De Rijdende Rechter
Mieta treft haar verhuurde appartement in puin aan en houdt de borg in. Emrullah, die een maand zonder werkende afvoer zat, eist niet alleen de borg terug, maar ook de laatste maand huur.Wanneer Mieta de sleutel van haar verhuurde appartement terugkrijgt, schrikt ze. Haar dierbare vakantiehuisje is achtergelaten in een puinhoop. Naar de borg kan huurder Emrullah wel fluiten. Is dit wel terecht? In de laatste maand van Emrullahs verblijf heeft hij zonder werkende afvoer gezeten. Om die reden eist hij niet alleen de borg terug, maar ook de laatste maand huur.
