Teveel buikvet brengt gezondheidsrisico’s met zich mee (maar er is iets aan te doen)

Na de vakantie of tijdens de coronacrisis zijn er ongemerkt misschien wat kilo’s bijgekomen. Sommige kilo’s gaan er snel weer af wanneer we in ons ‘gewone’ ritme zitten, maar dat lukt niet altijd. Toch is er een goede reden om er iets aan te doen, zeker als het extra gewicht op uw buik zit. Want juist het buikvet zorgt voor de nodige gezondheidsproblemen. 

Overgewicht

Wanneer we meer calorieën binnenkrijgen dan we verbranden is de kans groot dat het lichaam het opslaat als vet waardoor overgewicht ontstaat. En dit overgewicht kan gezondheidsrisico’s met zich meebrengen. Zo hebben mensen met overgewicht een verhoogde kans op diabetes type 2, hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten, galstenen en sneller last van rug- en gewrichtsklachten. Inmiddels is ook bekend dat bepaalde soorten kanker in relatie worden gebracht met overgewicht.

Buikvet

Maar die kilo’s kwijtraken is niet eenvoudig. Toch is het voor onze gezondheid van groot belang dat we minder gewicht met ons meedragen, vooral op de buik. We hebben 2 soorten vet: onderhuids vet en vet dat tussen de organen zit (visceraal vet). Dit buikvet is nodig en biedt organen bescherming, maar te veel zorgt ervoor dat organen vervetten waardoor ze minder goed functioneren. Een teveel aan buikvet zorgt ervoor dat we minder gevoelig worden voor insuline. Daardoor stijgt de bloedsuikerspiegel en is de kans op diabetes type 2 groot. En er is nog een belangrijke reden om van het buikvet af te willen. Dit vet scheidt ontstekingsstofjes af die er onder andere voor kunnen zorgen dat bloedvaten beschadigen. Het risico op hart- en vaatziekten wordt hierdoor bijvoorbeeld vergroot. Ook in de strijd tegen het coronavirus blijkt dat buikvet een kwalijke rol speelt.

Ontstekingsstofjes en cortisol

Die ontstekingsstofjes hebben nog een vervelende bijwerking, want ze hebben een negatieve invloed op onze hersenen. Daarnaast speelt het een belangrijke rol in onze hormoonhuishouding. Buikvet reguleert ook het hongergevoel, onze vetopslag en verbranding. En heeft u last van (chronische) stress? Dan is de kans groot dat het vet zich opslaat op uw buik. Want stress zorgt voor de aanmaak van het hormoon cortisol. Dit hormoon stuurt vet linea recta naar de buik. Cortisol zorgt er ook weer voor dat u mee trek heeft in vet en zoet eten. Dan dat helpt natuurlijk niet om het vet kwijt te raken.

Meten is weten

Het is dus van groot belang om het vet op uw buik kwijt te raken. Wilt u weten hoe het met uw buikvet is gesteld? Dat is eenvoudig te meten. Neem een meetlint en meet staand de middelomtrek tussen de onderkant van de onderste rib en de bovenkant van de bekken. Een gezonde middelomtrek voor mannen ligt tussen de 79 en 94 centimeter en voor vrouwen tussen de 68 en 80 centimeter. Een buikomtrek bij mannen van 102 centimeter of meer en vrouwen boven de 88 centimeter, kan al gezondheidsrisico’s met zich meebrengen. Overigens is het een misvatting dat slanke mensen geen verhoogd buikvet hebben. Er bestaat apparatuur waarbij u het visceraal vet kunt laten meten.

Buikvet verdwijnt als eerste

Volgens hoogleraar Voeding en Gezondheid Jaap Seidell is er wel goed nieuws, want het buikvet is het eerste vet dat verdwijnt als iemand gaat afvallen. Buikvet bestaat overigens uit wit en bruin vet. Het bruine vet is het goede vet en wit vet kan worden omgezet in bruin vet. “Bruin vet werkt als een soort centrale verwarming. Door af en toe kou te lijden, kun je de aanmaak van dit gezondere vetweefsel stimuleren. Dat kan iets helpen bij het afvallen”, aldus Seidell tegen Nu.nl.

Aanpassen leefstijl

Linksom of  rechtsom, wie te veel buikvet heeft en het kwijt wil raken moet aan de slag. Pas uw eetpatroon aan, neem voldoende nachtrust en voorkom stress waar mogelijk. Let goed op met suikers, die hebben vooral de neiging zich vast te zetten op de buik, en kom in beweging. Elke vorm van beweging is goed. Of het nu in de sportschool doet of buiten. Door uw lichaam te trainen zet u vet om in spieren. Een belangrijke tips heeft Seidell nog wel: “ga vooral niet extreem diëten.” Zorg dat verhouding tot wat u eet en beweegt in balans komt. Komt u er zelf niet uit, roep dan de hulp in van een diëtist.

(Bron: Voedingscentrum/Radar/Gezondheidsnet/Nu.nl)