Radio Oranje, de stem van strijdend Nederland

Op 28 juli 1940, in 2025 85 jaar geleden, begint Radio Oranje met uitzendingen vanuit Londen. De zender is een initiatief van de Nederlandse regering in ballingschap. Tijdens de oorlog zendt Radio Oranje elke dag een kwartier uit met nieuws over het bezette Nederland. Ook is er cabaret te beluisteren met anti-Duitse en anti-NSB-liedjes. Koningin Wilhelmina spreekt het Nederlandse volk regelmatig toe via de zender. Vooral de symbolische betekenis van Radio Oranje is groot geweest.

Elke dag tijdens de Tweede Wereldoorlog stelt de BBC een kwartier zendtijd beschikbaar voor uitzendingen van Radio Oranje naar het bezette Nederland. De uitzending begint standaard met de zin: “Hier Radio Oranje, de stem van strijdend Nederland.” Radio Oranje verzorgt uitzendingen van de Nederlandse regering in ballingschap in Londen. Er bestaat behoefte aan een middel waarmee de gevluchte regeringsleiders het bezette Nederland kunnen informeren. Het doel is verbinding te houden van de Nederlandse regering met het volk in Nederland, om het volk moed in te spreken en de Duitse propaganda te weerspreken. Koningin Wilhelmina spreekt tijdens de oorlog via de zender Nederland 31 keer toe als een ‘Moeder des vaderlands’. De eerste uitzending van Radio Oranje is op 28 juli 1940.

Accepteer de cookies om dit element te weergeven.

Eigen geluid via Radio Oranje

Nog voor de capitulatie is de koningin met haar familie en de Nederlandse regering vertrokken naar Londen. Veel Nederlanders vinden dat veel te vroeg en zeker niet heldhaftig. Ze worden door sommigen zelfs laf genoemd. De Duitse bezetter maakt hiervan gebruik met propaganda, door de regering en de koningin te bespotten. Na de Duitse inval komen de omroepen in Hilversum al snel onder Duits toezicht te staan. Het gevolg is dat de propaganda van de bezetter zich via de ether over Nederland verspreidt. Dit tot groot ongenoegen van de Nederlandse regering in ballingschap in Londen. Die wil een eigen geluid laten horen via Radio Oranje.

De Nederlandse regering weet echter niets van radio maken. Een aantal medewerkers heeft in het verleden wel iets in de journalistiek gedaan. Voor de rest bestaat de groep van radiomakers uit ambtenaren. Die allereerste medewerkers zijn Jan Willem Lebon en historicus Loe de Jong. Lebon is voor de oorlog werkzaam als penningmeester bij de VARA, De Jong als redacteur bij de Groene Amsterdammer. Radio-ervaring hebben de mannen nauwelijks, maar hun journalistieke achtergrond is voldoende om hen de leiding te geven over het radiostation.

Medewerkers van Radio Oranje

Medewerkers van Radio Oranje met onder andere Loe de Jong.

“Vlakke uitzendingen”

De eerste uitzendingen zijn naast erg saai ook weinig informatief. Er is niet veel nieuws dat Londen bereikt over bezet Nederland. Alle berichtgeving in de uitzendingen van de BBC moet eerst langs de censuurafdeling van de Britse autoriteiten. Dit om de militaire veiligheid te garanderen en vooral geen gevoelige informatie aan de Duitsers te verstrekken. Ook Radio Oranje is aan deze regels gebonden. Daar komt nog bij dat de berichten ook nog eens goedkeuring van de Nederlandse ministerraad moeten krijgen.

In Nederland luistert Gerrit Tulp al vanaf 1940 naar Radio Oranje. In het programma Andere Tijden zegt hij: “Toen was het nog echt een regeringszender. Alles wat werd uitgezonden, moest door een zeef. Ik moet zeggen, dat waren nogal vlakke uitzendingen.” Vooral premier Dirk Jan de Geer voelt er niets voor om de Duitsers voor het hoofd te stoten. Lebon herinnert zich in een interview uit 1963 een oude radiospeech waarin hij het woord moffen gebruikt: “Al die speeches moesten worden voorgelegd aan een commissie van 3 ministers. Ik kwam bij De Geer en dat ging er netjes uit hè? Want ik mocht niet zeggen dat de moffen ons vaderland hadden bezet. Zelfs tegenover de Duitsers moest ik objectief blijven!”

Februaristaking

De indruk die het verzet krijgt van Radio Oranje in de eerste jaren, is zeer slecht. Mediahistoricus Huub Wijfjes in Andere Tijden: “Een zender die slecht geïnformeerd was, die veel te veel luisterde naar de autoriteiten en veel te weinig opzwepende taal gebruikte om het verzet een hart onder de riem te steken.” Door dat voorzichtige begin klinkt met name vanuit het verzet de kritiek dat “zij in Londen van niks weten”. Loe de Jong erkent dat. “We kregen gewoon te weinig informatie vanuit Nederland en daardoor bleven de uitzendingen beneden de maat.”

