Een muur behangen? Met deze tips kunt u dat gewoon zelf

Behangen is misschien een klus waar u tegenop ziet, maar met een goede voorbereiding en de juiste werkwijze is het prima zelf te doen. Het belangrijkste is dat u stap voor stap werkt en netjes te werk gaat. Wij leggen uit hoe dat moet.

Een goede voorbereiding

Behangen is een vak apart. Wat het lastig maakt, zijn het goed krijgen van een patroon, het naadloos aan laten sluiten van het behang en om het er recht en zonder (lucht)bellen op de muur te krijgen. U kunt het laten doen door een expert, maar u kunt het ook zelf doen. Gaat u zelf aan de slag, doe het dan met z’n tweeën. Extra hulp is altijd handig, zeker met lastige hoekjes en patronen.

Kiest u ervoor om zelf aan de slag te gaan, dan is een goede voorbereiding belangrijk. Maak de ruimte leeg, dek de vloer af en zorg dat de muur egaal is door gaten op te vullen bijvoorbeeld. Verwijder de lichtschakelaars en stopcontacten (schakel wel eerst de stroom uit) zodat u dit uiteindelijk mooi af kunt werken. Zuigt de muur waarmee u aan de slag gaat vocht op? Behandel deze dan eerst met een voorstrijkmiddel. Meet tot slot de muren op om te berekenen hoeveel banen u uit een rol kunt halen en tel altijd 1 extra rol voor correcties of beschadigingen.

Lees ook: Behang verwijderen, dit is hoe dat het makkelijkste gaat

Kies het juiste behang

Het is belangrijk om goed na te denken over welk type behang het beste past bij de ruimte en uw wensen. Er bestaan verschillende soorten behang, die elk hun eigen voor- en nadelen hebben. Dit zijn de meest gebruikte soorten:

• Papierbehang is de klassieke variant: het is betaalbaar en verkrijgbaar in veel kleuren en patronen. Een goede keuze als u op zoek bent naar een budgetvriendelijke manier om een kamer op te frissen. Wel is het iets kwetsbaarder, scheurt het sneller en is het minder geschikt voor vochtige ruimtes.
• Vliesbehang is het populairste type: in plaats van het behang in te smeren met lijm, brengt u de lijm direct op de muur aan. Dat werkt schoner en sneller, en het behang laat zich eenvoudig aanbrengen én verwijderen. Ideaal dus voor wie voor het eerst gaat behangen of wel eens van stijl wisselt.
• Vinylbehang heeft een toplaag van kunststof, waardoor het extra stevig en afwasbaar is. Dit type is perfect voor ruimtes waar muren wel eens vies kunnen worden, zoals de keuken, hal of badkamer.

Let ten slotte goed op het rapport van het behang, oftewel de herhaling van het patroon. Bij een patroonbehang is het belangrijk dat de banen goed op elkaar aansluiten, zodat het motief mooi doorloopt. Dit kan betekenen dat u wat extra behang nodig heeft om het patroon precies te laten kloppen.

Banen knippen

Meet voor de banen de hoogte van de muur en tel daar 10 centimeter bij op (voor speling boven en onder). Snijd het behang op maat met een scherp (stanley)mes of een schaar. Leg de banen daarna naast elkaar op de grond. Zo kunt u controleren of het patroon, als dat er is, goed doorloopt. Ook bij effen behang is dit handig, zodat u zeker weet dat alle banen de juiste lengte hebben. Geef de banen een nummer op de achterkant. Zo weet u precies welke baan in welke volgorde op de muur geplakt moet worden.

Lees ook: Veel klusongevallen door overschatting klussers, zo maakt u klussen veiliger

Plakken

Nu is het tijd om echt te gaan behangen. Neem de tijd voor dit deel, want zorgvuldig werken zorgt voor het mooiste resultaat. Gebruik speciale behanglijm die past bij uw type behang en lees altijd de aanwijzingen op de verpakking, want de verwerkingstijd en dikte van de lijm kunnen per soort verschillen.

1. Bepaal het startpunt: begin niet direct in de hoek van de kamer, maar een paar centimeter er vanaf. Trek met een waterpas of loodlijn een rechte verticale lijn op de muur. Dit is uw hulplijn voor de eerste baan. Zo weet u zeker dat het behang mooi recht komt te hangen.
2. Breng de lijm aan: bij vliesbehang smeert u de muur gelijkmatig in met een roller of kwast. U kunt de muur best wat breder inlijmen dan de breedte van het behang. Bij papierbehang doet u dit op de achterkant van de baan. Dit staat ook op de instructies van de verpakking. Zorg dat de lijm overal goed verdeeld is, vooral aan de randen. Te weinig lijm kan ervoor zorgen dat de naden loslaten, terwijl te veel lijm lelijke bobbels kan veroorzaken.
3. Plaats de eerste baan: begin bovenaan de muur en laat aan de bovenkant een paar centimeter overlappen met het plafond. Druk het behang voorzichtig tegen de muur en controleer met uw loodlijn of de baan recht hangt. Gebruik daarna een behangspatel of een zachte borstel om het behang van boven naar beneden en van het midden naar de zijkanten glad te strijken. Zo verwijdert u luchtbellen en voorkomt u vouwen. Snijd de overtollige stukjes aan de boven- en onderkant af met een scherp mes.
4. Breng de volgende banen aan: herhaal de stappen voor elke volgende baan. Heeft uw behang een patroon, let hier dan goed op zodat de motieven mooi op elkaar aansluiten. Druk de naden voorzichtig tegen elkaar aan en laat ze niet overlappen. Veeg overtollige lijmresten meteen weg met een licht vochtige doek. Doe dit voorzichtig om beschadigingen te voorkomen. Kleine luchtbel overgehouden? Prik er voorzichtig een gaatje in met een naald en druk de lucht eruit. Lijm loslatende randjes dan bij met een klein beetje behanglijm.
5. Afwerken rond deuren, lijsten en stopcontacten: snijd het behang bij deuren, kozijnen en plinten strak af met een scherp mes. Druk het behang goed in de hoeken met een spatel en werk rustig in kleine stukjes om scheuren te voorkomen. Bij stopcontacten en lichtschakelaars behangt u over de opening heen, snijd een klein kruisje in het midden en vouw de flapjes naar binnen. Laat het behang drogen en plaats daarna de plaatjes terug.

(Bron: Praxis, Karwei, deverfzaak.nl, fotobehang.com. Foto: Shutterstock)