Taalfouten

Van stam plus t tot ‘beter als’: 8 veel voorkomende taalfouten

Gaat u ergens vanuit of ergens van uit? Wanneer gebruikt u een -d, een -t of een -dt? Wat is het verschil tussen ‘hun’ en ‘zij’? En is ‘groter als’ tegenwoordig correct Nederlands? Taal kan gecompliceerd zijn, zeker omdat het een fenomeen is dat constant in beweging is. Wij zetten de meest gemaakte taalfouten op een rijtje en leggen voor u de regels uit.

Werkwoordspelling: basisregels

Stam plus t is het uitgangspunt voor de vervoeging van werkwoorden, behalve in de ik-vorm of als het onderwerp ‘jij’ of ‘je’ achter het werkwoord staat. De stam is het werkwoord zonder het achtervoegsel -en. Als de stam op een t eindigt, verandert er niets in het vervoegen. Ik eet, jij eet, hij of zij eet, eet jij? Zo niet, dan komt er dus een -t achter. En dat kan de niet-alledaagse combinatie ‘-dt’ opleveren, bij werkwoorden waarvan de stam op een d eindigt. Ik vind, jij vindt, hij of zij vindt, vind jij?

Bij twijfel kunt u de stam vervangen door ‘loop’ of ‘smurf’. Zo weet u wanneer u er wel óf niet een -t aan moet plakken. Het gebruik van ‘je’ ná het werkwoord kan overigens een valkuil zijn. U kunt dit namelijk als onderwerp (2e persoon) óf als bezittelijk voornaamwoord (3e persoon) gebruiken. U gebruikt ‘je vindt’ en ‘je moeder vindt’, dat levert niet veel verwarring op. Dat kan wel zo zijn als ‘je’ na het werkwoord staat: ‘vind je’ enerzijds en ‘vindt je moeder ‘anderzijds.

En voor voltooid deelwoorden zonder klankverandering gebruiken we ’t kofschip. Eindigt een stam op één van de medeklinkers in dit klassieke ezelsbruggetje, dan eindigt het voltooid deelwoord met een t. Zetten wordt gezet, koken wordt gekookt, juichen wordt gejuicht. Kofschiptaxietje is een modernere variant, voor woorden als mixen en gemixt. Werkwoorden die eindigen op een andere medeklinker, eindigen met een d. Verdwalen wordt verdwaald, jagen wordt gejaagd, belonen wordt beloond. Het woord ‘verhuizen’ is een valkuil. De stam eindigt op een z en krijgt daardoor een -d achter zich. In het voltooid deelwoord ‘verhuisd’ is die z echter vervangen door een s, maar de -d blijft wél staan.

talen leren
Lees ook: Snel een nieuwe taal leren? Het kan! (een soort van)

Werkwoordspelling: uitzonderingen

Sommige werkwoorden hebben echter een afwijkend patroon. Het werkwoord ‘zijn’ bijvoorbeeld: ik ben, jij bent, hij of zij is. Bij ‘zullen’, ‘mogen’ en ‘willen’ komt er géén -t achter de stam. Ik, jij, hij of zij zal, mag of wil. De schrijfwijze ‘hij/zij wilt’ is overigens redelijk ingeburgerd, maar valt formeel dus onder de taalfouten.

Hun of zij?

Ook het gebruik van ‘hun’ als onderwerp van een zin is al jarenlang aan een opmars bezig. ‘Hun hebben een fiets gekocht’ is in schijftaal echter fout, omdat ‘hun’ een bezittelijk voornaamwoord is. ‘Zij’ is het onderwerpwoord voor 3e persoon meervoud. De zin ‘Zij hebben hun fietsen gekocht’ klopt dus wel.

Mijn, uw, jouw of me, u, jou?

Als u deze woordenparen uitspreekt, klinken ze grofweg hetzelfde. De woorden links in bovenstaande titel zijn echter bezittelijke voornaamwoorden, tegenover de persoonlijke voornaamwoorden op rechts. Mijn, uw en jouw gaan altijd samen met een zelfstandig naamwoord, me, u en jou staan op zichzelf. U kunt beide voornaamwoorden in 1 zin gebruiken, zonder taalfouten te maken. Ik heb mijn bril niet bij me. Weet u nog waar uw auto staat?

