Duur 04:18
Gepubliceerd op 14 april 2015

Beroerte

Veel mensen worden jaarlijks geconfronteerd met een hersenbloeding. Maar wat gebeurt er in ons hoofd bij een hersenbloeding?

Er zijn verschillende soorten hersenbloedingen. Soms knapt er een bloedvaatje op een zwakke plek in de hersenen. Op zo’n plek kan een uitstulping zitten, een aneurysma, en dat kan knappen. Dat heet dan een subarachnoïdale bloeding, onder het zachte hersenvlies. Dat gebeurt vaak op jonge leeftijd, tussen de 40 en 50 jaar. Het bloed verspreidt zich via het hersenvocht over de gehele hersenen. Als de bloeduitstorting binnen het hersenweefsel blijft, noemen we het een intracerebraal hematoom.

Vooral bij ouderen kan soms zomaar of na een val een bloeduitstorting aan de binnenkant van de schedel ontstaan. Zoals bij een buil op het hoofd, kan er ook aan de binnenkant van de schedel, net onder het harde hersenvlies (de dura), een zwelling ontstaan die langzaam groter wordt. We noemen dat een chronisch subduraal hematoom. Vooral mensen met bloedverdunners lopen dat risico.

Tenslotte kan er ook een bloedvaatje knappen door een barstje in de schedel, bij een klap op het hoofd of een val. Er ontstaat dan een bloeding net buiten het hersenvlies, een epiduraal hematoom, en die kan snel erger worden en tot bewusteloosheid leiden. Dat zijn de mensen die gewoon naar huis lopen na zo’n gebeurtenis en dan een paar uur later, in hun slaap bijvoorbeeld, overlijden.

Snel handelen is bij een hersenbloeding noodzakelijk. Maar wanneer moet men alarm slaan?

Men weet natuurlijk zelf niet wat er precies in het hoofd gebeurt, maar het is wel van belang om snel hulp te zoeken wanneer een hersenfunctie uitvalt. Meestal is dat een scheve mond, een arm of been dat niet meer wil bewegen of uitval van de spraak of het gezichtsvermogen. Als u dat merkt, moet u gelijk de huisarts of 112 bellen. De oorzaak kan een TIA zijn, een herseninfarct of een bloeding. Gelukkig is het slechts bij 20% van de gevallen een bloeding. Een TIA is een tijdelijke afsluiting van een bloedvat in de hersenen. Dat gaat vanzelf weer over.
Bij een herseninfarct sterft een stuk van het hersenweefsel door een stolsel of een afsluiting van een bloedvat. Wanneer men daar snel bij is, kan het stolsel nog oplossen en de schade worden beperkt. Bij een stolsel moet het bloed dun worden gemaakt en bij een bloeding juist niet. Vandaar die haast om een diagnose te krijgen. Met een hersenscan komt men daar snel achter.

Wie lopen het meeste risico?

Factoren die extra risico geven op vernauwing of verstopping van de bloedvaten zijn: roken, hoge bloeddruk, een hoog cholesterol, diabetes mellitus, reumatoïde artritis, stress, overgewicht of gebrek aan lichaamsbeweging. Ouderen lopen meer risico, doordat ze vaker vallen en vaker bloedverdunners gebruiken. Die uitstulpingen in hersenslagaders, aneurysma’s, zijn soms aangeboren en geven meestal geen klachten tot ze knappen. Hoge bloeddruk kan dat versnellen.

Wat zijn de gevolgen van een hersenbloeding?
Dat is heel verschillend. Bij een grote bloeding kan men gelijk in coma raken en helemaal verlamd zijn of acuut overlijden. Een heel kleine bloeding hoeft nauwelijks klachten te geven of pas na dagen tot weken. Men kan toenemende hoofdpijn krijgen. Er kunnen delen van de hersenen stoppen met functioneren en dan hangt het af van de plek in de hersenen waar men last van krijgt. Een verlamming, duizelig worden, dubbel zien, niet kunnen spreken of lopen, verward raken, de weg kwijt zijn. Het hangt ook af van de behandeling: hoe sneller een bloeding stopt, hoe minder restverschijnselen.

