Anton Pieck

Anton Pieck, de kunstenaar van de nostalgie

Anton Pieck wordt op 19 april 1895, nu 125 jaar geleden, geboren. Zijn romantische tekeningen, etsen, kalenders en kaarten zijn nog steeds geliefd bij een groot publiek. Ook al kent de jeugd van tegenwoordig Anton Pieck niet van naam, ze kennen wel het Sprookjesbos in De Efteling, dat mede door Anton Pieck is ontworpen.

Anton Pieck is tijdens zijn leven al een anachronisme: iemand die niet past in de tijd waarin hij leeft. De romantische eenling laat zich nauwelijks in met de ontwikkelingen van zijn tijd en leest vrijwel geen krant. “Deze tijd interesseert me bar weinig en de toekomst interesseert me ook niet”, heeft hij eens gezegd. In zijn tekeningen idealiseert hij het verleden en sprookjes en sagen bepalen zijn wereld: Anton Pieck heeft van zijn droomwereld zijn werkelijkheid gemaakt. Piecks werk zit vol humor, nostalgie en romantische ironie. Hij is veelzijdig in zijn ideeën en schenkt veel aandacht aan detail en nuance. De ‘workaholic’ Anton Pieck is vaak 7 dagen per week aan het werk. Hij heeft dan ook een indrukwekkend oeuvre nagelaten.

Anton Franciscus Pieck wordt samen met zijn tweelingbroer Henri Christiaan ‘Han’ Pieck op 19 april 1895 geboren in Den Helder. Ongeveer 4 jaar eerder is hun broer Coenraad Antonie geboren, die binnen 1 jaar komt te overlijden. Hun vader is machinist bij de marine, waardoor hij vaak van huis is. Het gezin Pieck heeft het niet breed. Nog voor Anton naar school gaat, is hij al driftig aan het tekenen. Zijn moeder ziet hem eens huilend voor het raam staan. Zij vraagt hem wat er aan de hand is. Anton antwoordt: “Ik kan de regen niet tekenen!” Beide broers krijgen vanaf hun 6e tekenles van J. B. Mulders, die een avondschool heeft waar de broers naar school gaan. Hij onderkent het talent van de tweeling en legt ze de grondbeginselen bij van perspectief en proportie.

Op 11-jarige leeftijd, in 1906 maakt Anton zijn eerste bewaard gebleven tekening. De tekening stelt een schaatstafereel voor met een man voor een huis en 2 kinderen die uit het raam kijken: het is vader Pieck met zijn beide zoons. Op de tekening zijn schaatsende kinderen te zien op een bevroren stadsgracht, die is omsloten door huizen. De Pieck-biografen Van Eysselsteijn en Vogelesang hierover: “Reeds hier hebben de figuurtjes op het ijs het ongewild koddige van kleine insecten, die doodserieus bezig zijn, met plezier, doch ook met diepe ernst.” En ook al is Anton te jong om het werk van Pieter Bruegel de Oude te kennen, “is een zekere verwantschap met de Bruegelse massa hier reeds embryonaal aanwezig”, volgens de biografen.

Eerste succes en opleiding

In datzelfde jaar wint hij de eerste prijs in een huisvlijtwedstrijd. Hij schildert een stilleven op een aquarel met een bruin potje op een oude stoof. Hij krijgt als prijs 5 tubes verf en een fixeerspuit. De jonge Anton is “geweldig gelukkig” met de erkenning en is er “geweldig trots” op. Tevens gaat in dat jaar vader Pieck met pensioen en verhuist het gezin naar Den Haag. Na schooltijd op de middelbare school volgen de broers ’s avonds de tekencursus op de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Ze krijgen later een opleiding bij het tekeninstituut Bik en Vaandrager. Op 14-jarige leeftijd behalen de broers hun onderwijsakte L.O. en 3 jaar later hun M.O. en mogen ze zich tekenleraar noemen. Anton gaat les geven bij Bik en Vaandrager. Henri wordt echter gezien als de grote kunstenaar van de 2 en mag derhalve naar de Academie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam. Anton heeft het nooit helemaal kunnen verwerken dat hij zo is achtergesteld bij zijn tweelingbroer Henri.

Tot hun 17e jaar is de tweeling onafscheidelijk, daarna komen de verschillende karakters meer naar voren. De speelse en impulsieve Henri neemt het leven en het werk makkelijker op en probeert de serieuze kant van het leven te vermijden. Henri wordt gezien als de getalenteerde, bij wie alles gemakkelijk gaat, waardoor oppervlakkigheid op de loer ligt. De serieuze Anton ontwikkelt zich meer geleidelijk. Men ziet in Henri een kunstenaar en in Anton een tekenleraar. Anton neemt alles zwaar op en Henri juist licht, waardoor de tweeling uit elkaar groeit.

