Duur 00:00
Gepubliceerd op 26 november 1945

Hannie Schaft, het gezicht van het Nederlandse verzet

Elk jaar op de laatste zondag in november wordt in Haarlem de Nationale Hannie Schaft Herdenking gehouden, een eerbetoon aan de verzetsvrouw met het rode haar. Hannie Schaft groeit na de oorlog uit van heldin van het communistisch verzet naar heldin van alle Nederlanders. Het meisje met het rode haar met haar sterke rechtvaardigheidsgevoel is slechts 24 jaar geworden.

Tijdens de oorlog komen veel Nederlanders in verzet tegen het onrecht dat de nazi’s Joodse Nederlanders aandoen. Ook vrouwen verzetten zich tegen de Duitsers, zij het in de meeste gevallen niet gewapend. Er zijn uitzonderingen van vrouwen die hun rechtvaardigheidsgevoel stellen boven de angst voor het verlies van eigen leven. Vrouwen als Truus en Freddie Oversteegen en Hannie Schaft.

Hannie wordt geboren als Jo

Jannetje Johanna Schaft, roepnaam Jo, wordt op 16 september 1920 geboren in Haarlem. Ze heeft knalrood haar. Vader en moeder zijn socialisten en Jo groeit op in een omgeving waarin rechtvaardigheid en sociale vooruitgang belangrijke thema’s zijn. Ze krijgt een beschermde opvoeding als haar 5 jaar oudere zuster in 1927 komt te overlijden aan difterie. Ze gaat naar de HBS en is een wat teruggetrokken leerlinge die zeer is geïnteresseerd in boeken en hoge cijfers haalt. In 1938 gaat ze in Amsterdam rechten studeren. Aan de universiteit zijn haar beste vriendinnen van Joodse afkomst, namelijk Philine Polak en Sonja Frenk. Jo wordt lid van de studentenvereniging AVSV, de vrouwenstudentenvereniging van de Universiteit van Amsterdam, en richt met 2 studenten een nieuw dispuut op onder de naam Gemma.

In september 1939 vallen de Duitsers Polen binnen. Via het Rode Kruis stuurt Jo pakjes naar gevangen Poolse officieren. Ook haalt ze geld op voor Spaanse vluchtelingen voor de Spaanse burgeroorlog. In het najaar van 1940, als Nederland is bezet door de Duitsers, beginnen de maatregelen tegen Joden. Zo mogen Joodse studenten geen lid meer zijn van een studentenvereniging waardoor de meeste verenigingen, waaronder de AVSV, hun activiteiten staken. Het Gemma-dispuut blijft wel actief.

Eerste verzetsdaden

In de lente van 1942 verplichten de Duitsers Joden van het dragen van de Davidsster. Joden mogen niet meer fietsen of reizen met het openbaar vervoer en mogen ’s avonds en ’s nachts niet meer naar buiten. Jo’s eerste verzetshandelingen zijn daarom het stelen van persoonsbewijzen van leeftijdgenoten uit zwembaden voor haar vriendinnen Philine en Sonja. Studiegenote Erna Kropveld vervalst de persoonsbewijzen. Op eigen initiatief en op verzoek van Erna steelt Jo nog meer persoonsbewijzen uit zwembaden, concertzalen, schouwburgen en cafés. Als in Amsterdam grote razzia’s op Joden worden gehouden, vinden Jo en een aantal medestudenten onderduikadressen voor Philine en Sonja. Begin 1943 moeten studenten een loyaliteitsverklaring ondertekenen waarin ze onder andere verklaren geen verzet te plegen. Het Gemma-dispuut weigert de verklaring te ondertekenen, evenals ongeveer 85 procent van de studenten in Nederland. Daardoor kunnen studenten die geen loyaliteitsverklaring hebben afgelegd, alleen nog clandestien college volgen. Vermoedelijk heeft Jo haar studie zo afgerond in de restauratie van het Centraal Station in Amsterdam. Philine en Sonja trekken bij Jo’s ouders in Haarlem in.

Na de aanslagen op WA-man Hendrik Bannink en een Duitse onderofficier in Haarlem worden uit represaille 100 mensen op transport gezet naar kamp Vught en 10 gijzelaars geëxecuteerd. De Raad van Verzet, een koepelorganisatie van het verzet die nauwe banden heeft met de CPN, roept op tot een staking wat een zeer agressieve reactie bij de bezetter uitlokt: meer dan 100 mensen verliezen het leven en ongeveer 1000 mensen gaan op transport naar Vught. Door deze en andere gebeurtenissen zoekt Jo in de zomer van 1943 contact met het verzet. Ze wordt lid van de CPN en is onderdeel van een communistische verzetsgroep die vooral vanuit de Zaanstreek opereert.

