Optimisme is te leren (en zo doet u dat)
Publicatiedatum: 9 juli 2025
Is uw glas altijd halfleeg? Soms voelt dat als een karaktertrek die niet te veranderen is. Maar goed nieuws: optimisme is grotendeels aan te leren. Zelfs als u van nature geneigd bent om negatief te denken. Maar hoe werkt dat dan precies? En waarom is optimisme belangrijk? We leggen het uit in dit artikel.
Wat levert optimisme u op?
Optimisme betekent niet dat iemand problemen negeert. Het betekent dat iemand gelooft dat dingen beter kunnen worden. Hoogleraar neuropsychologie Erik Scherder en cardioloog Leonard Hofstra vertelden eerder al bij Tijd voor MAX hoe dit kan helpen om gezond oud te worden.
En natuurlijk krijgt een optimist ook te maken met tegenslag. Maar waar een pessimist de moed al snel in de schoenen laat zakken en opgeeft, gelooft de optimist vaak nog in mogelijkheden en ziet de toekomst met (meer) vertrouwen tegemoet.
Waarom we van nature vaak niet optimistisch zijn
In het EO-programma Erik Scherder en het nut van optimisme legt de expert uit waarom veel mensen geneigd zijn om negatief te denken. “Alles wat je leest, hoort en ziet, komt als eerste binnen in de hersenstam. Vanuit de hersenstam lopen routes naar bepaalde hersengebieden die zorgen voor emoties en gedrag. De route naar negatieve emoties, zoals angst, is korter. De reden? In beangstigende situaties moet je snel kunnen handelen”, aldus Scherder.

Optimistisch denken kunt u leren
Gelukkig is er wel iets aan te doen. Optimisme is namelijk maar voor 25 procent genetisch bepaald. Voor de overige 75 procent is een positieve kijk op het leven aan te leren. Hierbij geldt wel: oefening baart kunst. Doet u dit consequent? Dan kan (meer) optimistisch denken uiteindelijk een automatisme worden. Hoe u dit kunt trainen leggen we hieronder uit:
Schrijf op waar u dankbaarheid voor bent
Waar u mee kunt beginnen, is per dag een lijstje maken met 3 dingen waar u dankbaar voor bent. Dit hoeft niet per se iets groots te zijn, het kan ook (juist) in iets kleins zitten: een lekkere kop koffie, een fijn telefoongesprek of een nieuw bosje bloemen. Door dit dagelijks te doen, traint u uw brein om meer op het positieve te letten.
Sta stil bij wat u goed doet
Volgens Scherder kan het ook helpen om iedere dag even stil te staan bij wat u zélf goed heeft gedaan. Dit werkt belonend voor uw brein en na verloop van tijd zult u hierdoor merken dat het steeds beter gaat (en u meer let op positieve gebeurtenissen).
Probeer om te denken
Stel: u en uw vriendin gaan lekker zwemmen en baantjes trekken. Maar waar u uw vriendin de hele tijd heen en weer ziet zwemmen, komt u nauwelijks vooruit. U kunt dan het bijltje erbij neergooien en bedenken dat u dit nooit meer gaat doen. Maar u helpt uzelf meer door deze gedachte om te denken. Bijvoorbeeld: het gaat nu nog niet zoals ik zou willen, maar ik heb de tijd en over een paar maanden gaat het al veel beter.
Verleng positieve ervaringen
Wanneer u aan iets positiefs denkt, kunt u niet tegelijkertijd ook negatieve gedachten hebben. Maak er daarom een gewoonte van om vaak en lang aan positieve ervaringen terug te denken. Mooie muziek gehoord? Een fijne vakantie gehad of ergens lekker gegeten? Denk er vaak aan terug, praat erover en/of schrijf het op.
Begin een zin met ‘dankzij’
Ook in verdrietige situaties zijn er trucjes om u te richten op het positieve. Dit kunt u oefenen door een zin te beginnen met ‘dankzij’. Bijvoorbeeld: dankzij mijn ontslag ben ik aan een burn-out ontsnapt. Of: dankzij mijn ziekte heb ik gezien dat ik veel lieve mensen om mij heen heb. Kunt u zelf helemaal niets positiefs aan uw situatie ontdekken? Vraag een optimist in uw omgeving dan eens om mee te denken.
(Bron: GGZ Nieuws, Rijksoverheid, stichting KernKracht, Happinez, Psychologie Magazine, EO. Foto: Shutterstock)