Bij Bik en Vaandrager leert Anton de etser Herman Heuff kennen, die in het bezit is van een pers. Daarop drukt Anton Pieck zijn eerste ets. Tevens raakt hij bevriend met Henri Daalhoff, die zich toelegt op landschappen en interieurs.

De zeer sociaal bewogen Henri, ‘Han’, wordt later lid van de Communistische Partij van Holland en zelfs spion voor de Sovjet-Unie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zit hij bij het Haags verzet. Hij wordt in juni 1941 gearresteerd en zit uiteindelijk tot aan het eind van de oorlog in concentratiekamp Buchenwald. Henri tekent, schildert, ontwerpt affiches en illustreert kinderboeken en misdaadboeken. Hij is vader van de meubelontwerper Han Pieck. Volgens de biograaf van zijn broer, Hans Vogelesang, zou Henri met meer discipline, concentratie en ambitie veel meer hebben kunnen bereiken als beeldend kunstenaar. Henri Pieck overlijdt op 12 januari 1972 in Den Haag.

Dienstplicht, huwelijk en leraar

Tijdens de Eerste Wereldoorlog vervult Anton zijn dienstplicht, eerst in Amersfoort waar hij tientallen etsen maakt. “Die jongen, daar komt niks van terecht, hij kijkt altijd achteruit, nooit vooruit”, luidt de conclusie uit het psychologisch onderzoek dat in 1915 voor zijn dienstplicht wordt afgenomen. Als hij is bevorderd tot sergeant, wordt hij overgeplaatst naar Den Haag, waar hij tekenles geeft aan andere dienstplichtigen. Door zijn nieuwe positie krijgt hij meer vrijheid: hij slaapt ’s nachts gewoon thuis en bezoekt verschillende plaatsen. De oorlog gaat langs hem en zijn mede dienstplichtigen grotendeels heen.

Langzamerhand ontwikkelt hij zijn eigen stijl, getuige de 20 etsen die hij in 1917 maakt.
Doordat hij weer in Den Haag woont, kan hij de banden met zijn oude vrienden weer aanhalen. Pieck wordt zeer beïnvloed door Daalhoff, die prachtig kan vertellen over kunst uit vroegere tijden en van vreemde volkeren. Volgens Anne Hallema, die in 1930 een boek publiceert over het werk van Anton Pieck, geven deze gesprekken “een andere richting aan Antons gevoelsleven. Hij wordt er door opgenomen in een kleurrijk verbeeldingsleven, waarin hij zich veilig thuis voelt”.

In 1917 leert Pieck de zus van mede militair Hendrik van Poelvoorde, Jo, kennen. Zij is tot in de oorlog lerares aan de Koninklijke Nederlandse Weefschool, tot op het moment dat geen grondstoffen meer kunnen worden aangeleverd vanwege die oorlog. Ze vindt Pieck vriendelijk, maar ook zwijgzaam en afwezig. Gaandeweg opent hij zich meer en wordt spraakzamer. Anton en Jo krijgen een relatie en trouwen in 1922, waarna ze verhuizen naar Overveen. Het echtpaar krijgt 3 kinderen.

Vanaf 1920 is Pieck tekenleraar aan het Kennemer Lyceum in Overveen. Het lesgeven zorgt voor een vast inkomen, waardoor hij zich onbezorgd kan toeleggen op zijn werk. Tot aan zijn pensioen zal Pieck lesgeven aan het lyceum in Overveen.

In 1916 verschijnt de roman ‘Pallieter’ van de Vlaamse schrijver Felix Timmermans. Als Timmermans in 1918 bij een kunsthandelaar op bezoek is, neemt die contact op met Pieck. Timmermans heeft Piecks hulp nodig bij het afdrukken van een ets. Tussen Timmermans en Pieck ontstaat een jarenlange vriendschap. Timmermans stimuleert Pieck grotere etsen te maken, waardoor hij een grotere pers aanschaft. Voor de 10e druk uit 1921 van Pallieter vraagt Timmermans Pieck illustraties te maken. Via briefwisselingen geeft Timmermans aan wat hij op de illustraties wil zien. Pieck zal ongeveer 350 boeken van illustraties voorzien. Tot in de jaren 30 is Pieck vooral bezig met grafische technieken als houtsneden, etsen, gravures en litho’s.

