Kerstboom

Paul Rem: ‘Leve de kerstboom!’

Als het goed is heeft nu iedereen wel de kerstboom opgetuigd. Of tenminste ergens een groenslinger of een krans weggewerkt. Kerstgroen in huis, even wonderlijk als vertrouwd. Maar waar komt dat idee van kerstgroen in huis toch vandaan? Kerst is een christelijk feest, maar in de Bijbel wordt met geen woord gerept over een versierde kerstboom met brandende kaarsjes in de stal van Bethlehem… Al eeuwen vieren wij op eerste kerstdag, bewust of onbewust, de geboortedag van het ‘kindeke’ Jezus.

Groenblijvende takken

De kerstboom speelde in die jaren natuurlijk nog helemaal geen rol. Maar het gebruik van groenblijvende takken waarmee het huis tijdens hoogtijdagen werd versierd, was al wel een oud Romeins gebruik. De Germanen vereerden bomen tijdens hun midwinterfeest, als zij merkten dat de zon weer aan kracht toenam. Takken van groenblijvende bomen werden uit het ‘heilige bos’ gekapt en naar de woningen gebracht. In de donkere middeleeuwen was het plan ontstaan om 4 dagen vóór kerstdag de gevels van de huizen te versieren met takken van groenblijvende bomen, als teken van hoop op nieuw leven na de donkere tijd. Bomen werden versierd met appels, (kunst)bloemen en stro, als symbool van het leven dat met het groeien van de kracht van het zonlicht zou toenemen. De kerstboom was geboren!

Waar komt de traditie van de kerstboom vandaan?

De eerste berichten over de ‘moderne’ kerstboom stammen uit het gebied op de grens van Frankrijk en Duitsland. Uit het jaar 1419 is bekend van een boom die versierd was met taaitaai, appels, reepjes goudpapier, gekleurde noten en veelkleurig papier. Twee eeuwen later heette hij nog ‘Christusboom’, als verwijzing naar de geboorte van Jezus. De versieringen verwezen naar de vruchtbaarheid die met het toenemen van het zonlicht te verwachten was. Oude berichten hebben het over beschilderde of vergulde (uitgeblazen) eieren en noten, mens- en dierfiguren van deeg, en aan rode draden opgehangen krakelingen en suikergoed. Slingers waren gemaakt van kleurig geknipt papier en van klatergoud, dat veel rijkdom en glans aan de boom gaf.

Het ontstaan van de kerstbal

Maar waar blijft de oer-traditionele, zilveren kerstbal in dit kerstverhaal? Het schijnt dat de zeer strenge winter van het jaar 1858 bij toeval de aanleiding is geweest voor het ontstaan van de voor onze onmisbare kerstbal. Dat jaar konden de boeren in het Duitse Thüringen door een slechte oogst geen appels leveren als kerstversiering. Een glasblazer kwam toen op het idee een glazen appel, oftewel kerstbal, te blazen. Het was een begin van een belangrijke industrie waarvan het stadje Lauscha het centrum zou worden. Glasblazers vervaardigden op grote schaal verzilverde glasdecoraties, zoals slingers, hoorntjes en klokken, maar vooral kerstballen, als vervanging van de schaarse appels.

De eerste kerstboom met elektrische kaarsjes kon al in 1882 in New York worden bewonderd. Aan één slinger was een snoer met 80 lampjes bevestigd. De productie werd weliswaar in gang gezet, maar pas halverwege de 20ste eeuw zou pas op grote schaal de kerstboom van elektrische verlichting worden voorzien.

De kerstboom is een blijvertje

Elk jaar wordt ons weer verteld wat nu weer de trends zijn op het gebied van kerstversiering. Een echte boom is door velen vervangen door een duurzame kunstboom. Maar de kerstboom is nu eenmaal een blijvertje. Hij gaat terug p een heel oude traditie, dus hij kan een stootje hebben. Maar persoonlijk hang ik toch erg aan mijn eigen oude kerstdecoraties, waarvan een klein deel nog uit mijn ouderlijk huis komt. Zwart uitgeslagen en soms gehavende kerkjes, klokjes en paddenstoelen. Elk jaar weer komen zij uit de doos. Want gaat het met kerst toch ook niet om het vanzelfsprekende? Het herkenbare? Het vertrouwde? Een beetje traditie doet niemand kwaad. Gezegende dagen gewenst!

Paul Rem is architectuur- en kunsthistoricus en conservator op Paleis Het Loo. Hij is bestuurslid van diverse musea, internationaal erkend expert ‘Oude meubelen’ en lid van het ‘TEFAF vetting committee’. Regelmatig schuift hij aan als tafelgast in Tijd voor MAX.  Maak ook eens een stadswandeling langs de Nederlandse bouwkunst met Paul Rem. Lees hier al zijn columns.

(Foto: Shutterstock)

Geef een reactie