Patrick Wessels: ‘Een opgeruimd huis is een opgeruimd hoofd’
Publicatiedatum: 10 september 2025
Het begint vaak onschuldig. Met de post op tafel. En daarna een leesbril. Nog wat bonnetjes, en voor u het weet ligt er een halve kringloopwinkel op het aanrecht. Tot u op een dag denkt: nu is het klaar. Alles moet weg. Eenmaal opgeruimd voelt u zich veel beter. Hoe komt dat?
Natuurlijk kennen we ‘een opgeruimd huis is een opgeruimd hoofd’. Maar, hoe zit dat eigenlijk psychologisch? Waarom voelen we ons prettiger (en denken we helderder na!)
Te veel prikkels
Ons brein kan van nature heel goed filteren. Maar elke prikkel die u ziet, hoort, voelt of anders ervaart vraagt tóch een beetje aandacht. Dus hoe meer spullen er om u heen liggen, hoe groter de cognitieve belasting. Onderzoekers van het Princeton Neuroscience Institute ontdekten dat rommel in de omgeving letterlijk concurreert met onze focus. Onze hersenen raken sneller vermoeid en u merkt dat u zich minder goed kunt concentreren. Dat verklaart waarom een lege tafel of een strak aanrechtblad zo rustgevend voelt. Het is niet alleen netjes; het geeft het brein simpelweg minder te verwerken.
Daarnaast speelt nog iets anders mee: het Zeigarnik-effect. Dit psychologische principe stelt dat onafgemaakte taken ons brein blijven bezighouden. Een stapel ongeopende post of een wasmand die uitpuilt, staan voor een taak die u nog moet doen. Ook al kijkt u er niet bewust naar, de hersenen registreren het als een onafgeronde taak. En ‘onthouden’ het ook zo, omdat het blijft zitten in ons werkgeheugen. Door die stapel eindelijk weg te werken, ‘sluit’ u die openstaande taak. Het resultaat: mentale ruimte en minder onrust.
Afronden (opgeruimd) voelt fijn
En er is nóg een reden waarom opruimen zo goed voelt: dopamine. Zodra we een taak afronden, krijgen we een klein beloningssignaal in ons brein. Dat geldt zowel voor een groot project als iets simpels als het leegmaken van de vaatwasser. Juist die kleine, overzichtelijke klusjes kunnen daarom regelmatig een beloning opleveren. Kies daarom soms liever voor een rondje opruimen dan voor iets groots en meeslepend. De hersenen weten: dit kan ik nú afronden, en daar word ik blij van.
Bovendien draagt opruimen bij aan een gevoel van grip. Een rommelig huis kan het gevoel geven dat alles u boven het hoofd groeit. Door de omgeving te structureren, ervaart u weer controle. Het werkt als een klein beetje autonomie. Het werkt als ‘hier heb ík het voor het zeggen’. Ook dat geeft een fijn gevoel, in aanvulling op de dopamine die vrijkomt in het brein.
Kleine stapjes voor een groot effect
Het goede nieuws: u hoeft niet ineens het hele huis aan te pakken. Kleine stapjes werken al heel goed. Zoals een bakje bij de voordeur voor sleutels, want dat voorkomt zoekstress. Een vaste plek voor de post zorgt dat stapels niet uit de hand lopen. En elke avond de tafel leegmaken voelt misschien simpel, maar zorgt voor een rustig hoofd.
Dus, de volgende keer dat u zonder duidelijke reden de drang voelt om de tafel leeg te ruimen: geef eraan toe. U bent niet gek, u bent gewoon uw brein een plezier aan het doen. Want een opgeruimd huis ís een opgeruimd hoofd. En dat geeft net dat beetje rust waar we soms allemaal naar verlangen.
Consumentenpsycholoog Patrick Wessels combineert nieuwsberichten, wetenschappelijke artikelen en praktische tips, om dieper op de consumentenpsychologie in te gaan. Lees hier alle columns van Patrick Wessels.
(Foto: Shutterstock)