Verzet, Efteling en Autotron

Tijdens de Tweede Wereldoorlog gaat Pieck in het verzet en vervalst hij vervoersbewijzen. Hij verleent onderdak aan Joden en verzorgt onderduikadressen. Vanaf 1940 tot aan zijn dood maakt hij 6 tot 12 tekeningen voor kerstkaarten en kalenders. In 1942 illustreert Pieck het boek De Sprookjes van Grimm. Peter Reijnders is nauw betrokken bij het tot stand komen van het Sprookjesbos in De Efteling in 1951. Hij kent de illustraties van Pieck uit het boek van Grimm. Daarom vraagt Reijnders hem mee te werken aan de bouw van het Sprookjesbos in De Efteling in Kaatsheuvel. Het is het begin van een lange en vruchtbare samenwerking. Pieck gaat 9 jaar later met pensioen. De belangstelling voor zijn werk groeit ondertussen enorm. Vooral zijn kalenders en ansichten zijn zeer in trek. In 1967 wordt voor het eerst zijn werk tentoongesteld. In Apeldoorn zijn dan 400 van zijn werken te bewonderen.

In 1968 ontwerpt Pieck voor de familie Lips in Drunen een museum voor klassieke auto’s, dat in 1972 wordt geopend onder de naam Autotron. Als het Autotron wil uitbreiden met een attractiepark, blijkt dat op de locatie in Drunen niet mogelijk. Het Autotron verhuist naar Rosmalen, waarvoor Pieck tevens enige ontwerpen maakt. Het huis in Drunen, De Voorste Venne, krijgt een andere bestemming.

Anton Pieck Museum en overlijden

Hans Vogelesang en Ben van Eysselsteijn brengen in 1973 de monografie Anton Pieck: Zijn leven, zijn werk uit waarvan tienduizenden exemplaren worden verkocht. In 1983 overlijdt Jo. In datzelfde jaar wordt in Overveen een bronzen beeld van Anton Pieck onthuld. Het is een ontwerp van Kees Verkade.

Anton Pieck

Op 6 september 1984 opent het Anton Pieck Museum in Hattem de deuren, waarvoor hijzelf nog ontwerpen maakt.

Anton Pieck

Anton Pieck overlijdt op 24 november 1987 op 92-jarige leeftijd in Overveen. Zijn nalatenschap is groot: hij laat tienduizenden tekeningen na, alsmede ongeveer 100 olieverfschilderijen, etsen, houtsneden, litho’s, illustraties voor boeken, kafttekeningen voor tijdschriften, architectuurontwerpen voor het Autotron, de Efteling, het Anton Pieck Museum en enkele particuliere woningen, heel veel schetsen, ex librissen, geboortekaartjes, ansichtkaarten kalenders, werk dat gemaakt is voor het Kennemer Lyceum en nog veel meer.

Het verleden fungeert in het werk van Pieck als belangrijkste inspiratiebron: hij idealiseert dat verleden. De romantische einzelgänger heeft nooit van de tijd gehouden waarin hij heeft bestaan. Andere kunstenaars doen soms laatdunkend over het werk van Pieck, dat zij een overdreven zucht naar het verleden noemen, waarin het ontbreekt aan diepgang. Pieck hierover: “Ze haten mij, omdat ze vinden dat het niet in deze tijd te pas komt dat je met dit burgermanwerk toch een plaatsje vindt.” Zelf noemde hij zich liever ambachtsman, iemand die zijn vak verstaat, dan kunstenaar. “De vraag wat kunst is en voor wie en voor wat men kunst ‘maakt’ houdt mij niet bezig. Ik vind het best als men argumenteert: dit is géén kunst, dat is wél kunst, maar het doet mij persoonlijk niets. Ik wil mijn kunst best anders noemen. Met grote bewondering heb ik het ambacht bij anderen leren zien, laat mij dan maar zo’n ambacht beoefenen, maar dan wel met vakmanschap en liefde voor het werk!”

Pieck is altijd een liefhebber geweest van de natuur, het verleden en Nederlandse stadsgezichten. In de loop van de 20e eeuw is veel van dat oude Nederland verdwenen door bombardementen in de oorlog, de verbouwing van de stadscentra vanaf de jaren 60 en de bouw van het wegennet. Daardoor raakt hij aan het eind van zijn leven bedroefd. “Ja, ik heb dit land toch wel erg móói gekend”, vertelt Pieck op 85-jarige leeftijd. “Wat er nu nog is, zie ik als een puinhoop van vroeger. Dat maakt me triest, ja.”

(Bron: Antonpieckmuseum.nl, Dehaagsetijden.nl, Eftepedia.nl, Volkskrant.nl, Wikipedia, ANP)

Geef een reactie