Minder leegstand in winkelstraten , maar niet overal

Het aantal leegstaande winkelpanden in ons land is afgelopen jaar licht gedaald. Niet doordat de detailhandel het beter doet, maar doordat veel winkels zijn omgebouwd tot woningen of horecagelegenheden. Dat blijkt uit donderdag gepubliceerde cijfers van Locatus, een onderzoeksbureau dat gegevens verzamelt over de detailhandel in de Benelux.

Leegstand

Begin vorig jaar stond 7,4 procent van alle winkelpanden leeg, een jaar later 7,2 procent. Dat komt neer op een afname met vijfhonderd panden. Gemeten in vierkante meters nam de leegstand wel iets toe, van 7,7 procent naar 7,8 procent. Dat heeft te maken met het faillissement van V&D, waardoor in één klap veel grote winkelgebouwen zonder bewoner kwamen te zitten. Locatus merkt daarbij op dat voor veel V&D-panden inmiddels een tijdelijke of definitieve oplossing gevonden. Zo opent het Canadese warenhuisbedrijf Hudson’s Bay komend jaar zijn eerste van circa twintig filialen in Nederland. Die komen op plekken waar voorheen een V&D gevestigd was. Ook de sportketens Topshelf en Decathlon zijn neergestreken in voormalige V&D-panden.

Troosteloos

Hoewel het aantal leegstaande winkelpanden licht is gedaald, ziet het er toch troosteloos uit, al die dichtgetimmerde lege panden. Vooral in dorpen en kleine steden is het een treurige aanblik. Daar is de leegstaand ook hoger dan het landelijke gemiddelde. In landelijke gebieden staat soms wel 20 of 25 procent van de winkelpanden leeg. De enkele kooplustige die daar nog door het winkelcentrum dwaalt, voelt zich compleet verloren. Met als gevolg nog meer leegstand, want de zin om te winkelen vergaat op deze manier.

Shop-in-shop

De oplossing is slim en simpel: samenwerken. In tientallen kleine steden ontstaat een nieuwe trend, shop-in-shops. Dat zijn winkels waar soms wel 30 of 40 kleine ondernemers samenwerken. Ze huren een kast, een plank, een tafel. Zo brengen ze samen de huur voor het hele pand op. Vaak hebben ze ook de verplichting om een dagdeel als verkoper in de winkel te werken. Zoals bij Vandeplank in het Brabantse Someren. Dat was eerst een kapsalon, maar nu zitten er 35 kleine zelfstandigen in. Die verkopen van alles. Chocolade, handgeblazen glaswerk, babyspullen, serviesgoed, sieraden, noem maar op. “Ik vind het leuk om alles samen te doen”, zegt Ilse, die boerderijproducten verkoopt. “Je hoeft geen winkelpand te betalen.” Een collega die kaarsen maakt, valt haar bij: “Het is gezellig. We geven informatie over de producten van onze collega’s en leren zo ook nog wat. En zelf een winkel beginnen is niet te betalen.”

(Bron: ANP)

Geef een reactie