weerzien

Ongewenst weerzien met Kathmandu

Schrik niet, ik neem u mee op reis. En er gebeurt iets dat u wellicht herkent. U zit 2 rijen voor mij in het vliegtuig en we zijn op weg naar Kathmandu. Thuis heeft u gelezen dat Kathmandu de hoofdstad is van Nepal, dat er 975.000 mensen wonen en dat de stad gelegen is in een vallei aan de rivier de Vishnumati. Als u dat niet thuis gelezen heeft – druk, druk, druk en “was van plan maar ’t is er niet van gekomen”- leest u dat nu, terwijl de stewardess staat te wachten tot u geantwoord heeft wat u wenst te eten.

Als u iets niet wilt is het thuis zijn

U bekijkt foto’s van de Pashupati en de Swayambhu tempel en u verheugt zich er op die te gaan bekijken. Opgewonden arriveert u op het vliegveld van Kathmandu en u kunt niet wachten de stad te gaan bekijken. Op naar de tempels waarvan u bijna de naam vlot kun uitspreken. Het hotel valt een beetje tegen, maar dat geeft u niet toe want u bent op reis, heeft zich er maanden op verheugd dus alles is prachtig. Koeien op de weg die het verkeer lamleggen omdat ze heilig zijn? Eigenlijk lelijke, magere koeien, maar ze zijn heilig dus interessant. U snuift de geur op en geniet, want thuis ruikt het toch maar mooi heel anders. Leuke kleine winkeltjes waar u van Omo wasmiddel “bestaat dat nog?” tot sigaretten, van koekjes tot ondergoed en van… nou ja, een oergezellige winkel van Sinkel waar werkelijk alles te koop is. En voor een prik, onthouden voor de te kopen cadeautjes als u op de terugweg bent. U schrikt zich rot van al die kris kras voorbij suizende motoren en als uw reisgezel – man, vrouw, vriend, vriendin, partner en ga zo door – bijna omver wordt gereden roept u vrolijk “goed uitkijken, we zijn niet thuis.” Want als u iets niet wilt is het thuis zijn.

U schrikt van een paar apen in een boom vlakbij u, maar als u van de schrik bekomen bent lacht u hard en roept “moet je toch zien, zomaar apen midden in de stad.” De kleine straatjes kunnen niet smal genoeg zijn en dat u vanwege de kuilen meer naar de grond moet kijken dan om u heen is ook alweer woest interessant, want alles is interessant, omdat het zo anders is dan thuis.

Na de stad veel te kort bekeken te hebben trekt u de bergen in…

Gelukzalig gevoel

De gids vertelt dat hij nog nooit met zulke aardige mensen getrokken heeft en prijst u uitvoerig, want hij “heeft wel met minder fitte mensen over de rotsen geklauterd.” En u gelooft hem maar al te graag. De één zwoegt wat meer dan de ander en zelfs als het begint te regenen houdt u vol dat de tocht beantwoordt aan uw stoutste verwachtingen. Wanneer u weer terugkeert in Kathmandu verzekert u elkaar dat het onvergetelijk mooi was en u verheugt zich er op het thuisfront uw foto’s te laten zien. Weemoedig rijdt u met busje of taxi naar het vliegveld en daar krijgt u te horen dat er vanwege… ja vanwege wat?… de man achter de balie spreekt zulk bar en boos slecht Engels dat u hem niet verstaat. Maar de boodschap is duidelijk: alle vluchten zijn gecanceld! U moet terug met busje of taxi naar Kathmandu en ineens is alles anders. Datzelfde Kathmandu waar u betrekkelijk kort geleden als kinderen zo blij opgewonden doorheen wandelde heeft zijn glans verloren. Uw hersens zeggen wel dat u een ander mens bent dan toen u in ditzelfde Kathmandu arriveerde, maar daar wilt u niet aan. Want u wilt naar huis! Zelfs al zit er thuis niemand op u te wachten, hoeft u nog minstens een week niet naar uw werk, dan toch wilt u naar huis. Omdat we nu eenmaal allemaal geprogrammeerde mensen zijn. U ergert zich verschrikkelijk aan de witte magere koeien die u, hoe kort geleden nog, bij het totale beeld vond passen. De tempels staan nog net zo mooi te wezen, maar u bekijkt ze amper. In de nauwe leuke straatjes ergert u zich elke keer dat u in een kuil stapt, u heeft helemaal geen zin meer om cadeautjes te kopen en in het oergezellige en oh zo anders dan thuis restaurantje zegt u somber tegen elkaar dat u meer dan genoeg heeft van alweer rijst in een plotseling erg onhandig kommetje. Eindelijk, na vele malen op en neer gereden te hebben naar dat toch wel erg primitieve vliegveld, zit u in het vliegtuig met het gelukzalige gevoel op weg te zijn naar thuis.

En dan gebeurt het!

Weer in de veilige vertrouwde omgeving, die u opgewonden en vol verlangen naar het vreemde, het onbekende verlaten heeft, vertelt u aan wie het maar horen wil hoe geweldig Kathmandu was. Hoe schitterend de tempels, waarvan de namen nu vlot over uw lippen rollen. Dat verkeer! En u vertelt over om u heen suizende motoren, over apen die, hoe leuk, midden in de stad in de bomen zitten, over een bepaald soort witte koeien die heilig zijn en daarom verkeersopstoppingen veroorzaken- “en niemand klaagt!”- en dat het absoluut niet erg was om niets anders dan rijst te eten.

Als iemand dan toch durft te zeggen “maar jullie konden toch niet terug?” antwoordt u, verbaasd over de vraag “ach, dat viel achteraf verschrikkelijk mee!”

Geef een reactie