Nederlandse taal
Lees ook: De Nederlandse taal verloedert

*Samen stellingen = Samenstellingen

Toeslagenaffaire, maximumsnelheid, vechtpartij, competitiewedstrijd, telefoonhoesje, puntenklassement, klimaatverandering, taalfouten. Dit zijn allemaal woorden die bestaan uit meerdere zelfstandige naamwoorden, woorden waar u ‘de’, het’ of ‘een’ voor kunt zetten. Deze samenstellingen zijn in het Nederlands zonder spatie ertussen. Dat samenstellingen als 2 losse woorden (samen stellingen) geschreven worden, komt steeds vaker voor. Dit is in het Engels ook gebruikelijk, maar in het Nederlands klopt dit formeel niet.

*Ergens vanuit gaan = Ergens van uitgaan

Een minder bekende, maar wel vaak voorkomende vergissing, ook in de media. De werkwoordconstructie ‘ervan uitgaan’ heeft ‘uitgaan van’ als basisvorm, met ‘van’ en ‘uit’ dus los van elkaar. Daarom zijn formuleringen als ‘ervanuit gaan’ ‘er vanuitgaan’ of ‘er vanuit gaan’ foutief.

*Zich irriteren aan = Zich ergeren aan

Dit is dan wel weer een klassieker onder de taalfouten. ‘Zich ergeren’ is een zogeheten wederkerend werkwoord, met ‘zich’ als vaste aanvulling. ‘Irriteren’ is een werkwoord dat op zichzelf staat. Desondanks komt een mengvorm tussen die 2 constructies regelmatig voor. U kunt zich aan iets ergeren, iets kan u irriteren, maar ‘zich irriteren’ klopt niet.

Beter dan of beter als?

Over deze kwestie zijn de spellingregels jarenlang duidelijk geweest. ‘Dan’ gebruikt u voor een vergrotende trap, ‘als’ gebruikt u voor een vergelijking. Groter dan en net zo groot als. Die panelen lijken echter langzaam te verschuiven. Constructies als ‘beter als’ zijn in de spreektaal niet meer weg te denken, maar winnen ook in de formele taalregels terrein. Zelfs de gezaghebbende Algemene Nederlandse Spraakkunst zet ‘groter als’ naast ‘groter dan’. Niet iedere taalgebruiker is het ermee eens, maar ‘beter als’ is een stuk minder fout dan een paar jaar geleden.

(Bron: Onze Taal, Algemene Nederlandse Spraakkunst, Taalcentrum VU, Taalvoutjes, OBI4wan, RTL Nieuws. Foto: ANP)

Geef een reactie

Reacties (20)

    Boeboe says:

    Zo verbaas ik mij ook over het feit dat de woorden bus en vinger verkeerd gebruikt worden in een uitspraak. M.i. is het nog steeds zo dat ‘het sluit als een bus’ en ‘klopt als een zwerende vinger’.

      Jeanna says:

      Zó is het en niet anders! Maar wie weet dat nog?

    woeffie says:

    In de jaren 50 van de vorige eeuw zat ik op de MULO in Rotterdam. Ik vind zelf dat wij heel goed onderwijs gehad hebben, zeer zeker de Nederlandse taal. Er worden veel fouten in de grammatica gemaakt, zal best zelf ook wel eens een foutje maken. Maar over het algemeen denk ik dat ik mijn moedertaal goed spreek en schrijf.

    Michiel58 says:

    En ook veel fout gebruikt, zelfs door journalisten: “Het huis staat in de brand.”
    Correct is: “Het huis staat in brand”.

    Of: Een aantal mensen hebben zich aangemeld. Een aantal is enkelvoud, dus het is: Een aantal mensen heeft….

      Adriana2 says:

      ‘Een aantal’ is niet per se altijd enkelvoud. Zie deze link van de Nederlandse Taalunie.
      taaladvies.net/een-aantal-mensen-was-of-waren/

      Helena01 says:

      Grote krantenkoppen met spellingfouten bijv.:
      “De man is gek van voetbal.”
      Hoezo? Is die man er gek van geworden??
      Je bent gek op iets en je wordt ergens gek van!
      Hij is dus gek op voetbal!

      ” We zijn wezen fietsen.”
      Hoezo? Waren er allemaal weesjes bij?
      “We hebben gefietst of we zijn gaan fietsen”

      Ik probeer in het onderwijs altijd een ezelsbruggetje te bedenken of een gekke vraag te stellen, zodat de verbetering wellicht blijft hangen. 😃

    Adriana2 says:

    Een van de grootste spreek-/taalfouten die je overal hoort, ook op radio en televisie en door mensen die het zouden moeten weten = “Ik besef me”. De fout is te vergelijken met ‘zich ergeren’ en ‘irriteren’, zoals hierboven genoemd.
    Beseffen is niet wederkerig. Het is ‘ik besef’ en ‘ik realiseer me’. Ik heb het zelfs de koning ooit verkeerd horen zeggen. Zeer ergerlijk!

