huisarts

Relax…’t is gewoon complex

Ieder jaar is er een congres van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), de wetenschappelijke vereniging van huisartsen. Een paar duizend huisartsen komen dan bij elkaar om de nieuwste inzichten in het vak te horen. Gelukkig komt niet iedereen, want er moeten ook nog patiënten genezen worden natuurlijk. Vorige week had het congres het motto Relax, ’t is gewoon complex. Het vak van huisarts is ingewikkeld en de tekorten in de uithoeken van Nederland en de stijgende huisvestingskosten in de grote steden maken het ook niet makkelijker. Burn-out komt veel voor bij (jonge) dokters. De grote hoeveelheid richtlijnen voor huisartsen zouden het eenvoudiger moeten maken, maar is dat wel zo?

Richtlijnen

Toen ik huisarts werd in de jaren 70 van de vorige eeuw, deden huisartsen zo’n beetje wat de specialisten in het ziekenhuis adviseerden. Maar de mensen die bij de huisarts komen, waren ander patiënten die die in het ziekenhuis. Alleen al omdat de huisarts ze in een vroeg stadium van hun ziekte ziet en de dokter in het ziekenhuis vaak pas als de diagnose al is gesteld. Daarom gingen huisartsen zelf richtlijnen voor hun eigen handelen maken, gebaseerd op wetenschappelijke onderzoek. Er zijn er nu meer dan 100 zogenaamde NHG-Standaarden, voor heel veel verschillende aandoeningen.

Wetenschappelijk onderzoek

Om er achter komen wat de beste behandeling is, wordt vaak een ‘gerandomiseerd onderzoek’ uitgevoerd. Dat wil zeggen dat bijvoorbeeld 2000 mensen met een bepaalde kwaal willekeurig verdeeld worden in een groep van 1.000 die één soort medicijn krijgen en 1.000 anderen die een neppil krijgen (placebo). Dan kijkt de onderzoeker of er meer mensen beter worden met dat medicijn dan met die neppil. Als dat zo is, dan zal dat wel een goed middel zijn, tenzij er vervelende bijwerkingen zijn. En dat komt dan in die richtlijnen.

Roodharigen

Om die 2 groepen te kunnen vergelijken, moeten ze vergelijkbaar zijn. Als in de ene groep alleen maar roodharigen zitten en bij die groep het medicijn werkt, dan komt dat misschien door hun rode haar en hebben mensen met blond haar daar niks aan. Ook kunnen er in de ene groep toevallig meer mensen met een tweede of een derde aandoening zitten. Ook niet handig. Daarom worden de 2 groepen zo willekeurig mogelijk ingedeeld (gerandomiseerd) en liefst met zo weinig mogelijke andere ziektes onder de leden. En vrouwen worden vaak uitgesloten, want dat is met een eventuele zwangerschap maar lastig.

De werkelijkheid is ingewikkeld

Nu is het lastige dat de meeste patiënten helemaal niet lijken op die in dat wetenschappelijk onderzoek. Ze hebben verschillende andere aandoeningen, zijn te jong of te oud om mee te hebben kunnen doen, zijn vrouw of hebben misschien bepaalde erfelijke aanleg. Ook is het maar de vraag of iedereen net zo therapietrouw is als in dat onderzoek. Sommige patiënten stoppen met de medicijnen vanwege bijwerkingen of kunnen niet lezen hoe ze de pillen moeten innemen. Ze komen misschien uit een andere cultuur of hebben een verschillende levensopvatting: de ene patiënt heeft er alles voor over om 100 te worden, de andere wil vooral goede kwaliteit van leven behouden.

Niet volgens het boekje

Dus gewoon de richtlijnen volgens het boekje volgen, gaat niet werken. De werkelijkheid is altijd ingewikkelder dan in dat wetenschappelijke onderzoek. Daarom moet je als dokter met de patiënt overleggen wat in zijn of haar geval de beste behandeling zou kunnen zijn. Dat vind je niet in die richtlijn of bij ‘dokter Google’. Huisartsen worden daar wel eens wanhopig van. Het gaat nooit volgens het boekje. Afwijken van de richtlijnen moet kunnen, omdat het leven nu eenmaal complex is. Als je dat voor ogen houdt en met de patiënt bespreekt, kom je als huisarts relaxt het spreekuur door.

Geef een reactie