Wat kan men aan een hersenbloeding doen?

Bij een chronisch subduraal hematoom kan men een gaatje boren in de schedel net boven de plek van de bloeding en het stolsel wegzuigen. Behandeling van een aneurysma is niet altijd noodzakelijk. Wanneer de behandeling van het aneurysma ten koste zou gaan van belangrijke hersenfuncties, is behandeling zelfs niet wenselijk. Een aneurysma kan men afklemmen, als het op een bereikbare plek zit. Soms kan de uitpuiling opgevuld worden met kleine platina spiraaltjes die worden ingebracht via een slangetje door een bloedvat vanuit de lies. Er ontstaat dan een stolsel in de uitpuiling en dan is het gevaar voor een bloeding geweken. Soms is het nodig om een omleiding te maken met een bloedvat van elders, maar dan zonder het hersenbloedvat te moeten afklemmen. Daar is weer een heel speciale techniek voor die in Utrecht is ontwikkeld.

Welke hulp is er voor mensen die een herseninfarct hebben gehad?

Hoe eerder men met een oefenprogramma begint, hoe beter, liefst binnen enkele dagen. Want men kan helemaal herstellen van de gevolgen van zo’n bloeding. Veel verschijnselen van een beroerte kunnen binnen 3 weken sterk verbeteren. Hierna kan er in de eerste 6 maanden na een beroerte nog veel herstellen. Daar kan men thuis, in een verpleeghuis of in een revalidatiecentrum bij geholpen worden. Hiervoor is er hulp beschikbaar door een wijkverpleegkundige, een fysiotherapeut voor oefeningen met bewegen, een logopedist voor oefeningen met praten en slikken en/of een ergotherapeut voor advies hoe zelfstandig te blijven.

Als het erfelijk is, kan het dan worden voorkomen?

Alleen indien er binnen één familie meerdere bloedverwanten een hersenbloeding uit een vaatafwijking hebben gehad, kan dat een reden zijn om familieonderzoek te doen. Daarbij moet worden afgewogen of voordelen van vroegtijdige behandeling opwegen tegen de risico’s van het onderzoek en de behandeling zelf. Bovendien kan het zijn dat een vaatafwijking wordt gevonden waaraan uiteindelijk niets gedaan blijkt te kunnen worden. Voor de persoon in kwestie betekent het dat hij is belast met de wetenschap dat er een zwakke plek in één van de hersenvaten zit, waar niets aan kan worden gedaan. Dat geeft grote onzekerheid en gaat gepaard met veel stress. Achteraf moet men dan constateren dat het beter was geweest om niet alles te weten. Temeer omdat niet kan worden voorspeld welk aneurysma wél, en welk aneurysma niet zal gaan bloeden.

Wat zijn de nieuwe ontwikkelingen, inzichten en behandelingen?

De cijfers liegen er niet om: 1 op de 4 Nederlanders krijgt ooit in zijn leven een hersenaandoening. Ieder jaar komen er 160.000 mensen bij. Iedereen kent helaas wel iemand die is getroffen door een hersenbloeding, lijdt aan dementie, een depressie heeft of hersenletsel heeft opgelopen door een ongeval. Er wordt heel veel onderzoek gedaan naar de functie van de hersenen.

De behandeling van beroertes en hersenbloedingen is al veel verbeterd en we weten ook steeds beter hoe men herhaling kan voorkomen. Bijvoorbeeld bloedverdunners na TIA’s, maar vooral ook een gezondere leefstijl. Maar er zijn nog veel hersenziektes die we slecht begrijpen: migraine, MS, ALS, epilepsie, Parkinson, hersentumoren. En dan nog alle psychische ziekten die ook vaak voortkomen uit de hersenen: depressie, angststoornissen, schizofrenie, verslavingen. Er moet nog veel onderzoek gebeuren en het is goed dat daar aandacht aan besteed wordt.

Dit onderwerp is besproken op 14 april 2015 in Tijd voor MAX.

Geef een reactie

Bekijk ook

Meer