Jo werkt vaak samen met de gezusters Truus en Freddie Oversteegen. Ze verschaffen informatie over Duitse verdedigingswerken, vervoeren illegale kranten en wapens, brengen onderduikers naar onderduikadressen en zorgen voor persoonsbewijzen. Ze papt samen met Freddie en Truus met Duitsers aan in het zwembad van Overveen om informatie los te krijgen. Ze stelen 2 revolvers en plegen aanslagen op verraders. Voor die aanslagen verkleedt Truus zich regelmatig als man, zodat ze zich kunnen voordoen als stelletje. Jo staat op de uitkijk tijdens de aanslag op de elektriciteitscentrale in Velsen-Noord, smokkelt munitiekisten en brengt de verdedigingslinie aan de kust in kaart. Ze kan overal komen met haar vervalste Ausweis en spreekt zeer goed Duits.

Hannie Schaft

Het vermommingsbrilletje van Hannie Schaft.

De aanslag op Willem Marinus Ragut

Jo komt in contact met de communistische verzetsman Jan Bonekamp, voor wie zij wellicht gevoelens ontwikkelt: hij blijkt later een foto van Jo in zijn portemonnee te hebben. Jan Bonekamp geeft Jo schietlessen en wapeninstructies. Hij wordt door de Duitsers gezocht en heeft daarom vrouw en kind verlaten om zich volledig op het verzetswerk te richten. Hij blaast spoorlijnen op en pleegt aanslagen, vaak samen met Jo. Eind mei 1944 krijgen de 2 de opdracht om de Zaanse politiechef Willem Marinus Ragut om te brengen, die door Truus Oversteegen wordt omschreven als een “echte, wrede nazi”. Jo schiet Ragut als eerste neer en vlucht op de fiets. Jan Bonekamp wil Ragut een genadeschot geven, maar die schiet hem in zijn buik. Ragut sterft ter plekke. Jan Bonekamp strompelt naar een woning van 2 oude dames die de politie waarschuwen en die waarschuwen vervolgens de Sicherheidsdienst. In het ziekenhuis geven de Duitsers hem injecties met stimulerende middelen om hem zo enige adressen te ontfutselen, waaronder dat van Jo. Kort daarop sterft hij op 30-jarige leeftijd.

Jo duikt onder. Ze kan het verlies van haar vriend Jan niet verwerken. De Duitsers gaan op zoek naar haar, het meisje met het rode haar, en nemen haar ouders in gijzeling. De Duitsers denken dat ze zich daarom wel zal aangeven, hetgeen Jo ook wil doen. Freddie en Truus weten Jo te overtuigen om dat niet te doen, omdat er geen zekerheid bestaat dat haar ouders dan op vrije voeten zullen worden gesteld. Na een paar weken laten de Duitsers haar ouders vrij en kan Jo ze nog slechts sporadisch bezoeken.

Jo wordt Hannie

Jo verft haar haar zwart, omdat bij meerdere aanslagen een meisje met rood haar is gesignaleerd. Truus Oversteegen noemt haar rode haar “het mooiste dat ze bezat”. Ook draagt ze een bril met vensterglas en neemt ze een nieuwe identiteit aan: Jo Schaft wordt Johanna Elderkamp uit Zwitserland en gaat zich Hannie noemen. De verbitterde Hannie neemt door haar verdriet meer en meer risico’s.

Hannie, Truus en Freddie doen mee aan het opblazen van een stuk spoordijk tussen Haarlem en IJmuiden en plegen moordaanslagen op collaborateurs die niet allemaal vlekkeloos verlopen. Bij één van die aanslagen raakt Hannie gewond. Maar het gaat helemaal fout als op 21 maart 1945 zij bij een controle in Haarlem-Noord verzetskranten in haar fietstas heeft. Hannie wordt naar het huis van bewaring gebracht, waar haar spullen worden doorzocht en ze in haar handtas haar FN-9mm-pistool vinden. Ze brengen haar naar Amsterdam en onderweg naar de hoofdstad herkent de Duitse Sicherheidsdienstmedewerker Emil Rühl haar als Hannie Schaft.

In het huis van bewaring in Amstelveen wordt ze verhoord. Ze bekent 5 aanslagen te hebben gepleegd. Ze bekent ook de aanslag op herenkapper en verrader Ko Langendijk die ze met Truus samen heeft gepleegd. Ze wordt overgedragen aan Willy Lages van de Sicherheidspolizei, die vervolgens zijn meerdere SS-Obersturmbannführer dr. H. Kolitz op de hoogte stelt van de arrestatie. Kolitz geeft de opdracht Hannie te executeren. Lages vertelt na de oorlog tijdens zijn proces dat hij had verwacht dat ze naar een Duits concentratiekamp zou worden gestuurd. Vrouwen en meisjes die zijn gearresteerd voor feiten waarop de doodstraf staat, mogen niet worden geëxecuteerd. Kolitz besluit tot opdracht van de executie van Hannie omdat, volgens Lages, Kolitz vindt dat door de oorlogsomstandigheden plaatsing in een Duits kamp niet meer mogelijk is. Daarop geeft Lages het bevel tot executie van Hannie Schaft.

