nestjes van roomchocolade van Robèrt

Nestjes van roomchocolade van Robèrt

Pasen staat voor de deur, en wat is er leuker om dan zelfgemaakte paasnestjes te eten? Robèrt maakt de nestjes van roomchocolade. Daarvoor tempert hij de chocolade. Dat klinkt lastig, maar valt in praktijk erg mee. Mocht het mislukken, dan kan u gewoon weer beginnen met het smelten van de chocolade. Voor een echt paasgevoel vult Robèrt de nestjes met paaseitjes.

Ingrediënten:

Voor de nestjes:

  • 500 gram chocolade (puur of melk)
  • 120 gram boter (voor extra smaak kunt u ook een mix van 80 gram boter en 40 gram hazelnootpasta gebruiken)
  • vulling naar keuze (bijvoorbeeld paaseitjes)

Extra nodig:

  • een steen van marmer of graniet (tip: koel de steen even in de vriezer voor u begint)
  • eventueel 2 plamuurmessen
  • spuitzak met een gekarteld spuitmondje
  • bakpapier

Werkwijze:

Tempereer de chocolade als volgt. Smelt de chocolade. Koel twee derde ervan op de steen tot de chocolade ‘koud’ aanvoelt. Houd de massa constant in beweging, bijvoorbeeld met 2 plamuurmessen. Voeg de massa toe aan de rest van de gesmolten chocolade in de kom, als de chocolade voldoende is afgekoeld. Roer dit heel rustig door om te voorkomen dat er luchtbelletjes ontstaan. Als u het goed heeft gedaan, heeft de chocolade nu een temperatuur van ongeveer 32 graden (pure chocolade) of 31 graden (melkchocolade).

Roer de boter goed door de chocolade. Vul een spuitzak met de roomchocolade en spuit er op een bakpapiertje kleine kransjes van. Laat opstijven.

Vul de nestjes met een vulling naar keuze.

(Bron: Robèrt van Beckhoven)

Geef een reactie