geld

Waarom is praten over geld zo’n taboe?

Veel Nederlanders delen liever niet met elkaar wat er maandelijks op de bankrekening wordt gestort. Praten over geld is een zogenoemd taboe. Waarom is dat zo? Wij vragen het financieel psycholoog Anne Abbenes.

Grootste taboe

In 2006 doet onderzoeksbureau TNS NIPO in opdracht van de KRO onderzoek naar de 100 grootste taboes in Nederland. Deze 100 komen vervolgens aan bod in het KRO-programma Het Grootste Taboe. Destijds komt praten over geld niet voor in de top 100, maar aanverwante zaken wel. Zo staat het hebben van schulden op nummer 37 van de lijst. Het Zwitserse psychologietijdschrift Aware Psychologie publiceert rond diezelfde tijd een zelfde soort onderzoek. Op nummer 13 van hun lijst: praten met de collega’s over het salaris.

Doodstraf

Hoewel we inmiddels 15 jaar verder zijn, betekent dit volgens Anne Abbenes niet dat er op dit vlak veel veranderd is. Praten over geld doen we liever niet. Dat dit niet volkshobby nummer 1 is, heeft onder andere te maken met het verleden. Zij legt uit: “Vroeger was het hebben van schulden een grote zonde. In de tijd van de Grieken en de Romeinen werd een man die zijn financiële verplichtingen niet kon nakomen gedwongen tot slavernij, maar hij niet alleen. Zijn vrouw en kinderen ook. En in de tijd van Karel de 5e stond er de doodstraf op als je je financiële verplichtingen niet kon nakomen. Zelfs als je schulden had afbetaald moest je het nog steeds ontgelden.”

Niet veel veranderd

Hoewel Karel de 5e al sinds 1558 niet meer leeft, is de houding tegenover het niet kunnen nakomen van financiële verplichtingen, niet veel geld of zelfs schulden hebben niet enorm veranderd. Zo wordt het hebben van schulden in 2006 nog gezien als 1 van de grootste taboes en anno 2021 word je nog steeds gestraft als je financiële verplichtingen niet na kunt komen. “Als je iets niet kan betalen, worden de kosten alleen maar hoger.”

Weinig geld of schulden hebben is dus iets waar nog steeds een zweem van negativiteit omheen hangt, waardoor erover praten nogal een drempel kan zijn. “Het voelt vernederend voor mensen met een laag inkomen om te praten over geld.”

Veel geld

Maar hoe zit dat dan met het hebben van veel geld? Ook daarover lijkt niet zo snel te worden gesproken, terwijl er in sprookjes en andere verhalen vaak wordt gesuggereerd dat veel geld juist enorm positief is. Denk bijvoorbeeld aan Assepoester. Zodra zij met de rijke, knappe prins trouwt, gaat zij een comfortabel leven tegemoet zonder zorgen.

Volgens Anne is het geloof een reden dat wij liever niet over geld praten, ook al is het inkomen hoog. “Geld wordt binnen de Nederlandse, calvinistische cultuur gezien als iets vies, waar je niet over praat. Het credo is immers ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg.’”

Een andere reden dat mensen met een hoog inkomen bij voorkeur niets loslaten over geld, is het feit dat zij bang zijn om hun hoge salaris te moeten rechtvaardigen, aldus Anne.

Nieuw en te abstract

Het taboe op praten over geld is dus een historische erfenis, maar het verleden is niet de enige reden dat er zo over wordt gedacht. Dat geld een vrij nieuw en abstract concept is, versterkt de taboesfeer ook. “Ons brein is miljoenen jaren oud en geld is een vrij nieuw concept. De Grieken hadden het bijvoorbeeld al wel, maar toen was het systeem vrij eenvoudig. Het abstracte van geld, zoals handelen op de beurs, dateert uit de 15e eeuw. De hersenen vinden dat erg lastig, omdat het brein is afgesteld om in het nu te leven. Dat is ook de reden dat wij als soort konden overleven in tijden dat het al dan niet vinden van eten echt dood of leven betekende. Daarom is zoiets als sparen of handelen met oog op de toekomst moeilijk voor ons, want ons brein is niet afgesteld om naar de toekomst te moeten kijken. Dat gaat tegen onze biologie in. Het brein heeft als het ware ook nog geen tijd gehad om zich aan te passen aan deze situatie, waardoor het extra lastig is.”

Daarnaast helpt de mystiek waarmee geld omgeven is niet echt mee. Anne: “Aan geld worden extreme krachten en zelfs menselijke capaciteiten toegeschreven; het kan groeien en vermenigvuldigen, dus het is geen verrassing dat we het moeilijk hebben om het te rationaliseren. Hierdoor neemt het taboe alleen maar toe.”

Werk in Uitvoering

Over een taboe op praten over geld gesproken. Podcastmaker Joris Kreugel loopt in zijn nieuwe podcast Werk in Uitvoering  een dagje mee op de werkvloer en vraagt de beoefenaars van verschillende beroepen naar wat ze van hun werk vinden en hoeveel zij verdienen. U kunt de eerste 2 afleveringen hier luisteren.

Lees ook: Echt beter om leren gaan met geld? Aan standaard budgettips heeft u weinig.

(Bron: Anne Abbenes)

Geef een reactie

Reactie

    capenn73 says:

    “De enkeling is niet compleet zonder de ander”, zegt Mogobe Ramose. Volgens de Zuid Afrikaanse filosoof is het westerse denken ontaard in zelfbelang en hebzucht. In plaats daarvan zouden we moeten streven naar verbinding en rechtvaardigheid. Naar Ubuntu, kortom.
    De Zuid-Afrikaanse fi losoof Mogobe Ramose (geboortedatum onbekend) ontsnapte als politiek vluchteling aan het Apartheidsregime in zijn thuisland. In 1983 promoveerde hij aan
    de Leuvense universiteit. In 1996 keerde hij terug naar Zuid-Afrika, waar hij sindsdien de Afrikaanse filosofie internationale bekendheid heeft gegeven. De ironie is dat hij de termen ‘Afrika’ en ‘Afrikaans’ met enige tegenzin gebruikt. Hij wijst er namelijk fijntjes op dat
    deze termen door Europa zijn opgelegd aan volkeren waarvan de eigen taal, filosofie en denkbeelden werden geminacht en tijdens de kolonisatie mochten worden uitgeroeid.
    Die zo pijnlijke koloniale geschiedenis speelt door in al Ramoses werk. Daarnaast richt hij zijn pijlen op de huidige internationale, economische verhoudingen, die worden bepaald door geldzucht: zwart Afrika is een melkkoe geworden die honger lijdt, maar met zijn grondstoffen andere landen mag vetmesten. De stand van zaken in Afrika verraadt, aldus Ramose, een diepliggend probleem: in onze globaliserende wereld is geld de maat van alle dingen geworden. Niet het recht op voedsel en leven, maar de bandeloze jacht op winst beslist in ons tijdgewricht over leven en dood, welvaart en armoede. In dit ‘economisch fundamentalisme’ houden we onszelf gevangen. Want wordt persoonlijk succes immers niet afgemeten aan mooie diploma’s, een snelle carrière en een rijkelijk gevulde bankrekening? In plaats daarvan, zegt Ramose, zouden we moeten streven naar humaniteit en rechtvaardigheid. Daarmee zou een einde kunnen komen aan Afrika’s ‘economische slavernij’.