Dick Bruna bezig is met het ontwerpen van een boekomslag voor De Saint van Leslie Charteris, komt Rietveld achter hem staan. Hij wijst naar de figuur die Dick Bruna van De Saint heeft gemaakt en zegt: ”Da’s een mooi vormpje, jongen”.

In 2011 geeft Dick Bruna zijn werk lange tijd in bruikleen aan het Rijksmuseum in Amsterdam. In 2015 wordt in hetzelfde Rijksmuseum de tentoonstelling Dick Bruna: Kunstenaar geopend ter gelegenheid van de 60e verjaardag van Nijntje.

Kunstenaar in het Rijksmuseum

Dick Bruna heeft altijd een bijzondere band gehad met zijn geboortestad Utrecht. Hij ontvangt in 2007 de Gouden Stadspenning van de stad Utrecht. In Leidsche Rijn in Utrecht is een singel genoemd naar Dick Bruna.

Dick Bruna is meerdere malen onderscheiden en er zijn veel tentoonstellingen aan zijn werk gewijd. In 2006 wordt als onderdeel van het Centraal Museum in Utrecht het Dick Bruna Huis geopend, wat in 2016 wordt omgedoopt tot het Nijntjemuseum. Een speciaal museum voor peuters en kleuters. Er is een overzicht te zien van zijn werk en hij geeft meer dan 7.000 objecten in bruikleen. In 2015 krijgt het hele atelier van Dick Bruna een plaats op de zolder van het museum. Daar staat ook zijn fiets, waarop hij tot op hoge leeftijd dagelijks van huis naar zijn atelier heen en weer fietst.

Nijntje museum

Want Dick Bruna fietst graag door zijn geliefde Utrecht, waar iedereen hem zomaar op een gracht had kunnen tegenkomen. “Geluk is voor mij voor dag en dauw op de fiets op weg naar mijn atelier”, heeft hij eens gezegd. Hij ziet er niet uit als een kunstenaar, maar meer als een vriendelijke opa met een grote witte snor en een twinkeling in zijn ogen, echt zoals de geestelijk vader van Nijntje eruit hoort te zien.

Fiets Dick Bruna

In 2014 stopt Dick Bruna met tekenen. In 2011 verschijnt de laatste Nijntje. Het zal ook de allerlaatste zijn, want de tekenrechten van het konijn worden niet overgedragen aan een opvolger. Dick Bruna overlijdt op 16 februari 2017. Hij is 89 jaar geworden.

De ‘geboorte’ van Nijntje

Dick Bruna’s eerste kinderboek is getiteld De Appel en verschijnt in 1953. Het gaat over een bedroefde appel, die vanaf de grond niet kan zien wat de mensen doen. Een aardige kerktorenhaan neemt de appel mee voor een vlucht over de daken van de huizen, zodat die kan zien wat de mensen uitvoeren.

Dick Bruna is echter het meest beroemd geworden om de verhaaltjes over het konijntje Nijntje. Op 21 juni 1955 wordt Nijntje ‘geboren’. De familie Bruna is op vakantie in Egmond aan Zee. Vlak voor het slapengaan vertelt vader Dick een verhaaltje aan zijn oudste zoon Sierk. Het gaat over een wit konijntje, dat in de tuin van het vakantiehuisje rondloopt. Het verhaal over dat konijn vormt de inspiratiebron voor Nijntje. Dick Bruna begint wat te tekenen en zo ontstaat Nijntje op papier. Hij vindt het leuker om een jurkje dan een broekje te tekenen en daarom maakt hij van Nijntje een meisje.