    Thof says:

    Wat ik ook vaak hoor is de verkeerde uitspraak van het woord ‘chauffeur’.
    Fout is als het klinkt als sjaffeur, goed is als het klinkt als sjooffeur!

    Jeanna says:

    Wat mij het meest stoort, is de werkwoordsvorm bij ‘aantal’ .
    Bijvoorbeeld: Een aantal mensen hebben…..
    Aantal is echter enkelvoud, dus het moet zijn: Een aantal mensen heeft…….
    Het zelfde geldt o.a. ook voor ‘een kleine hoeveelheid’

      Adriana2 says:

      Dat klopt niet helemaal, Jeanna. Dit zegt onder andere de Nederlandse Taalunie over dit lastige taalfenomeen.
      taaladvies.net/een-aantal-mensen-was-of-waren/

    Babilon says:

    Wat op mij ook vreemd over komt is dat tegenwoordig vaak je kan wordt gebruikt i.p.v. je kunt.
    Is dit een nieuwe schrijfwijze?

      Adriana2 says:

      Daar erger ik me ook aan, Babilon, al zijn beide versies juist. ‘Kan’ is meer spreektaal en informeler dan ‘kunt (schrijftaal). Laatst las ik een boek waarin consequent ‘kan je’ en ‘je kan’ werd gebruikt. Daar heb ik me zeer over verbaasd.

    Federica says:

    Je hoort ook vaak het foute “als mij” zeggen dat “als ik” hoort te zijn. En wat te denken van het verschil tussen “hun” en “hen” en tussen “kunnen” en “kennen”.

    Kira12 says:

    En ‘een beslissing maken’ i.p.v. ‘een beslissing nemen’.
    – het verschil tussen leggen en liggen, resp. beweging en rust.
    – het gebruik van ‘hun’ in de 3e persoon in plaats van ‘hen’.
    – ‘iets op de spits drijven’ en niet op ‘het spits’. Er zijn meer woorden waarbij het lidwoord nu ineens gewijzigd wordt gebruikt. Zelfs in de kranten holt de grammatica achteruit.
    Oh ja, ik heb ook op zo’n degelijke MULO Nederlands erin gestampt gekregen.

      woeffie says:

      De MULO was zo gek nog niet, heb er ook veel geleerd.

    Adriana2 says:

    Een eerdere reactie van mij is verdwenen?
    Ik erger me aan het veelvuldig en toenemend verkeerde gebruik (ook op radio en tv) van het werkwoord “beseffen”, zoals ‘Ik besef me’ en ‘Wij beseffen ons’.
    Beseffen is niet wederkerig, maar (zich) realiseren wél. ‘Ik realiseer me’ en ‘ik besef’ zijn de enige juiste gebruiksvormen.

    Taalpurist says:

    Ik ben het helemaal eens met Adriana, maar wil er graag iets aan toevoegen. Wat dacht je van “ik bedenk me”, terwijl men gewoon iets bedenkt, of ergens aan denkt, want dat bedoelen de sprekers meestal.
    Als je je bedenkt, denk je anders over iets dan voorheen.
    Maar wat ik tegenwoordig heel storend vind, is het gebruik van DAT en DIE: Het meisje DIE daar loopt, ( moet DAT zijn), het filmpje Die vertoond wordt, enz. enz. Dingen zijn ineens personen geworden, zo voelt dat aan. Het aanwijzend voornaamwoord DAT lijkt verdwenen te zijn.
    Zelfs in het journaal komt de fout voor, en ook in veel praatprogramma’s. Om maar niet te spreken over krantenartikelen… Verarming van ons Nederlands.

    Annyvv says:

    En ook het toewensen van een hele fijne dag……of bedoelen we een heel fijne dag.!
    Hele….zegt iets over tijdsduur, het tegenovergestelde van halve.
    Een heel fijne dag zegt iets over de intentie van het fijne.

    Maus says:

    Wat ik héél raar vind , is dat tegenwoordig alles “waanzinnig” is. Doet mij denken aan iemand die geestelijk niet in orde is.

    Emely says:

    Nederlands is niet zo moeilijk, maar wordt moeilijk gemaakt. Ik ben niet in Nederland geboren, maar als buitenlandse heb ik alles gedaan om zo goed mogelijk de taal te beheersen. Dat is extra lastig omdat er fouten worden gemaakt door de nederlanders zelf. Kan behoorlijk verwarrend werken! Wel leuk als ik de fout herken en wel weet hoe het moet.