Polygoonjournaal

Het Polygoonjournaal: de belangrijke geschiedenisbron van het Nederland van toen

Op 1 november 1919 richt Julius Stoop de Ned. Mij. Cinematografie Filmfabriek Polygoon op. De journaals van het Polygoon leveren een schat aan informatie op en zijn onmisbaar bij het maken van artikelen over onderwerpen uit het begin en het midden van de 20e eeuw. Het Polygoonjournaal bepaalt mede de wijze waarop wij vandaag de dag terugkijken op die periode.

Over het Polygoonjournaal hangt tegenwoordig een zweem van oubolligheid, een ouderwetse manier van berichtgeving, die vaak eindigt met een kwinkslag. Het beschrijft het Nederland dat eens was met de normen en waarden van die tijd. Toch kan het Polygoonjournaal ook worden gezien als voorbode van verslaggeving die wij nu als normaal beschouwen: het maken van nieuws uit de regio over en voor gewone mensen. Veel Nederlandse omroepen hebben vandaag de dag programma’s die nieuws luchtig brengen en zo grote groepen mensen aanspreken. Zo beschouwd is het Polygoonjournaal de blauwdruk voor hedendaagse nieuws- en actualiteitenprogramma’s die regionaal en lokaal nieuws landelijk brengen waarin de gewone Nederlander centraal staat.

Ook de manier van werken van het Polygoonjournaal is tegenwoordig gemeengoed geworden. Tekstschrijver, regisseur en stem van het naoorlogse Polygoonjournaal, Philip Bloemendal, stuurt de zelf-regisserende cameraman op pad om geld te besparen. Als de cameraman precies weet hoe hij een verhaal moet beschrijven, dan hoeft er geen regisseur mee. Tevens monteert die cameraman zijn eigen item. Zo is de ‘camjo’ geboren, de camerajournalist, lang voordat dit in de journalistieke wereld alom bekend wordt.

Polygoonjournaal

Philip Bloemendal

De beginjaren

Julius Stoop gaat in 1913 aan de slag bij de N.V. Filmfabriek Hollandia in Haarlem. Vanwege zijn kennis van de fotografie en het feit dat hij scheikundige is, krijgt hij al snel promotie en wordt hij afdelingshoofd van de documentatie. Stoop regisseert en maakt films die landelijk erkenning krijgen. Het bedrijf is succesvol tot en met 1918, waarna het in financiële problemen raakt. Stoop, die inmiddels is bevorderd tot mededirecteur, laat zich uitkopen en wordt eigenaar van de afdeling die zich bezig houdt met documentaires, wetenschappelijke, industriële en actuele films. Hij richt in 1919 het Polygoon op onder de naam Ned. Mij. Cinematografie Filmfabriek Polygoon. In het begin houdt het Polygoon zich bezig met het vertalen, grafisch vormgeven en het op film afdrukken van tussentitels voor buitenlandse films. Ook maakt het bedrijf filmopdrachten voor bijvoorbeeld de industrie. In 1921 vertoont het haar eerste grote project, Neerlands volksleven in de lente. Dan begint het Polygoon met het vervaardigen van eigen journaals, in eerste instantie in Haarlem en omstreken. Voor het eerste grote nieuwsitem vliegt cameraman Isidor Arras Ochse naar Denemarken, waar koningin Wilhelmina en prins Hendrik een bezoek brengen aan de Deense Koninklijke Familie. Hij stuurt het materiaal diezelfde dag nog naar Nederland, waardoor het diezelfde avond kan worden vertoond in de bioscopen van Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. In 1922 maakt het Polygoon 14 journaals en in 1923 21 onder de naam Hollands Nieuws. Na de oorlog wordt dit omgedoopt tot Neerlands Nieuws en komt er het Polygoon Wereldnieuws bij.

