Enschede, de voormalige textielstad, bestaat 700 jaar

Op 15 december 1325, in 2025 700 jaar geleden, verleent de bisschop van Utrecht volledige stadsrechten aan Enschede. De stad groeit later uit tot de belangrijkste textielstad van Nederland. De textielindustrie heeft een grote rol gespeeld in de vorming van Enschede.

Stadsrechten voor Enschede

De geschiedenis van Enschede gaat terug naar de vroege middeleeuwen. De agrarische nederzetting ligt op een strategisch kruispunt van handelswegen, waardoor die groeit en ontwikkelt. In 1319 krijgt Enschede stadsrechten. De stad wordt daarmee juridisch afgescheiden van het omringende land, krijgt een eigen bestuur en de rechtspraak over het eigen grondgebied. Op 15 december 1325 verleent de bisschop van Utrecht, Jan van Diest, volledige stadsrechten aan Enschede. Hierdoor krijgt de stad ook het recht de hoge rechtspraak, rechtspraak in halszaken, onder eigen verantwoordelijkheid uit te voeren.

De naam Enschede komt voor het eerst in de schriftelijke bronnen voor in 1118-1119 als Aneschedhe en Aneschethe. De letterlijke betekenis van ‘schede’ is ‘scheiding’, zoals bijvoorbeeld een waterscheiding of grens. Het kan tevens ‘aan de Es’ betekenen, naar het uitgebreide essencomplex aan de oostkant van de stad.

Het eerste stadzegel stamt uit die tijd waarop St. Jacobus in de ene hand zijn staf houdt en met zijn andere hand het kerkgebouw van Enschede draagt. Ook wordt de eerste stadsgracht, de binnengracht, aangelegd, die vlak langs het stadscentrum loopt. In 1450 wordt de buitengracht aangelegd. Voor extra verdediging wordt tussen de 2 grachten een wal geplaatst. Op die wal wordt omstreeks 1460 een houten omheining rondom de stad gebouwd.

Tachtigjarige Oorlog

Enschede krijgt in zijn geschiedenis te maken met meerdere stadsbranden. Op 14 maart 1517 brandt de stad bijna volledig af. Alleen de stenen stadspoorten en de kerk blijven overeind. Na de brand wordt de stad weer opgebouwd, voornamelijk uit hout.

In 1565 ontstaat de opstand tegen de Spanjaarden en begint de Tachtigjarige Oorlog. Enschede valt om de beurt in handen van de Staatse troepen, onder leiding van Maurits van Oranje, en de Spanjaarden. In 1587 is de stad belegerd door de Spanjaarden. Tijdens Maurits’ veldtocht van 1597 dreigt hij de stad te vernietigen, maar hoeft hij uiteindelijk geen slag te leveren en herovert hij Enschede. Hij dempt de buitenste gracht en maakt van de stad een open stad. Met het dempen van de buitenste gracht omstreeks 1600 is de militaire rol van Enschede beëindigd.

Bombazijn

Aan het begin van de 18e eeuw zijn er meer arbeiders dan dat er werk is op de Twentse boerderijen. Boeren gaan daarom op zoek naar extra inkomen. Die gaan op de schrale grond vlas verbouwen, waarvan linnen weefsels worden geproduceerd. Het overschot wordt opgekocht en verhandeld door zogenaamde linnenrijders of fabrikeurs. Steeds meer spinners en wevers vestigen zich in Enschede. De handel in Twentse linnenstoffen wordt echter minder winstgevend door concurrentie.

De Enschedese fabrikeurs Jan van Lochem, de gebroeders Blijdenstein en Abraham Strick ontwikkelen plannen voor de fabricage van nieuwe weefsels, waaronder bombazijn. Dat is linnen met een inslag van katoen. De Staten van Overijssel verlenen aan deze ondernemers in 1728 een octrooi op de fabricage van bombazijn. In Enschede wordt een fabriek opgericht “van bombazijden, diemetten, streepjes, marseiltjes en kalaminken”, de eerste textielfabriek van Enschede. Bombazijn blijkt zeer gewild en de fabricage verdringt aan het eind van de 18e eeuw het linnen vrijwel geheel. Enschede wordt één van de belangrijkste textielcentra in Twente.

Op 20 mei 1750 woedt er weer een grote brand in Enschede. De verwoesting is echter minder groot dan de brand van 1517. Ongeveer de helft van de stad gaat in vlammen op. De stad bestaat voornamelijk uit houten vakwerkhuizen, waardoor het vuur zich snel verspreidt. Na de brand worden meer huizen van steen gebouwd.