Zo breekt in februari 1941 een staking uit, die later beken wordt als de Februaristaking. Radio Oranje maakt hier geen melding van, ook al weten ze dat de staking gaande is. Het onbegrip hierover is groot. De Jong: “Van de beroemde Februaristaking, die op 25 februari 1941 begon uit protest tegen de Jodenvervolging, wisten we inderdaad niks. Dat nieuws bereikte Londen gewoon niet meteen.” Pas op 29 maart bericht Radio Oranje erover. Een jaar later bij de eerste herdenking van de Februaristaking, probeert Radio Oranje dat goed te maken met een opzwepende herdenkingsuitzending over die staking.

De Watergeus

Berichten over dat wat in Nederland gebeurt, is een belangrijke taak van Radio Oranje, evenals het geven van commentaar op gebeurtenissen. Daarnaast zijn er ook humoristische uitzendingen. Vaak worden de Duitsers en NSB’ers op de hak genomen in teksten en liedjes zoals bij het cabaret De Watergeus, met onder anderen Jetty Paerl, die de bijnaam ‘Jetje van Radio Oranje’ krijgt.

Jetje van Radio Oranje

Zij komt in de zomer van 1940 met haar ouders in Londen aan. Haar vader Jo, een filmmaker, wordt portier bij de thuisbasis van de Nederlandse regering in ballingschap. Door zijn contacten met de regeringsvoorlichtingsdienst, raakt hij betrokken bij De Watergeus waarvoor hij teksten schrijft. Jetty Paerl zingt het in die tijd bekende “Op de hoek van de straat staat een NSB‘er. Op de hoek van de straat, staat een NSB’er. Het is geen man, het is geen vrouw, het is een farizeeër. Met een krant, in de hand, staat hij daar te venten. Hij verkoopt zijn vaderland, voor 5 losse centen.”

Accepteer de cookies om dit element te weergeven.

Paerl begint haar zangcarrière bij de oprichting van de Prinses Irene Brigade: Paerl in Andere Tijden: “Mijn vader had daar enkele liedjes voor geschreven en mij werd gevraagd of ik die wilde zingen.” Ondanks haar zenuwen zijn de aanwezigen onder de indruk van haar optreden. “Toen vroeg er iemand of dat meisje niet kon zingen voor Radio Oranje.” In de maanden daarna leren veel Nederlanders haar kennen als Jetje van Radio Oranje. Een paar keer per week gaat ze vanuit haar werk bij de Dutch Shipping and Trading Company naar de studio om haar liedjes ten gehore te brengen. De regering vindt het cabaret maar niks. Paerl “Ze vonden ons maar een stel potsenmakers.” In de eerste maanden van de oorlog is er geen plaats voor amusement. Uit Nederland komen berichten dat sommigen dat amusement wel missen, waarop De Watergeus vanaf 1941 als onderdeel van Radio Oranje te beluisteren is.

“We doen het niet voor niets”

De meningen over De Watergeus zijn verdeeld. Soms is het leuk, soms erg flauw. Toch blijkt dat veel Nederlanders steun vinden in de anti-Duitse liedjes en sketches van het programma. Paerl ervaart dit als ze in de studio een Engelandvaarder ontmoet. “Die Engelandvaarders mochten eenmaal in Engeland aangekomen, via Radio Oranje een boodschap uitzenden. Toen die jongen hoorde wie ik was zei hij verbaasd: ‘Ben jij dat? Oooh… .’ Hij kende al die teksten van die liedjes. Uit z’n hoofd! Toen dacht ik: we doen het niet voor niets.”

Radio Oranje en De Brandaris fuseren

De Brandaris, de zender voor Nederlandse zeevarenden van marine en koopvaardij, is een andere Nederlandse zender die uitzendingen verzorgt tijdens de oorlog. Die omroep begint in mei 1941 met uitzenden. De journalist Hendrik van den Broek, bijgenaamd ‘De Rotterdammer’, en schrijver A. ‘Bob’ Den Doolaard staan tot het einde van de zender in november 1942 aan het hoofd van De Brandaris. Onder hun leiding neemt de zender in populariteit toe en niet alleen onder de zeevarenden. Ook in Nederland luisteren mensen graag naar de zender. Tulp: “Daar luisterde ik veel liever naar, dat waren mensen die fantasie hadden. Den Doolaard bijvoorbeeld.”

De groeiende aandacht voor De Brandaris en ook voor andere buitenlandse zenders maakt duidelijk dat er iets moet veranderen. In oktober 1942 neemt premier Pieter Gerbrandy het besluit De Brandaris en Radio Oranje te laten fuseren. Onder de naam Radio Oranje gaat de zender door. Het meeste personeel van Radio Oranje verdwijnt echter al snel uit de studio’s. Van den Broek vervangt Lebon als directeur en van de andere medewerkers is het alleen De Jong die nog tot het einde van de oorlog voor de radio werkzaam blijft.

