De televisie is 65 jaar geworden

In het najaar van 1951 stond ik in een koude Rotterdamse straat met enkele anderen in een winkeletalage te kijken. In die etalage stonden nu eens niet alleen platenspelers, strijkijzers of andere producten van nut, maar een heus televisietoestel. We zagen een grote bruine kast waarin een klein bol beeld te zien was. Dat beeld kwam uit Bussum. heus waar? Ja, heus waar. Veel bijzonders was er toen niet te zien op dat beeldbuisje, maar dat is nu wel even anders.

Hebben we het goed gedaan met dat nieuwe medium? Ik vind van wel.

De programma’s kunnen we in twee groepen indelen: feiten en fictie. Bij feiten gaat het om nieuws, toelichtingen daarbij en documentaires. Dat doen we goed in ons land. Al kwam de journalistiek langzaam op gang op de buis. Pas in 1960 begonnen de KRO en de VARA met een stevige actualiteitenrubriek: respectievelijk Brandpunt en Achter het Nieuws. Dat gebeurde een paar keer per week. Nu is dat dagelijkse kost, van alle kanten zogezegd.

Documentaires zijn meestal van goede en zelfs van uitstekende kwaliteit. Neem recent de VPRO-serie over China, een tocht langs de Yangtze.

Dan de fictie, tv-drama. Het duurde tamelijk lang voor we goede Nederlandse dramaschrijvers zagen komen. Drama was lang een donderdagavondgebeuren. We zagen dan bestaand toneel met de grote acteurs van die oude tijd. Ko van Dijk bijvoorbeeld met Mary Dresselhuis.Vandaag zien we Penoza, Overspel en Moeder ik wil bij de Revue. Door Nederlanders geschreven en gespeeld onder Nederlandse regie.

Daarnaast zijn er nog allerlei tussenvormen: talkshows en allerhande infotainment. Nuttig bedoeld maar het moet wel echt gezellig blijven. Typisch Nederlands. Maar zo zijn we toch?

Geef een reactie

Reactie

    gzinken says:

    Wij kregen televisie toen ik 9 of 10 jaar oud was zo rond 1960 ,Ned. 1 Ned2 ,1 Duitse en Belgische zender en 1 Franstalig, met een hele grootte antenne op het dak. Nu is er meer reclame als programma’s ,het is veel te veel commercieel geworden en alleen uit op winst maken.