ragout

Ragoutbroodjes van Robèrt van Beckhoven

Heel langzaam wordt het kouder. En bij kouder weer hoort ragout. Robèrt maakt eerste een roux en voegt er garnalen aan toe. Maar als u niet van vis houdt, dan kunt u er ook kalfsvlees of blokjes kaas doorheen doen.

Ingrediënten:

  • 80 gram garnalen
  • 30 gram boter
  • 35 gram bloem, gezeefd
  • 20 milliliter slagroom
  • 250 milliliter melk
  • zout en peper
  • mosterd naar smaak
  • citroensap naar smaak
  • peterselie naar smaak, fijngehakt
  • paneermeel
  • 2 eiwitten, losgeklopt
  • kant-en-klaar bladerdeeg (diepvries)
  • 1 ei om af te strijken, losgeklopt

Extra nodig

  • ovenschaal
  • ijsknijper
  • deegroller
  • kwast om af te strijken
  • bakplaat, bekleed met bakpapier

Bereidingswijze:

Laat de boter in een pannetje smelten en uitbruisen; let op dat hij niet bruin kleurt. Haal de pan van het vuur en voeg al roerende de bloem toe. Zet de pan terug op het vuur en verhit de boter en de bloem terwijl u goed blijft roeren. Laat de roux zo even goed garen; hij is klaar als er een lichte vetfilm achterblijft op de bodem van de pan.

Haal de pan van het vuur en roer het grootste deel van de melk door de roux. Verwarm de massa al roerende op het vuur en voeg, afhankelijk van de dikte, nog wat meer melk toe. Laat de ragout even doorkoken, zodat hij goed gaar is. Haal de pan van het vuur. Roer de slagroom door de ragout voor extra binding en een volle smaak. Breng op smaak met peper, zout, mosterd en citroensap en roer tot slot de garnalen en peterselie erdoorheen. Stort de ragout in de ovenschaal, dek af met plasticfolie en laat afkoelen en een paar uur opstijven in de koelkast (liefst een nacht).

Spreid het paneermeel op de werkbank uit tot een dunne laag. Vorm met een ijsknijper gelijkmatige, gladde bolletjes van de ragout. Rol de bolletjes in het paneermeel tot een pil van ca. 8 cm lang. Haal deze door het eiwit, laat uitlekken en rol ze daarna nog een keer door het paneermeel, zonder nog veel aan de vorm te veranderen. Zorg dat ook de uiteinden van de pillen goed bedekt zijn met paneermeel.

Rol het bladerdeeg mooi dun uit en snijd het in plakjes van ca. 10 x 10 cm. Leg op ieder plakje iets voor het midden een rolletje ragout. Bestrijk de randjes van het deeg met een beetje water en vouw het overlangs dicht om de ragout in te sluiten. Druk de randjes goed aan.

Leg de ragoutbroodjes op de bakplaat en laat ze nog 30 minuten rusten. Verwarm ondertussen de oven voor op 200 graden. Bestrijk de broodjes met ei en bak ze in ongeveer 20 minuten mooi goudbruin en gaar.

(Bron: Robèrt van Beckhoven)

Geef een reactie