Paleis Het Loo

Vakantie op Het Loo

De zomer is weer in aantocht en we kijken er allemaal naar uit. Lange dagen en hopelijk een zomerse temperaturen! Voor gezinnen met jonge kinderen betekent de zomervakantie: langere tijd met elkaar doorbrengen. Het liefst buitenshuis, op een plek dat alles zo anders maakt. Gedeelde herinneringen voor later worden geboren in een nieuwe omgeving, maar altijd binnen de veiligheid van het eigen gezin. Voor een koninklijk gezin is dit niet anders. Voor de Oranjes betekende Het Loo eeuwenlang: vorstelijk vertier in de buitenlucht!

Het beknellend hofleven ontvluchten

Een echte vorst laat zich zien. Hij woont in de stad, rijdt in een prachtig rijtuig, geeft luisterrijke bals en feesten en is het middelpunt van plechtige rituelen aan het hof. Waar de vorst zetelt, daar zetelt de politieke macht. In ons land was dat niet anders. Op het Binnenhof, het Haagse centrum van de politiek, woonde ook de stadhouder, de Prins van Oranje. Maar naast deze ambtswoning had hij ook de beschikking over verschillende paleizen en buitenhuizen buiten de stad. Want als je leven als vorst gedicteerd wordt door de klok, de etiquette en de steeds weer terugkerende beraadslagingen, ontvangsten en feesten, dan snak je een gegeven naar het leven buiten deze hof-mallemolen. Hoe groot de druk aan het hof ook was: er was altijd een mogelijkheid tot ontsnappen door te besluiten een tijdje door te brengen buiten de stad. De zomermaanden waren daar heel geschikt voor, want dan kwam het leven een beetje stil te liggen. De vorst, en alle aanzienlijken, ruilden dan hun stadspaleis en grachtenpand in voor een buitenplaats.

Kolven en plukken

De bouwheer van het 17de-eeuwse Paleis Het Loo, prins Willem III, wist zijn schaarse vrije tijd wel te besteden. Regelmatig ontving hij op Het Loo vorsten, ministers, adviseurs en diplomaten, maar als het even kon, dan nam hij het kleine verborgen trapje dat naar zijn eigen tuin leidde, de Koningstuin. Daar speelde hij het kolfspel, een beetje de voorloper van het huidige golf, met zijn vrienden en de heren uit zijn gevolg. Ook zijn echtgenote prinses Mary (dochter van de latere Engelse koning James II) had haar eigen tuin, de Koninginnetuin. Mijn werkkamer opent met 2 vensters op deze prachtige tuin, en soms zijn de geuren van de bloemen bedwelmend. Hier stonden van begin af aan de kostbare sinaasappelboompjes, die ’s winters in de oranjerie overwinterden. Tegen de warme bakstenen muren groeiden leivruchtbomen. De bijzondere appels en peren die de prinses plukte, verwerkte zij tot confituren in haar koele, betegelde kelder-appartementje, dat op haar tuin uitkwam.

Tuinieren

In de 18de-eeuw bood de Veluwe de Oranjes genoeg mogelijkheden om van de natuur te genieten. De prinsen en prinsessen maakten toertjes over de heide en door de bossen, er werd gejaagd en gevist in stadhouderlijke visvijvers. ’s Avonds werden Franse toneelstukken opgevoerd in de provisorisch tot schouwburg verbouwde oranjerie van het paleis, waarbij ook de Oranjes rollen vertolkten. Maar in de 19de eeuw begon de zomerpret op Het Loo pas goed, toen het paleis werd aangewezen als de officiële zomerresidentie van de koning! Zoals in de 17de eeuw prinses Mary jams maakten, zo ‘gewoon’ was het dat de toekomstige koningin Wilhelmina als prinsesje leerde haar eigen moestuin te onderhouden. Later, als regerend vorstin, zou zij immers te maken krijgen met pachters op haar koninklijke domeinen, en zou zij bepalen wat er ter tafel kwam, privé, maar ook tijdens staatsbanketten. Dan moest je op zijn minst weten waar groentes vandaan kwamen! Spelen was vooral ook léren, zeker als je was voorbestemd voor de troon. Dat Wilhelmina een bijzonder ‘boerinnetje’ was bleek wel uit haar kruiwagentje, dat versierd was met haar gekroonde monogram…

Spelevaren

In de tijd van koning Willem III en zijn dochter koningin Wilhelmina, toog de koninklijke familie in het voorjaar naar Apeldoorn, om in september weer terug te keren naar Den Haag. De rechthoekige visvijvers in het paleispark waren omgetoverd tot een romantische vijver met een eilandje. Verschillende roeiboten, een pondje en zelfs een Chinese bloemenboot (geschenk van de keizer van China) werden gebruikt door het koninklijk gezin en de hofhouding. Ook koningin Juliana maakte ervan gebruik. Tijdens een zomer in de jaren 50 besloot de koningin om met prinses Christina een nachtje te kamperen op het eilandje. Eenmaal op het eilandje aanbeland zorgde prins Bernhard ervoor dat de roeiboot verdween…

Geef een reactie