Executie van Hannie Schaft

Op 17 april 1945, 3 weken voor de bevrijding, wordt Hannie uit haar cel gehaald door 4 mannen, onder wie Kriminalsekretär Mattheus Schmitz en landverrader Maarten Kuiper. Medegevangene en verzetsvrouw Ada van Rossem heeft haar hard horen gillen. Ze brengen haar met de auto naar Overveen en stoppen aan een zandweg. Hannie, Kuiper en Schmitz stappen uit. Na de oorlog verklaart Kuiper dat hij naast Hannie loopt en Schmitz achter hem. Hij praat met haar en plots schiet Schmitz Hannie in het hoofd. Doordat de kogel van een kleiner kaliber is dan voor het wapen is bedoeld, overleeft ze het eerste schot. Zij zou dan sidderend “au” hebben geschreeuwd waarna Kuiper met zijn machinegeweer een 2e, wel dodelijke kogel in Hannies hoofd vuurt. Schmitz bevestigt de lezing van Kuiper. Ook het schouwrapport van de patholoog-anatoom van na de oorlog bevestigt dit verhaal. Ze begraven Hannie haastig in de duinen. Hannie Schaft is 24 jaar geworden.

Herdenking en nalatenschap

Direct na de oorlog begint men met het opgraven van Nederlandse verzetshelden die zijn geëxecuteerd in de duinen bij Bloemendaal. Tijdens de oorlog doet Hannie een voorspelling: na haar dood zal haar kist bedekt zijn met de Nederlandse vlag en voor haar kist staat de koningin. Die voorspelling komt helemaal uit op 27 november 1945 als Hannie wordt herbegraven op de Eerebegraafplaats Bloemendaal te Overveen samen met 372 verzetsmannen.

Hannie Schaft

Herdenking van de herbegrafenis van Hannie Schaft op de Erebegraafplaats, 27 november 1977.

De herdenking van Hannie Schaft begint ook direct na de oorlog. Het is dan de tijd van de Koude Oorlog en de communisten worden gezien als onze vijand. Haar herdenking wordt, niet geheel ten onrechte, geclaimd door de communisten en lijkt wat op een politieke demonstratie. Daardoor wordt de herdenking omstreden. In 1951 zijn zelfs 150 politiemensen, 100 marechaussee, 75 bewapende soldaten en 4 pantserwagens uit voorzorg aanwezig. Tot ongeregeldheden komt het niet.

Hannie ontvangt in 1946 postuum het Verzetskruis 1940-1945 en de Amerikaanse Medal of Freedom. Veel straten en scholen zijn naar haar vernoemd en zelfs een planeet. Er is een film over haar gemaakt, Het Meisje met het Rode Haar, er zijn boeken over haar geschreven en documentaires over haar gemaakt. Truus Oversteegen wordt na de oorlog beeldhouwer en schilder. Zij ontwerpt het beeld Vrouw in het Verzet ter ere van Hannie van Hannie Schaft. In bijzijn van Truus onthult koningin Juliana in 1982 het beeld in het Kenaupark in Haarlem. Op de laatste zondag in november wordt de Nationale Hannie Schaft Herdenking in Haarlem gehouden, in 2018 op 25 november.

 

Hannie Schaft

Onthulling van het beeld in Haarlem.

Truus Menger-Oversteegen overlijdt in 2016 en haar zus Freddie in 2018. In 2014 worden in Haarlem 2 straten vernoemd naar de gezusters Oversteegen. De beide straten lopen parallel aan de Hannie Schaftstraat.

Hannie Schaft is het symbool geworden van het verzet, van de duizenden Nederlanders die in opstand zijn gekomen tegen de Duitse overheersing. Haar korte levensverhaal van zelfopoffering en liefde voor haar medemens, haar moed en haar verschrikkelijke einde spreekt veel mensen tot de verbeelding. In ons collectieve geheugen blijft Hannie Schaft voortleven als het meisje met het rode haar. Truus Oversteegen: “Er zullen altijd Hannies zijn, altijd. Altijd zullen er idealisten zijn.”

Hannie Schaft

Lees ook: 2 zussen in het verzet.

(Bron: Hannieschaft.nl, Meitotmei.nl, Virtueletochten.noordhollandsarchief.nl, Vrijnederland.nl, Egbert van de Schootbrugge-De Tweede Wereldoorlog en het verzet, Anderetijden.nl, monumentenspreken.nl, Wikipedia)

Meer beelden van vroeger zien? Neem eens een kijkje in het online archief van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid.

Geef een reactie

Bekijk ook

Meer