autorijden in de bergen

Autorijden in de bergen, houd hier rekening mee

Het landschap in veel populaire vakantielanden is niet te vergelijken met Nederland. Zoals het berglandschap in Duitsland, Frankrijk en Oostenrijk. Autorijden in de bergen vraagt om een andere rijstijl. Met onderstaande tips gaat u goed voorbereid de bergweg op.

De berg oprijden

Belangrijk is om niet in een te hoge versnelling (met een laag toerental) de berg op te rijden. Dit zorgt er namelijk voor dat de motor te zwaar wordt belast en oververhit raakt. Als u het gas intrapt, moet de auto nog gemakkelijk kunnen versnellen. Is dit niet het geval? Schakel dan terug.

Maak bij het optrekken vanuit stilstand op de helling zo min mogelijk gebruik van de koppeling. Een slippende koppeling slijt, wordt erg warm en kan zelfs leiden tot een verbrande koppelingsplaat.

In een file op de berg kunt u het beste wat extra afstand bewaren tot uw voorganger. Probeer het schakelen te beperken en gebruik de ruimte om rustig door te rollen. Trap hierbij de koppeling niet in.

Tegemoetkomend verkeer

Stijgend verkeer heeft voorrang, met uitzondering van de postbus. Dit voertuig komt alleen in Zwitserland voor, maar heeft in de bergen altijd voorrang. Vooral bij haarspeldbochten kan de weg te smal zijn voor het passeren van een ander voertuig. Schakel ruim op tijd voor zo’n bocht terug, zodat u zich kunt focussen op het sturen.

Is het een lastige situatie waarbij het stijgende verkeer makkelijker kan uitwijken? Kies in dat geval voor de veiligere optie en laat het dalende verkeer voorgaan.

Inhalen

Langzaam rijdend verkeer geeft over het algemeen met het rechter knipperlicht aan dat de weg vrij is en inhalen veilig kan. Heeft u zelf veel snel rijdend verkeer achter u? Stop dan even bij de eerstvolgende uitwijkplaats en laat de voertuigen u inhalen. Zo houdt u het verkeer niet op en rijdt u waarschijnlijk ook een stuk rustiger verder.

Geef bij het inhalen van een fietser richting aan en ga er ruim omheen. Bergopwaarts kunnen fietsers namelijk slingeren.

Tunnels

In de bergen komen veel korte (en onverlichte) tunnels voor. Doe uw dimlicht aan en rijd rustig. Schrik niet, het kan zijn dat er water van het plafond druipt in bergtunnels.

Parkeren

Zet bij steil parkeren de auto niet alleen op de handrem, maar ook in de eerste versnelling (heuvelopwaarts) of in de achteruit (heuvelafwaarts). Draai het stuur zo dat als de auto toch gaat rollen, hij tegen een obstakel tot stilstand komt.

De berg afrijden

Rijd nooit in z’n vrij bergafwaarts. Probeer daarnaast zo min mogelijk te remmen. Dit is gemakkelijk te bewerkstelligen door in een lagere versnelling te rijden, net zoals bergopwaarts. Als u uw voet van het gas haalt, moet de auto vaart minderen. U remt op de motor. Is dit niet het geval? Schakel dan terug.

Trap wederom niet de koppeling in bij het remmen op de motor. Dit kan behoorlijke schade veroorzaken en kan het manoeuvreren van de auto lastiger maken. Het is dus ook nog eens gevaarlijk.

Is het toch echt nodig om bij te remmen? Doe dit dan in 1 keer hard en niet een beetje voor langere tijd. Zo kunnen de remmen meteen weer afkoelen en raken ze niet oververhit.

Automaat

Automatische versnellingsbakken schakelen vlotter door naar een hogere versnelling, wat in de bergen juist niet de bedoeling is. Kies er daarom voor om met de hand te schakelen of, als u een moderne auto heeft, maak gebruik van een speciale berg- of sportversnelling.

Elektrische auto

Een groot voordeel van elektrische auto’s is dat ze meer trekkracht hebben. De berg oprijden kost zo’n auto minder energie, al is het natuurlijk wel meer dan op een vlakke weg. Zorg er dus voor dat de auto goed is opgeladen aan het begin van de bergpas.

Tijdens het afdalen kunt u energie terugwinnen door regeneratief te remmen. U maakt daarbij vrijwel alleen maar gebruik van het gaspedaal. Zet bij voorkeur de auto in de stand waarin hij het sterkst regenereert.

Caravan

In principe gelden dezelfde zaken als bij het rijden met alleen een auto in de bergen. Maar als u een caravan achter de auto heeft, is het des te belangrijker dat u niet in een te hoge versnelling rijdt. De motor moet nog meer toeren draaien om niet oververhit te raken. Controleer de temperatuurmeter van de motor regelmatig om zeker te weten dat u geen schade aanricht.

Het kan gebeuren dat de caravan gaat slingeren. Rem in dat geval krachtig af, maar kom niet tot stilstand. Stop met remmen als de caravan weer volgt en controleer bij de eerstvolgende mogelijkheid om te stoppen de belading, bandenspanning en kogeldruk.

Houd bergafwaarts rekening met een langere remweg, al helemaal met een caravan achter de auto. Het is verstandig geregeld pauzes te nemen bij het bergafwaarts rijden om de remmen af te laten koelen. Ook kunt u de combinatie van auto en caravan soms strekken op vlakkere stukken. Dit doet u door eerst hard te remmen en daarna gas te geven. Zo hoeft de oplooprem even niet meer te remmen.

Vallend gesteente

Het kan altijd gebeuren dat er stenen van de bergwand vallen. Als dit vaker voorkomt, wordt dit aangegeven met borden. Ziet u op de weg naast een bergwand gesteente liggen? De kans is groot dat er meer gaat vallen. Raak niet in paniek, rijd er ruim omheen en stop niet.

Oververhitte motor

Loopt de temperatuur te hoog op? Schakel dan terug. De motor gaat hierdoor meer toeren draaien en de waterpomp en ventilator gaan sneller draaien zodat de warme lucht kan ontsnappen. Zet daarnaast de airconditioning uit. U kunt eventueel de verwarming aanzetten om warme lucht af te voeren. Open dan uiteraard de ramen, anders wordt het heel warm binnen.

Werkt dit allemaal niet (voldoende)? Stop dan zo snel mogelijk als dat veilig kan en laat de motor afkoelen.

(Bron: ANWB, In De Bergen)

Geef een reactie