Concurrentie komt van de in 1925 opgerichte N.V. Orion, dat zich bezighoudt met het vervaardigen van journaals en reclamefilms, en de in 1929 opgerichte Filmfabriek Profilti N.V. dat tevens reclamefilms produceert. In 1931 besluiten Orion en Profilti samen te gaan en krijgt het Polygoon er in 1 keer een grote concurrent bij. Met de komst van de geluidsfilm weet het Polygoon die concurrent voor te blijven. Op 28 mei 1931 vertoont het Polygoon de eerste geluidsfilm onder de titel Het Pinksterfeest der AJC te Verhouten en Sportfeest der NASB te Arnhem en weet zo Orion-Profilti met meer dan een maand te verslaan. Orion-Profilti vertoont op 3 juli 1931 het eerste geluidsjournaal, getiteld Nederland in Klank en Beeld. Vlak daarna komt ook het Polygoon met de geluidsversie van Hollands Nieuws.

Het gaat steeds slechter met Orion-Profilti, waardoor Orion zich terugtrekt uit het samenwerkingsverband. Het bedrijf wil samenwerken met het Polygoon. Uit bedrijfspolitieke redenen blijft dit geheim. De directeur van het Polygoon, Brand Dirk Ochse, wordt benaderd en besluit een nieuwe vennootschap op te richten onder de naam N.V. Vereenigde Nederlandsche Filmfabrieken. Profilti behoudt haar eigen bestuur en medewerkers, die in het begin niet of nauwelijks van de samenwerking op de hoogte zijn. Die komen erachter als beelden van cameramannen van Profilti te zien zijn in het Polygoonjournaal.

Het Polygoon tijdens en na de Tweede Wereldoorlog

Als de nazi’s in mei 1940 ons land binnenvallen, filmt het Polygoon de intocht van de Duitsers. Net zoals bij een aantal andere Nederlandse redacties, werkt het Polygoon gewoon door onder toezicht van de bezetter. Dit gebeurt uit angst voor het verlies van banen, de apparatuur en het archief. Het Polygoon verzorgt Duitse propaganda, die door de bioscoopbezoekers regelmatig wordt begeleid met uitingen van afkeuring. In het najaar van 1944 komt de productie van films volledig stil te liggen vanwege gebrek aan elektriciteit en moeten bioscopen hun deuren sluiten. Een deel van het archief van Profilti gaat door bombardementen verloren. Vanwege de samenwerking met de Duitsers worden Polygoon en Profilti na de oorlog onder toezicht geplaatst. B.D. Ochse, die voor de oorlog zijn directeurschap heeft overgedragen, wordt opnieuw directeur. Polygoon en Profilti besluiten een samenwerkingsverband aan te gaan onder de naam Polygoon Profilti Productions.

Polygoonjournaal

Inval van de Duitsers in Amsterdam.

Het Polygoon maakt na de oorlog direct een ommezwaai en filmt de arrestaties van NSB’ers, de terugkomst van prinses Juliana met de prinsesjes in Nederland en de zegetocht van veldmaarschalk Bernard Montgomery door Amsterdam.

Na de oorlog ziet de verloofde van Philip ‘Flip’ Bloemendal een advertentie waarin Radio Herrijzend Nederland een omroeper zoekt. Zij vindt zijn stem zo mooi. Bloemendal, een Joodse jongeman uit de textiel die de oorlog heeft overleefd, solliciteert en wordt aangenomen. In 1946 treedt hij in dienst van het Polygoon, waarvan hij later zelfs directeur wordt. Hij groeit uit tot de ‘Stem van Nederland’ en is onlosmakelijk verbonden met het beeld van de naoorlogse jaren zoals wij dat nu kennen. Bloemendals stemgeluid is een door hem ontwikkelde microfoonstem, die hij gebruikt omdat hij vindt dat hij niet duidelijk genoeg overkomt in de bioscoop. Met zijn sonore, ietwat blikkerige stemgeluid, weet hij zeer articulerend tot ieders aandacht door te dringen. Daarnaast is Bloemendal beroemd om zijn onderkoelde humor. “2 rollen en een geintje” luidt de boodschap waarmee hij de cameramannen op pad stuurt. Van 1946 tot en met 1987, 52 weken per jaar en zo’n 5 tot 7 items per week, voorziet Bloemendal het Polygoonjournaal van commentaar, een record dat zelfs het Guiness Book of Records haalt. TNO en de Technische Universiteit Eindhoven gebruiken in de jaren 90 zijn stem voor onderzoek naar de ideale computerstem. Ook roept hij jarenlang de haltes af in de Amsterdamse metro. Philip Bloemendals stem zit vast in ons collectieve geheugen.