Het samenvoegen zorgt voor een nieuwe toon van Radio Oranje. Deze is vanaf dat moment veel meer gericht op het stimuleren van het verzet. Wijfjes: “Dat nieuwe Radio Oranje werkte veel beter. Vooral door de teksten van Den Doolaard. Die sprak heel persoonlijk tot de mensen die in het verzet zaten en ook de Duitsers benaderde hij op een buitengewoon beledigende manier. Terwijl de ministers zoiets hadden: moet dit nou wel?”

A. den Doolaard van Radio Oranje

A. den Doolaard in zijn latere jaren.

Nederlanders moeten hun radio’s inleveren

Maar een groot probleem blijven de stoorzenders van de Duitsers om de uitzendingen onverstaanbaar te maken. Paerl: “Als ik dacht dat ik goed had gezongen, dan riep de technicus dat het over moest. De d’s en de t’s en de n’s moest ik veel duidelijker articuleren, aangezien enorme Duitse stoorzenders de uitzendingen in Nederland probeerden dwars te liggen. Hoe duidelijker ik zong, hoe beter het overkwam via de radio.”

In Nederland is het sinds de Duitse inval verboden om te luisteren naar zenders die niet door de bezetter zijn gecontroleerd. Toch blijven veel Nederlanders luisteren naar die zenders, waardoor de Duitsers in mei 1943 besluit dat Nederlanders hun radio’s moeten inleveren. De Duitsers krijgen honderdduizenden toestellen in handen, maar veel mensen hebben hun oude radio ingeleverd en hebben hun nieuwe verstopt om te kunnen blijven luisteren. Dit betekent niet dat mensen die geen radio hebben, verstoken zijn van nieuws. Wijfjes: “De grote kracht van Radio Oranje zat hem in het feit dat mensen begonnen door te geven wat ze hadden gehoord. Er waren maar een beperkt aantal luisteraars, maar degenen die hadden geluisterd, gaven dat weer door. Zo verspreidden die berichten zich als een golf over Nederland.”

Accepteer de cookies om dit element te weergeven.

Toespraken Wilhelmina

De toespraken van koningin Wilhelmina op Radio Oranje maken op veel Nederlanders grote indruk. Die staan in het collectieve geheugen gegrift, hoewel ze maar 31 keer in 5 jaar bezetting het volk voor de zender heeft toegesproken. Haar redevoeringen hebben vooral als doel om bezet Nederland moed in te spreken. Wijfjes: “De positie van Wilhelmina in Londen was als een moeder des vaderlands.” Ze spreekt een paar keer over de Jodenvervolging, volgens sommigen veel te weinig.

Op 17 oktober 1942 zegt zij voor Radio Oranje: “Ik deel van harte in uw verontwaardiging en smart over het lot van onze Joodse landgenoten en met mijn gehele volk voel ik de onmenselijke behandeling, ja, het stelselmatig uitroeien van deze landgenoten, die eeuwen met ons samen woonden in ons gezegend vaderland, als ons persoonlijk aangedaan. Waar gij uwe gevoelens niet moogt uiten, daar doe ik dit thans voor u. Wij zullen pogen, zodra zulks mogelijk is, althans iets van dit leed te verzachten.”

Strooibiljet Koningin Wilhelmina

Eén van de strooibiljetten die door Engelse vliegtuigen boven Nederland werden afgeworpen. De koningin geeft uitleg in een gedicht van haar vlucht naar Engeland.

“5 minuten te laat… .”

In het najaar van 1944, wanneer grote delen van zuidelijk Nederland al zijn bevrijd, beseffen de leiding van Radio Oranje en de regering dat het moeilijk is om vanuit Engeland te blijven berichten over wat er in Nederland speelt. Daarom besluit men om een aparte zender op te richten. De voorbereidingen ervoor zijn al eerder in gang gezet. Van den Broek vertrekt samen met 2 redacteuren naar Eindhoven, om daar vanuit de Philips-fabrieken de uitzendingen te verzorgen. Op 3 oktober 1944 is de eerste uitzending van Radio Herrijzend Nederland te horen, de zender die tot januari 1946 actief blijft.

In juni 1946 stopt ook Radio Oranje met uitzenden, hoewel het bestaansrecht van de zender met de bevrijding eigenlijk al ten einde is. Die bevrijding zelf komt net te laat voor Radio Oranje. Het bericht over de Duitse overgave bereikt De Jong net nadat hij om half 9 de studio heeft verlaten. De Jong: “5 jaar hadden we op dat nieuws zitten te wachten. Toen het kwam, was het 5 minuten te laat… .”

(Bron: Anderetijden.nl, Beeldengeluid.nl, NOS.nl, Absolutefacts.nl, Wikipedia. Foto’s: ANP)

Geef een reactie