Onderhoud rijksmonumenten staat onder druk

De Vereniging Particuliere Historische Buitenplaatsen (VPHB) is geschrokken van de voorgestelde plannen om de fiscale aftrek van onderhoud voor rijksmonumenten af te schaffen.

Grote gevolgen particuliere eigenaren

De op woensdag 21 september 2016 bekendgemaakte plannen om de fiscale aftrek van onderhoud voor rijksmonumenten af te schaffen zal grote gevolgen hebben voor particuliere eigenaren van rijksmonumenten. VPHB waarschuwt minister Bussemaker (OCW) en staatssecretaris Wiebes (Financiën) hiervoor. De kans is volgens de stichting groot dat hierdoor op termijn een nieuwe restauratieachterstand ontstaat.

Kostbaar en tijdrovend

Historische buitenplaatsen zijn bijzondere rijksmonumenten in het Nederlandse landschap. Door een gebrek aan financiën zijn veel van deze buitenplaatsen door de eeuwen heen verdwenen. Slechts een klein aantal van deze monumenten is overgebleven en wordt nog bewoond. Het beheren en in stand houden van deze monumentale woningen is een tijdrovende bezigheid en ook kostbaarder dan een ‘gewone’ woning. Het onderhoud moet gedaan worden door specialisten, die de gewenste kwaliteit kunnen leveren. De laatste decennia heeft de overheid een beleid gevoerd dat restauratie en instandhouding bevorderde.

Regelingen afgeschaft

Om het onderhoud van ons cultureel erfgoed vanuit de gemeenschap te steunen zijn de afgelopen decennia verschillende subsidieregelingen, laagrentende leningen en andere maatregelen ingevoerd. De belangrijkste van deze voorzieningen is de mogelijkheid om 80% van de onderhoudskosten voor deze rijksmonumenten in particulier eigendom fiscaal te verrekenen. Als het aan de minister van OCW en de staatssecretaris van Financiën ligt zal deze regeling per 1 januari a.s. overgaan in een overgangsregeling die uiteindelijk zal leiden tot volledige afschaffing ervan. Deze afschaffing treft ca. 25.000 particuliere eigenaren van woonhuismonumenten.

Onderhoudsplicht

De afgelopen jaren was het landelijke monumentenbeleid erop gericht om de in de jaren ’80 en ’90 ontstane restauratieachterstand in te halen en daarna op peil te houden. Een rijksmonument als woning levert vaak grote belemmeringen op voor eigenaren, die tot nu toe gecompenseerd worden door een fiscale aftrek voor woonhuizen en subsidies voor de overige monumenten. Met de invoering van de Erfgoedwet per 1 juli jl. zijn op verzoek van de Tweede Kamer de verplichtingen voor eigenaren van rijksmonumenten zelfs verzwaard door de in de wet opgenomen onderhoudsplicht.

Restauratieachterstand

Voorzitter Per Insinger van VPHB wijst op de mogelijkheid dat het gevolg van deze aanpassingen zal zijn dat er op termijn een nieuwe nationale restauratieachterstand ontstaat: “Met het wegvallen van deze compensatie voor particuliere monumenteneigenaren ontstaat een grotere drempel voor het uitvoeren van onderhoud aan woonhuismonumenten. Het schrappen van deze fiscale aftrek in samenhang met een bescheiden verhoging van het subsidiebudget voor rijksmonumenten lijkt vooral te zijn ingegeven door de wens om per saldo een bezuiniging te realiseren. Dit is niet in het belang van het Nederlands cultureel erfgoed en dus een duidelijke stap terug in de tijd”.

(Bron: ANP)

Geef een reactie

Reactie

    Hanneman says:

    Hier had dus ook kunnen staan dat het stelsel van sociale voorzieningen, maatschappelijke vangnetten onder druk staat. Als een kabinet op alle mogelijke manieren bezuinigt op primaire samenlevingsbehoeften kun je er gevoeglijk vanuit gaan dat kostbaar onderhoud aan historische panden zijn langste tijd heeft gehad. Da’s nogal Wiebes.