De gloriedagen

De jaren na de oorlog zijn de gloriedagen van het Polygoonjournaal. Het journaal verwoordt en verbeeldt het optimisme van Nederland tijdens de wederopbouw. Voor hun nieuwsgaring zijn Nederlanders afhankelijk van de radio en van het bioscoopjournaal van het Polygoon. Het Polygoon bedrijft journalistiek vanuit een behoudend oogpunt. In het verzuilde naoorlogse Nederland benadrukt het Polygoon die verzuiling niet of nauwelijks. Kritiek is er ook: vanuit progressieve hoek gezien is het Polygoon er vooral om de oren te laten hangen naar de autoriteiten en is er al helemaal geen kritiek op het Koninklijk Huis.

Heel populair zijn in die tijd de interlands tussen Nederland en België. Het Polygoon verslaat de wedstrijden met 3 cameramensen. De wedstrijd wordt echter niet helemaal gefilmd: 35 mm film is in die tijd erg duur. De cameramannen moeten bij een aanval de camera’s starten in de hoop dat er een doelpunt valt. 1 cameraman maakt alleen maar opnamen van het publiek. Bloemendal zegt tegen de cameramensen: “Als je ook maar 1 opname hebt van een voetbal, dan heb je het verkeerd gedaan.” Dit levert een ander verslag op van een voetbalwedstrijd dan we tegenwoordig zijn gewend, aangezien de reacties van de mensen op het gebeuren op het veld een belangrijke plaats innemen in het eindresultaat. Het filmen van de gebaren laat zien hoe mensen op de tribune de wedstrijd intens meebeleven. Deze beelden worden gemonteerd tussen beelden van het voetbal.
Op maandagochtend komen Bloemendal en de cameramensen samen om het opgenomen materiaal te bekijken, hetgeen voor de cameramensen een stressvol geheel is. Bloemendal wordt getypeerd als een uiterst vriendelijke en humoristische man. Maar als het om filmmateriaal gaat, kan hij zeer kritisch zijn. Hij is een perfectionist en een workaholic: het is zijn Polygoonjournaal. Er zijn cameramensen die niet zo goed tegen de kritiek van Bloemendal kunnen en die kritiek hoog opnemen.

Lichtvoetig maar ook serieus

Bloemendal gaat vrijwel nooit op reportage, hij vormt zijn beeld over het onderwerp op de redactie uit onder andere krantenartikelen. Hij maakt zich een voorstelling van hoe het er uit heeft gezien, hetgeen niet altijd overeenkomt met de werkelijkheid. Ook maakt het Polygoon in de studio’s delen van de reportage die de cameramensen hebben gemist.
Zo zijn bijvoorbeeld bij de tewaterlating van een onderzeeër door prinses Beatrix slechts 2 camera’s aanwezig. De prinses hakt het touw door, met daaraan een fles champagne. Dan gebeurt er iets waardoor de prinses en de omstanders hard moeten lachen, maar wat door de camera’s niet is geregistreerd. Het blijkt dat een deel van de champagne is neergekomen op een aantal hoogwaardigheidsbekleders. Bloemendal maakt in de studio een emmer met zeepsop, laat een collega een marinepak aantrekken, gooit wat zeepsop op de man en de omstanders, filmt het van bovenaf en monteert het tussen de beelden die wel echt van de tewaterlating zijn genomen. Zo weten de mensen waarom de prinses zo onbedaarlijk moet lachen. Het nieuws als entertainment, dat is vaak de opzet van het polygoon. Natuurlijk bericht het Polygoon serieus over onderwerpen die dat verdienen. Maar in het Polygoonjournaal is er meestal ruimte van voor de wat luchtige onderwerpen. Het Polygoon is in de jaren vóór de televisie als een dagje uit.