Nijntje is nu 65 jaar en heeft in haar bestaan een aantal gedaantewisselingen ondergaan. In haar eerste jaren lijkt Nijntje op een stoffen speelgoeddier met wat lompe oren. Vanaf 1963 verschijnen de boekjes van Nijntje in het vierkante formaat. Ze begint ook meer op de Nijn te lijken die we nu kennen: ze kijkt met haar zwarte ogen de lezertjes eigenwijs aan, heeft strakke, puntige oren en bolle wangen. Vanaf Nijntjes Droom uit 1979 maakt Dick Bruna haar oren en haar gezicht weer wat ronder. Haar lijf wordt in de loop der tijd wat ronder en molliger zoals in Nijntje in de Tent uit 1995. Vanaf 2001 ziet ze er meer uit als een peuter en verandert de verhouding tussen haar hoofd en haar lijf iets, zoals te zien is in Het Spook Nijntje. Met de geboorte van een baby in Kleine Pluis uit 2003 is Nijntje te zien als grote zus en heeft ze wat weg van een kleuterkonijn.

De boekjes van Nijntje zijn in veel talen vertaald. In andere talen dan in het Nederlands is de naam Nijntje onuitspreekbaar. Daarom heet ze vaak Miffy in andere landen en in oudere Duitse boekjes wordt ze Ninchen genoemd. Ze is ook vertaald in het Haags, Gronings, Achterhoeks, Utrechts, Twents en Papiaments.

Miffy

De ‘bibber’ van Nijntje

De vraag waarom Nijntje zo aanspreekt bij peuters en kleuters van over de hele wereld is voer voor speculatie. De kracht van de eenvoud is natuurlijk bepalend voor Nijntje, evenals het gebruik van primaire kleuren. Dick Bruna streeft ernaar om alleen de eenvoudigste lijnen te tekenen, zodat alleen de essentie overblijft. Nijntje kijkt de lezertjes recht in de ogen, ook al vangt ze een bal of zit ze op een fiets. Alleen als het konijn van achteren is getekend, kijkt ze de lezertjes niet in de ogen. De lijnen waarmee Nijntje zijn getekend zijn rafelig. Volgens Dick Bruna moeten ze een bepaalde ‘bibber’ hebben. “Het gaat om een bepaalde bibber (…) Een goede lijn heeft een goede bibber. Maar die goede bibber vind ik wel het allermoeilijkste. In die bibber zit de tekenaar verborgen.” De boekjes zijn in klein formaat gedrukt, zodat de lezertjes het gevoel hebben dat de boekjes speciaal voor hen zijn gemaakt. Zijn tekeningen zijn bijna pictogrammen te noemen en zijn dus voor kinderen met verschillende achtergronden direct herkenbaar. Een appel is overal een appel en een hond is overal een hond. Als Nijntje een traan in haar ogen heeft, weet ieder kind dat ze verdrietig is. Een kleine verandering aan Nijntje maakt de lezertjes duidelijk of ze vrolijk, verdrietig of nieuwsgierig is. Dat is de zeggingskracht van het figuurtje Nijntje.

Dick Bruna

Dick Bruna heeft laten zien hoe je met een paar eenvoudige lijnen een voor iedereen direct herkenbaar beeld kan oproepen. Hij creëert meer met minder. Met zijn kinderboekjes en vooral die over Nijntje, weet Dick Bruna de fantasie van kinderen aan te spreken van waaruit ze zelfstandig op onderzoek en avontuur kunnen gaan.

(Bron: Lomography.nl, NOS.nl, RTVUtrecht.nl, NRC.nl, Nijntje.nl, Nijntjemuseum.nl, Centraalmuseum.nl, DBNL.org, Wikipedia, ANP)

Geef een reactie

Reacties (2)

    Talenliefhebber says:

    Zo leuk dat Nijntje in zoveel talen verscheen. Ik ben lerares Moderne Talen… Ik vroeg me af of ik een mooie foto kan krijgen van de kaften van Dick Bruna’s boekjes om zo de overeenkomsten en de verschillen tussen de gekende talen en minder vertrouwde talen te onderzoeken met mijn leerlingen. Ik vermoed dat de leerlingen dit een geweldige opdracht zouden vinden. Alvast bedankt!

      MAX Vandaag says:

      Beste Talenliefhebber, bedankt voor uw reactie. Wat een leuk idee voor uw leerlingen. Wellicht dat zij u daar bij het Nijntje Museum aan kunnen helpen.