Groei textielindustrie

In België is de textielindustrie verder gevorderd dan in Nederland. Omdat België en Nederland één koninkrijk zijn, wordt er nauwelijks geïnvesteerd in de Twentse textielindustrie. Na de onafhankelijkheid van België in 1830, wijst de Nederlandse regering Twente aan als ontwikkelingsgebied voor de textiel. Dit vanwege de lage lonen, de werkgelegenheid, de strategische ligging en de al bestaande textielindustrie. In jaren daarna openen er onder andere een grote nieuwe bontweverij en garenververij door Charles de Maere, De Enschedese katoenspinnerij door de familie van Heek en enkele andere kleine textielbedrijven. Als gevolg groeit de stad Enschede en daarmee het inwonersaantal.

Op 7 mei 1862 woedt er opnieuw een grote brand in Enschede. Het waait hard en de brand verspreidt zich snel over de gehele stad en de uitvalswegen. Er zijn geen dodelijke slachtoffers, maar veel gebouwen gaan in vlammen op, waardoor de mensen dakloos zijn. Na de brand wordt al snel met de wederopbouw begonnen. De grachten worden gedempt en de door de brand verwoeste openbare gebouwen worden herbouwd. Meerdere scholen worden geopend, zoals de Twentse Industrie- en Handelsschool en de Fabrieksschool. Veel bedrijven en fabrieken worden groter en moderner opgebouwd dan voorheen. Door die modernisering ontwikkelt de textielindustrie zich enorm en maakt Enschede wederom een groei door.

Volkspark

In 1872 overlijdt Hendrik Jan van Heek, een telg uit de textielfamilie Van Heek. Uit zijn nalatenschap is het Volkspark ontstaan, dat in 1874 aan Enschede wordt geschonken. In dit oudste openbare park van Nederland komen textielarbeiders tot rust na het werk. Na de aanleg van het Volkspark worden in Nederland meer van dit soort parken voor arbeiders aangelegd.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog is Nederland neutraal. Enschede is een grensgemeente, waardoor de staat van beleg wordt afgekondigd. Het leger bewaakt de grenzen scherper en grensovergangen worden verscherpt. Na de Eerste Wereldoorlog vluchten veel Joden vanuit Duitsland naar de Nederlandse grensstreek. Er ontstaat een grote Joodse gemeenschap in Enschede, met winkels, verenigingen een synagoge.

Accepteer de cookies om dit element te weergeven.

Stakingen

In 1888 breekt er voor het eerst een staking uit vanwege de lage lonen en de slechte woon- en werkomstandigheden in Enschede. Arbeiders hebben weinig in te brengen. Op aansporing van de kapelaan van de St.-Jacobusparochie Alphons Ariëns, ontstaan arbeidersverenigingen en bonden. Ariëns blijkt een verbinder te zijn tussen vakbonden en fabrikanten. Mede door hem ontstaan zogenaamde arbeidsraden bij diverse Enschedese fabrieken. Ariëns wordt daarom gezien als een belangrijke spil voor de emancipatie van Twentse textielarbeiders. Eind 1923 breken er grote stakingen uit, onder andere bij Van Heek & Co. Ook in de jaren daarna zijn er meerdere stakingen. Er komt nog meer ontevredenheid onder arbeiders en veel fabrieken moeten sluiten. De economische wereldcrisis van 1929 zorgt ervoor dat bijna 45 procent van de weefgetouwen stil komt te liggen en een derde van de Twentse beroepsbevolking werkloos wordt.

Vliegveld Twente

Vliegveld Twente wordt in 1931 geopend op de driehoek Hengelo-Oldenzaal-Enschede. Allerlei grote vliegdemonstraties worden er gegeven. Op 18 juni 1932 landt de Graf Zeppelin op het vliegveld Twente. Het maakt een rondvlucht boven Nederland en prins Hendrik stapt in Twente aan boord.

De Graf Zeppelin landt op het vliegveld Twente in Enschede

Het richterambt Enschede, een lokale bestuursvorm, is sinds 1811 opgedeeld in 2 gemeenten, namelijk Enschede en Lonneker. Enschede ligt binnen de grenzen van de plattelandsgemeente Lonneker. Als Enschede in de 19e eeuw snel groeit, begint die verdeling tussen stad en land steeds meer te knellen. In 1884 is een groot stuk land van Lonneker afgestaan aan Enschede. Na jarenlange discussie over het samenvoegen van de 2, wordt die samenvoeging op 28 maart 1934 door de Tweede Kamer aanvaard.