Een voorbeeld van zo’n serieus onderwerp is het item uit 1980 over Auschwitz, dat Bloemendal deels zelf maakt. Daar zijn 24 leden van zijn familie vermoord. Zijn vrouw Mieke Bloemendal-Olman gaat mee, omdat ze niet zeker is of haar man het emotioneel aan kan. “Hij heeft alles gefilmd met een professionele benadering die ongekend was, hij heeft alle emoties buiten gesloten.” Ze gaan later samen naar een bioscoop in Amersfoort om het resultaat te bekijken. Daar draait de film Butch Cassidy and the Sundance Kid en de zaal zit vol met popcorn etende jongeren. Op het moment dat het Polygoonjournaal met de beelden van Auschwitz begint, wordt het doodstil. Volgens zijn vrouw zijn toen de emoties boven gekomen. Bloemendal zelf hierover: “Ik heb toen van mij afgehuild alle agressie van de 35 jaar die sedert de oorlog verlopen waren. Toen de oorlog afgelopen was, begon je met je werk. (…) Je deed ook mee aan je eigen wederopbouw. Je kwam uit de onderduik in een maatschappij waarin je hard moest vechten en waarin je hard moest werken. En dat heb ik via het Polygoon kunnen doen.”

Opkomst van de televisie en het einde van het Polygoon

Als in de jaren 60 de televisie in opkomst is, loopt de interesse voor de bioscoop terug en al helemaal voor het Polygoonjournaal. Er moet geld van de overheid bij. Die vindt dat het Polygoon van algemeen belang is: de beelden van het Polygoon gaan de hele wereld over, hetgeen mooie publiciteit voor ons land oplevert. De overheid wil dan wel invloed op de onderwerpkeuze, waardoor het Polygoon haar onafhankelijkheid kwijt raakt en soms aan Hollandpromotie moet doen.

Het filmen en ontwikkelen van die films is een tijdrovend geheel in vergelijking met de technische mogelijkheden van de televisie. Die slag is dus voor het Polygoon niet te winnen. Daarom zoekt het Polygoon naar andere manieren om de actualiteit te brengen, met wat door de medewerkers een kleine documentaire wordt genoemd.

Aan het begin van de jaren 80 stopt de overheid met de verstrekking van subsidie aan het Polygoon. Die financiële bijdrage wordt in 5 jaar afgebouwd. Steeds minder bioscopen vertonen het Polygoonjournaal. Het Polygoon moet verhuizen en gaat ook commerciële items maken. In 1987 stopt het Polygoonjournaal noodgedwongen: er zijn geen bioscopen meer die het journaal willen vertonen.

Philip Bloemendal heeft het einde van het Polygoon zien aankomen. Hij overlijdt in 1999. Naar hem is de Philip Bloemendal Prijs vernoemd, een prijs die elke 2 jaar wordt uitgereikt aan jong journalistiek presentatietalent.

MAX maakt dankbaar gebruik van het archief van het Polygoonjournaal. Het is een schat aan historisch beeldmateriaal, waaruit vele redacties nog dagelijks putten.

Bekijk ook: het eerbetoon aan het Polygoonjournaal van Hallo Nederland.

(Bron: Het Polygoonjournaal, Beeldengeluid.nl, Anderetijden.nl, NRC.nl, Wikipedia.)

Geef een reactie