Accepteer de cookies om dit element te weergeven.

Tweede Wereldoorlog en wederopbouw

De Duitsers nemen op 10 mei 1940 Enschede in. Door berichten uit Duitsland weten Joden wat hun te wachten staat. Er ontstaan verzetsgroepen, zoals een verzetsgroep onder leiding van de hervormde predikant ds. Leendert Overduin. Hierdoor kan een groot aantal Joden onderduiken. Het dragen van een ster voor Joden wordt in mei 1942 verplicht. Die Nederlandse ‘Jodensterren’ worden gemaakt in de Enschedese textielfabriek De Nijverheid, die in Duitse handen is. In Enschede worden er meer dan een half miljoen gemaakt.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn veel luchtaanvallen uitgevoerd op Enschede. Geallieerde piloten zijn vaak in de veronderstelling dat zij boven Duitsland vliegen. Het eerste grote bombardement is op 10 oktober 1943. Op 22 februari 1944 vallen er 40.000 brandbommen op de binnenstad en de wijken Veldkamp en Pathmos. Op 22 maart 1945 wordt ook het zuidelijk deel van het centrum flink getroffen. Door alle bombardementen is Enschede enorm vernield.

Accepteer de cookies om dit element te weergeven.

Eenheden van het Britse legere bevrijden op 1 april 1945 Enschede. De oorlog laat de stad achter met veel verwoeste panden en een plan voor de wederopbouw wordt ontwikkeld. De industrie komt op gang en de werkloosheid is laag. Textiel maakt nog altijd de dienst uit: eind jaren 50 bezetten de textiel- en kledingindustrie samen ruim 80 procent van alle arbeidsplaatsen in Enschede.

Prinses Beatrix bezoekt een koninklijke textielfabriek

Prinses Beatrix bezoekt een koninklijke textielfabriek in Enschede

Accepteer de cookies om dit element te weergeven.

Afname werkgelegenheid textielindustrie

Na de onafhankelijkheid van Indonesië raakt de textielindustrie in Twente een belangrijk afzetgebied kwijt. Door concurrentie uit Oost-Europa en Azië, ouderwetse productiemethoden en stijgingen van de loonkosten gaan fabrieken fuseren. Toch neemt de werkgelegenheid in de textielindustrie af. Om die werkgelegenheid te herstellen, worden bedrijven naar Enschede gehaald. Bedrijventerreinen komen beschikbaar door het verdwijnen van de textielindustrie. Zo wordt onder andere een ziekenhuis gebouwd, alsmede woningen. Met name onder hoog opgeleiden is de werkeloosheid hoog. In 1961 opent de Hogeschool Twente zijn deuren, de latere Universiteit Twente.

In Enschede en in heel Twente zijn voetballiefhebbers trots op hun FC Twente. De club is in 1965 ontstaan door een fusie van Sportclub Enschede en de Enschedese Boys. De Tukkers worden in 2010 landskampioen van Nederland.

Elftal FC Twente in 1965

Het elftal van FC Twente, seizoen 1965/1966

Vuurwerkramp

De datum 13 mei 2000 staat in het geheugen gegrift van iedere Enschedeër. Op die dag is een groot deel van de wijk Roombeek verwoest door een brand in het pakhuis van S.E. Fireworks. Waar veel vuurwerk ligt opgeslagen. 19 bewoners en 4 brandweerlieden komen hierbij om het leven en meer dan 900 mensen raken gewond. De precieze toedracht van de vuurwerkramp is nog steeds onduidelijk.

Vuurwerkramp Enschede

Enschede 700 jaar

Enschede viert het 700-jarig bestaan met een heel jaar aan activiteiten, niet op 1 specifieke datum. Het is gevierd met onder andere Het Grote Stadsfeest op zaterdag 6 september 2025, waarbij er in 5 stadsdelen diverse activiteiten zijn geweest. Zoals sport, cultuur, muziek en buurtbrunches. Er zijn ook andere evenementen georganiseerd in het kader van de viering. Zoals het gratis toegankelijke festival bij Metropool op 2 november 2025, met 700 minuten muziek van Enschedese acts, en het Maker Festival Twente in mei. Op 15 december 2025 viert Enschede dat de stad precies 700 jaar geleden volledige stadsrechten heeft gekregen.

Accepteer de cookies om dit element te weergeven.

(Bron: UitinEnschede.nl, Canonvannederland.nl, Shsel.nl, Enschedeinansichten.nl, Erfgoedenschede.nl, Enschede.nl, Wikipedia. Foto’s: ANP, Shutterstock)

Geef een reactie